De Koning leefde echter nog steeds – en kon over een paar maanden zijn onrechtmatige troon weer bestijgen – nu als een nog grotere held van de natie.
38 | De wederopstanding
11 september 2009
Op een bepaalde manier zitten ze er nog steeds – de trotse juffrouwen, die ons het licht brachten en ons leerden praten en lopen en reverences maken en buigen, terwijl ze de kinderen in de gaten hielden die rondtuimelden op het gazon op een steenworp afstand van de kust.
Glimlachend volgen ze ons met hun ogen, terwijl ze de theekopjes optillen en het leven in de prachtige tuin tot in perfectie onder controle houden.
Precies vandaag stormt het vanuit het noordoosten, en de wind raast zoals die altijd heeft gedaan, tegen Villa Kongslunds kroonlijsten en gevels, zodat ik me niet zou verbazen als een van de zeven witte schoorstenen zich losrukte en over de nok gleed, naar beneden de diepte in.
Ik zit bij het raam, licht voorovergebogen met mijn linkerschouder iets lager dan de rest van mijn lichaam, zoals ik altijd heb gedaan. Als levend bewijs voor het feit dat de symmetrie van Kongslund altijd een illusie is geweest.
*
Het Protocol ligt op mijn schoot.
Het is groter dan ik het me herinner.
Misschien omdat het in mijn kinderogen zo klein overkwam wanneer het in de immense armen van mijn pleegmoeder op haar dekbed lag, vlak voordat ze ging slapen.
Er zitten her en der bruine vlekken op het groene leder; misschien een afdruk van de talrijke aanrakingen van de oude directrice, of het zijn slechts sporen van ouderdom van de vele jaren dat erin geschreven is.
Het bevat opmerkingen over de wezens die Magna bijzonder interessant vond. Geduldige beschrijvingen van haar werk met de kinderen die ze in de Olifantjeskamer liet verblijven, omdat ze speciale zorg nodig hadden. Er staan details in over vreselijke lotgevallen en verlopen, die ze nooit zou toevertrouwen aan officiële dossiers of psychologische rapporten, uit angst dat dergelijke geobserveerde zwaktes op een dag konden terugkeren uit hun bergplaats in de archieven en tegen de wezens die ze beschermde, worden gebruikt.
Overdag bewaar ik het naast mijn eigen mappen met notities over de kinderen van de Olifantjeskamer uit 1961 – de zorgvuldig geordende beschrijvingen van mijn bezoekjes aan hen, mijn krantenknipsels met betrekking tot hun latere leven, de laatste brief die Eva aan haar kind schreef, en natuurlijk Magdalenes twaalf dagboekschriftjes, die alles bevatten wat ik over mijn eigen leven weet.
Wanneer ik het niet uiterst voorzichtig tevoorschijn haal, ligt het daar in zijn geheime bergplaats in mijn oude kast met de uit citroenhout uitgesneden ornamenten: het Protocol van Kongslund.
Nu open ik het om de passages te vinden die ik nodig heb om een koning omver te werpen.
Vanaf het begin was het me duidelijk dat er meer dan genoeg materiaal was. Want Magna was heel grondig geweest.
Wanneer de volgende regels worden gelezen, is het te laat om op mijn laatste en belangrijkste beslissing terug te komen.
Het is te laat voor de Absolute Koning op zijn glorierijke troon – te laat voor de ten hemel gevaren Monarch, die Kongslund liet bouwen, dromend van de perfecte symmetrie – en te laat voor de Meester zelf, die in zijn spottende overmoed nooit de obstakels zou ontdekken, die bedoeld waren om de laatste fatale val uit te lokken...
En natuurlijk – te laat voor mij.
*
Het was op de ochtend waarop de minister-president uit de dood opstond, dat ik mijn allerlaatste, bijna onhoorbare boodschap van Magdalene kreeg. Een fluistering zo zwak dat het de wind rond de gevel had kunnen zijn, als ik haar niet al zo lang kende.
Het was mij duidelijk dat er maar een keuze over was.
Ole Almind-Enevold stond op van zijn langdurige ziekbed – na zijn laatste controles in het Rigshospital – en werd het korte stukje naar Slotsholmen in een colonne van auto’s gereden die groter was dan de rij auto’s die bij de beëdiging van de Amerikaanse president over Pennsylvania Avenue reed. De colonne sloeg linksaf de Blegdamsvej in, naar rechts de Østerbrogade op, de St. Kongensgade uit naar Kongens Nytorv, de Børsbro over en de poort door naar de rechtmatige verblijfplaats van de Absolute Koning.
Hij nam het ministerie van Algemene Zaken in, gezeten in een met zijde beklede rolstoel die kosteloos was verstrekt door de grootste rolstoelfabrikant van het land (waarvan het logo op beide verzilverde wielnaven stond), en hij manoeuvreerde deze majestueus op zijn plek achter zijn staatsmansbureau met een lichte beweging aan het kleine, rode handvat, dat de hydrauliek regelde. Het spreekt voor zich dat de stoel geen enkele gelijkenis vertoonde met het gehavende vervoermiddel dat ik ooit van Magdalene had geërfd.
Camera’s van minstens twintig televisiezenders volgden het proces (het ingestorte Channel dk was er niet bij), en het gejuich verspreidde zich letterlijk dwars door het hele land, waar het door open deuren en ramen van huis tot huis tot huis, van straat tot straat en van stad tot stad sprong – net als in een sprookje.