Home>>read Het Zevende Kind free online

Het Zevende Kind(271)

By:Erik Valeur


Hij stond op en ging naast me op het bed zitten, en net als de vorige keer schoof ik een beetje van hem weg, richting het voeteneinde, want mijn verlegenheid tegenover een mogelijke aanraking was als een kleine elektrische motor die geheel uit zichzelf startte.

‘Het is de eenzaamheid die echt iets betekent,’ zei hij, terwijl hij licht voorovergebogen zat.

Even dacht ik tot mijn schrik dat hij zijn rechterarm om me heen zou leggen, maar dat gebeurde niet.

‘Eenzaamheid is het enige gebrek dat echt van betekenis is, toch?’ Hij glimlachte.

Ik kon zijn glimlach zien, zowel van voren als van opzij, in de spiegel aan de muur tegenover het bed, en hoewel de oude spiegel zich niet langer met mijn persoonlijke aangelegenheden bemoeide, kon ik zonder problemen de plagerige uitval vanuit het donker daarbinnen achter het glas horen.

Kus hem, Marie!

Ik schoof nog een stukje op.

‘Toch, Marie?’

Toen voelde ik wat er op het punt stond te gebeuren en reageerde meteen op hetzelfde moment. Ik kwam overeind. ‘Het is belangrijk dat ik nu mijn rust krijg,’ zei ik, en deed de deur open. ‘Zoals je weet, ben ik er ook bij op de belangrijkste bijeenkomst in de geschiedenis van Kongslund – morgen vroeg.’

Die opmerking was zo praktisch en neutraal, dat het hem onmiddellijk terug in de realiteit bracht, en ik deed de deur achter hem dicht. Maar zijn woorden over eenzaamheid – en alle aardse, logische verlangens van Einstein – bleven de rest van de nacht in mijn kamer hangen. Ik vroeg me af of hij me echt had verteld wat ik dacht dat hij me vertelde – of dat het gewoon mijn eigen hopeloze, half vertroebelde verbeeldingskracht was, die me deed dromen in klaarwakkere toestand.





34 | De minister-president


4 juli 2008



De Absolute Koning werd in die dagen in de kranten en op televisie uitgeroepen tot de meest illustere landsvader die het volk ooit voor de hoogste post van de natie had verkozen – en hij was niet eens verkiesbaar geweest.

Maar dat beschouwden de commentatoren in hun enthousiasmeroes als een uitzonderlijkheid die toch iets belangrijks moest betekenen – namelijk dat een hogere voorzienigheid de sterke man daar had geplaatst waar de Denen het meest behoefte aan hem hadden – juist nu – in een wereld die steeds groter werd en steeds onveiliger leek. De verantwoordelijkheid voor het schandaal rond de Tamil-jongen werd uitsluitend toegeschreven aan de duidelijk ontoerekeningsvatbare stafchef, naar wie de politie nu op zoek was.

Ole Almind-Enevold had eindelijk de absolute macht gekregen in het koninkrijk dat hij zo lang had begeerd – en niemand bij zijn volle verstand zou kunnen dromen dat hij ooit vrijwillig zou abdiceren.



*



De ambtenaren hadden met een klein legertje helpers de bovenste hartkamer van het Rijk weer in de oude staat van presidentieel kantoor teruggebracht. Dat was in recordtijd gebeurd, want Ole Almind-Enevold wilde de hoogste machtspositie van het land onmiddellijk overnemen.

Ze hadden zijn belangrijkste papieren en zijn persoonlijke eigendommen vanuit het ministerie van Nationale Zaken naar het ministerie van Algemene Zaken vervoerd in vier grote messing kruiwagens, die met hun kostbare lading heen en weer door de chique gangen dreunden, Prins Jørgens Gård overstaken, met de lift naar boven werden gebracht en het chique kantoor ingerold waar het hydraulische bed net was uitgereden. Het was een enigszins onconventionele wijze van vervoer, maar de vier kruiwagens waren nu voorhanden omdat metselaars bezig waren geweest met nog een uitbreiding van de vreemdelingendienst in de westvleugel van het ministerie van Nationale Zaken (sinds 2001 was er sprake van de kleine tegenstrijdigheid dat terwijl het aantal buitenlanders daalde, de activiteiten die met dit terrein te maken hadden, groeiden), en de Absolute Koning wilde meteen van start gaan. Hij had zo zijn redenen.

De laatste kruiwagen was net geleegd toen het pasgekroonde regeringshoofd zijn eerste vergadering hield. Er zou waarschijnlijk nooit een belangrijkere komen.

En er zou er ook nooit een komen waar hij minder naar uitkeek, maar Knud Tåsing had maar een zin door de telefoon hoeven zeggen...

‘...We hebben hem gevonden.’

Toen had Ole Almind-Enevold de eerste pagina van zijn minister-presidentiële agenda vrijgemaakt en alle ochtendvergaderingen geschrapt, waaronder die met zijn nieuwe departementschef over een onmiddellijke kabinetsrokade. Die moest de vervanging verzekeren van de vrouwelijke minister van emancipatie door een jongere man die zo spoedig mogelijk de aanname kon doorvoeren van het rol-wetsvoorstel met betrekking tot nieuwe grenzen aan vrije abortus.

Ook dat moest wachten.

Carl Malle stond breeduit en verbazend rustig aan zijn zijde toen we aankwamen.

Ik had gehoopt op een meer nerveuze – of ronduit angstige – uitdrukking in de bruine, harde ogen, maar hij stond daar onwrikbaar als altijd. Het verontrustte me, hoewel ik geen zwakke plek zag in het plan dat Knud geschetst had, en dat unaniem was aangenomen.