Home>>read Het Zevende Kind free online

Het Zevende Kind(269)

By:Erik Valeur


Toen ze uitgehuild waren, beschreef Anker Jensen de eerste jaren voor hem: hoe ze hem van John in Nils omgedoopt hadden en hoe hij alles behalve de geboorteakte verbrand had – zoals de machtige directrice had gewenst. Er was ook een verklaring van de Reclassering geweest, die aangaf dat het meisje Eva in bewaring zat, maar dat ze verder helemaal normaal was en lichamelijk noch geestelijk ziek was of anderszins ontoerekeningsvatbaar. Er was bovendien een soort dossier geweest dat de belangrijkste informatie bevatte over de aankomst van de kleine John op Kongslund en zijn verblijf in de Olifantjeskamer de maanden daarop.

Alles leek precies te zijn zoals de directrice verteld had.

‘Voor ons was het een afgesloten hoofdstuk. We hielden immers van je en hadden nooit gedacht dat het ooit iets zou betekenen. We zijn zo bang geweest de afgelopen tijd.’

Zijn ouders hadden de artikelen over de mysterieuze jongen in Fri Weekend gezien en hadden de naam natuurlijk herkend. Ze waren het erover eens geworden dat het een vergissing of een misverstand moest zijn dat niets met hen te maken had – en al helemaal niet met het heel oude formulier, waarvan niemand het bestaan vermoedde. Ze hadden de kranten van de daaropvolgende dagen ongelezen in de prullenbak gegooid, en ze hadden bewust de televisie uitgezet toen van de zaak verslag werd gedaan op Channel dk en de overige tv-kanalen.

Ze hadden letterlijk hun ogen stijf gesloten, zoals ouders vaak doen, terwijl ze wachtten tot de hele affaire weer zou verdwijnen.

En dat gebeurde ook, plotseling, tot hun onbeschrijflijke opluchting, toen Channel dk en Fri Weekend met hun verslaggeving stopten vanwege de zaak van de elfjarige Tamil-jongen en andere zaken. Ze waren er zeker van dat hun grote geheim weer veilig was.

Nils Jensen zou de waarheid nooit te weten zijn gekomen, als ik hem niet die cruciale informatie had gegeven.





33 | Andromeda


2 juli 2008



We naderden het einde. Zo zag het eruit voor ieder van ons die bij de Kongslund-affaire betrokken was. We hadden John Bjergstrand gevonden.

Persoonlijk wachtte ik in die dagen op een teken van Magdalene – want als ze nog steeds de geringste nieuwsgierigheid met betrekking tot de levenden kon mobiliseren, moest de oplossing van het raadsel een of andere vorm van reactie oproepen.

Maar er kwam er geen, en dat verontrustte me meer dan ik gedacht had.



*



‘Ik begrijp het gewoon niet.’

Dat was Knud Tåsing die – wederom, als achtste gast – meteen ter zake kwam. We zaten net als de laatste keer in de lichte tuinkamer met uitzicht op de Sont.

‘Ik begrijp gewoon niet waarom ze dat risico zou nemen?’

Ik kon zien dat Nils gehuild had – zelfs zoveel uren erna nog – en ik voelde dat zijn aanwezigheid op ons allemaal van invloed was. Niet alleen omdat wij eindelijk het kind, waarnaar we zo lang op zoek waren geweest, hadden gevonden – John Bjergstrand. Hij zat hier te midden van ons – maar ook omdat hij in een enkele nacht een gedaanteverwisseling leek te hebben ondergaan. De normale, bijna afwezige uitdrukking die zijn gezicht had gekenmerkt, was vervangen door iets sombers en waakzaams, wat hij niet kon verbergen. De licht dromerige gloed, die ik altijd in zijn ogen had gezien, was vervangen door een leegte, die te wijten was aan de angst die hem nog steeds in zijn grip hield. Ik nam het toch rustig op, want de angst zou worden vervangen door opluchting, daar was ik zeker van; hij zou de kennis, waar ik hem toegang tot had gegeven maar die ik zelf nooit had ervaren, op prijs gaan stellen: de kennis van zijn eigen herkomst. Ik had een noodzakelijke reparatie uitgevoerd, en het had pijn gedaan, maar er had niets anders op gezeten.

‘Waarom?’ herhaalde Knud. ‘Waarom zou Magna die papieren aan een familie op Nørrebro geven, die haar, vanuit haar iets meer mondaine plek in het leven gezien, bepaald anders moet zijn voorgekomen? Ik begrijp best dat ze juist in geval van nood voor een dergelijk gezin koos – om haar probleem op te lossen – maar waarom liep ze het risico hen de papieren te laten houden, zonder zich ervan te vergewissen dat ze die echt zouden verbranden?’

Dat was de vierde keer dat hij ‘waarom’ zei, en om de een of andere reden irriteerde de woordkeuze van de journalist me. Buiten deze kamer wist niemand nog van onze ontdekking af en Knud Tåsing had herhaaldelijk het belang van deze geheimhouding benadrukt.

‘Maar er is toch ook niets gebeurd.’ Dat was Peter Trøst, die zijn collega antwoordde. Hij had ons kort na zijn aankomst verteld dat hij zichzelf niet langer als medewerker van Channel dk beschouwde. Er was iets gebeurd waar hij niet nader op in wilde gaan, en niemand had er verder op doorgevraagd.

‘Nee,’ zei Knud Tåsing. ‘Maar dat kon Magna toch niet weten.’ Hij draaide zich naar me om. ‘Komt dat overeen met hoe jij haar kende, Marie?’