Maar nu onderbrak Nils hem voor de derde maal en dit keer bijna kwaad: ‘Het heeft geen zin, oude Sprookjesdichter, want ik begrijp het niet. U zult de tekst voor mij moeten verklaren.’
‘De tekst verklaren....?’ Misschien was het de stem van de Dichter, misschien slechts een vage fluistering in de bladeren. Toen kwam er een lange pauze, en de eekhoorn schoot om de grafsteen heen en verdween. Het klonk alsof hij werd ontvangen door een zware zucht uit het binnenste der Aarde, maar daarna was alles weer stil. De begraafplaats was leeg.
Nils Jensen stond lange tijd te luisteren naar het ruisen van de wind door de bomen, en ten slotte begreep hij dat zowel de sprookjesachtige woorden als de Dichter weg waren. Hij had deze profane aansporing tot het schenden van de eeuwige sprookjesetiquette niet verdragen – en nu zou Nils waarschijnlijk nooit zijn verklaring krijgen.
Hij moest zijn vraag aan zijn ouders voorleggen, zonder een idee te hebben van wat ze zouden antwoorden.
*
‘Dit is hoe het gegaan is. Daar bestaat geen twijfel over – en het zal weer retour komen.’
De woorden kwamen zonder de geringste aarzeling, en de minister van Nationale Zaken wist onmiddellijk dat zijn veiligheidschef die al een halve eeuw zijn bondgenoot was, gelijk had.
Ze hadden meer dan een uur lang de recente ontwikkelingen in de Kongslund-affaire besproken.
Nadat de gepensioneerde hoofdrechercheur in het havenbekken gevonden was, had Carl Malle de hoofdpunten van de zaak in een memo gezet die hij aan de man in het kantoor had laten zien – en alleen aan hem – en die vervolgens verbrand in een enorme porseleinen asbak met het monogram van de Partij erop. De inhoud ervan mocht niet naar buiten komen.
De overleden hoofdrechercheur was in zijn laatste jaar als hoofd Moordzaken – en later, toen hij met pensioen was – bezeten geweest van de dood van een mysterieuze vrouw op een verlaten stuk strand in 2001. Dat had zijn weduwe bevestigd tegenover Carl Malle. Het verband met de Kongslund-affaire viel niet langer te ontkennen. De dode vrouw had een foto van Villa Kongslund in haar zak gehad – en dat was volgens zijn weduwe wat haar man de ongelukzalige beslissing had doen nemen om de zaak nieuw leven in te blazen, toen de affaire rond het kindertehuis in de media opdook.
Er bestond geen twijfel meer over. De dode vrouw moest Eva Bjergstrand zijn. Ze was niet minder dan zeven jaar eerder naar Denemarken gekomen en had toen waarschijnlijk Magna opgezocht. Of ze erin geslaagd was contact met haar te krijgen, wist de oud-politieman niet, maar kort daarna was Eva onder mysterieuze omstandigheden overleden – dicht bij de plek die de oorzaak van al haar ellende was geweest: Villa Kongslund. Het zou heel goed kunnen dat Magna dit ontdekt had; het sterfgeval had, zoals de research van de oud-politieman had uitgewezen, een paar dagen later in de krant van Søllerød gestaan.
Als Magna’s pakketje daadwerkelijk naar Australië verzonden was – en dat had de Oceka-handelaar met de zwakke zenuwen bezworen – hoe viel haar handelswijze dan te verklaren?
Het was natuurlijk mogelijk dat Eva een geheime bondgenoot in dat grote land had gehad, maar daar was niets over bekend, dus de andere mogelijkheid was veel simpeler – en verontrustender: ‘Als ze het pakketje met het Protocol heeft verzonden... met Eva’s naam erop... naar Eva’s oude adres in Australië, waarvan ze wist dat het niet langer bestond – dan zou dat vreselijk gewiekst zijn. En dat was Magna immers. Want dan zou het pakje natuurlijk retour afzender komen – dus naar haarzelf. Australië is een groot en ver land, en het zou wel even duren voordat de posterijen het opgaven om de geadresseerde te vinden, en op dat moment zou de commotie rond de Kongslund-affaire allang overgewaaid zijn.’ Hij knikte naar de minister op de bank. ‘Niemand zou het Protocol kunnen vinden. Zelfs niet als we toestemming kregen om haar huis te doorzoeken – wat zij mogelijk vreesde. Het Protocol moest gewoon weg – zo snel mogelijk – maar het moest ook weer terugkomen!’
‘Maar wat staat er dan in hemelsnaam in dat verdomde...?’ De minister stopte midden in zijn vraag, alsof hij de naam van het boek niet in de mond wilde nemen.
‘Alles, Ole,’ zei de veiligheidschef op leeftijd. ‘Alles staat erin.’
‘Alles...? Maar, verdomme, Carl – waar is dat pakket? Het is toch al een hele tijd geleden dat...’
‘Het kan misschien ook nog wel een tijdje duren. Eerst moest het helemaal naar de andere kant van de aardbol, en daarna moesten de Australische posterijen een zoekactie naar de geadresseerde instellen... Het kan maanden duren voordat ze het opgeven... en het pakketje – en het Protocol – retour sturen.’
‘Waarna het...’