Home>>read Het Zevende Kind free online

Het Zevende Kind(275)

By:Erik Valeur


Daarna de benodigde objectieve bevindingen, en dan verder tot de meer concrete: Als kind van een onbekende Duitse soldaat vermoordde 01 haar moeder met een enkel zetje – die viel van een steile achtertrap in het gebouw waarin zij woonden – na een ruzie over deze relatie. Het incident vond plaats op haar vijftiende verjaardag. In eerste instantie noemde ze het een ongeluk, maar later trok ze deze ontkenning in en toonde zo’n grote haat jegens haar moeder, dat zij in voorlopige hechtenis werd genomen.

Maar de behandeling die in de volgende paragraaf werd beschreven, was succesvol geweest – naar de maatstaven van destijds: Na de eerste drie bezoeken spreekt 01 opener over zichzelf en haar verblijf in de gevangenis. Ik probeer een patroon te vinden in haar indruk van de preventieve werking van de straf m.b.v. vragen 16 tot 23 (paragraaf 01c). Deze vragen lijken het meisje echter te vermoeien. Ze is nog maar net zestien.

Daarna hadden ze voor de eerste keer gevreeën. Hij kon nog steeds haar kreten horen. ‘Ja-ja-ja!’ En hij was er niet zeker van of ze aan haar eigen oerkracht als vrouw uiting gaf – terwijl ze haar rug spande en werd getroffen door schokken, die hij nooit eerder had meegemaakt, en die haar voor bijna een minuut zwevend hielden in een hoge boog boven het groene sofakussen – of dat de woorden slechts een bekentenis waren van het geweten dat werd gekweld door een ondraaglijk schuldgevoel.

‘Nu moeten ze me wel laten gaan!’ Ze had beide handen op haar buik gelegd.

‘Ze laten je nooit gaan.’ Zijn antwoord kwam zonder aarzeling. Hij kon zelfs de opluchting in zijn eigen stem horen.

Ze had heel onbeweeglijk gezeten en hem aangestaard.

Ik moest denken aan het meisje op het plompenblad uit het sprookje van Andersen, dat naar de meikever staarde, nadat die haar levensband had afgesneden en de vlinder tot een klein stipje in de lucht was verworden.

‘Je moet het laten weghalen.’ De woorden kwamen als vanzelf. Want dat was Ole Almind-Enevolds enige oplossing. ‘Ze laten je niet vrij, alleen maar omdat je...’ Hij was stilgevallen. Haar naam kwam hem absurd voor in deze situatie (de naam van de moeder van alle vrouwen), maar hij herhaalde hem toch in een laatste beroep: ‘Eva, je moet die foetus laten weghalen.’

‘Dat misbaksel, hè?’

Hij voelde de kou in de kamer. Als ze ooit met iemand over de vader van het kind zou spreken, of als het gevangenispersoneel zijn discretie niet zou bewaren (ze zouden het verband natuurlijk kunnen uitrekenen en een en een bij elkaar optellen, maar de gevangenisdirectie zou kunnen worden overgehaald te zwijgen), dan zouden ze hem simpelweg opsluiten.

Seksuele betrekkingen met een wegens moord veroordeelde vrouw. Misbruik van een cliëntrelatie. Misbruik van een minderjarige onder de hoede van het Gevangeniswezen.

Het zou met vlammende letters in alle kranten komen te staan. Hij zou zowel veroordeeld worden als ontheven van zijn beëdiging– en de reactie van de Partij die had beloofd hem voor het parlement verkiesbaar te stellen, zou snel en definitief zijn.

Het meisje tegenover hem begon op dat moment te huilen. ‘Ik ga niet ook nog mijn kind doden.’

Hij begreep dat het waar was, en zijn gedachten joegen in een razend tempo door zijn hoofd. Toen nam hij het besluit: ‘Eva, er is ook een andere optie. Maar die vereist een groot offer, waarvan ik niet weet of je dat aankunt,’ zei hij. ‘Op die manier kun je boeten voor alles wat er gebeurd is.’

Ze veegde haar ogen af en keek hem lang aan.

Hij voelde haar aanwezigheid in zijn hoofd; dat ze op zoek was naar de leugen, naar die leugen die er moest zijn, maar ze zou hem niet vinden, want het komt wel voor dat de werkelijkheid zo fantastisch in elkaar zit dat de leugenaar daar alleen al genoeg aan heeft. Hij zag het patroon voor zich, het hele plan, en hij wist precies hoe het uitgevoerd moest worden – en wie hij om hulp moest vragen.

Hij hield haar lang bij haar schouders vast; ze zou wel moeten luisteren, als ze zichzelf en haar kind wilde redden, had hij geleerd gedurende zijn tijd als consulent bij de misdaadpreventie en -bestrijding: dat wilden meisjes uit de lagere klasse tegen elke prijs. Dat was misschien wel het enige wat ze hadden geleerd van hun eigen moeders.

‘We hebben maar een kans,’ zei hij en hield de tengere schouders vast.

Later had hij de situatie gezien als een toevalligheid die was geboren uit een toevalligheid – die op zijn beurt weer was geboren uit toevalligheden. Is dat niet hoe de basis voor het bestaan van de meeste kinderen wordt gelegd, als je de zaken echt zou onderzoeken? Is dat niet de manier waarop het altijd is gegaan in de rijkeluisvilla’s in Klampenborg en op de landgoederen in Jutland, ja, zelfs in de paleizen van de koning – is het door de eeuwen heen niet keer op keer bewezen: kinderen komen ter wereld als toevalligheden, ze drijven naar de kust zoals Mozes in het rieten mandje, en worden liefgehad door de mens die toevallig voorbijkomt en hun roepen hoort?