Home>>read Het Pantserhart free online

Het Pantserhart(66)

By:Jo Nesbo


                ‘Ik kom,’ zei Harry.

                Hij liep naar de keuken. Keek naar het kastdeurtje onder het aanrecht. Hij aarzelde. Toen pakte hij de foto’s van Rakel en Oleg en stak ze in zijn binnenzak.

                ‘Hongkong?’ zei Øystein Eikeland smalend. Hij draaide zijn door alcohol geteisterde gezicht met de enorme neus en trieste, hangende snor naar Harry. ‘Wat moest je daar, verdomme?’

                ‘Je kent me,’ zei Harry terwijl Øystein stopte voor het rode licht voor het Radisson sas-hotel.

                ‘Dat doe ik verdomme niet,’ zei Øystein, die shag verdeelde over een vloeitje. ‘Hoe zou ik je moeten kennen?’

                ‘Nou, we zijn samen opgegroeid, herinner je je nog?’

                ‘En wat dan nog? Toen was je al zo’n verrekt mysterie, Harry.’

                Het achterste portier werd opengerukt en een man in een overjas ging zitten: ‘Luchthaventrein. Stadsingang. Snel.’

                ‘Bezet,’ zei Øystein zonder zich om te draaien.

                ‘Onzin, het bordje op het dak was verlicht.’

                ‘Hongkong klinkt vet. Waarom ben je eigenlijk naar huis gekomen?’

                ‘Neem me niet kwalijk,’ zei de man op de achterbank.

                Øystein stopte het sjekkie tussen zijn lippen en stak het aan. ‘Tresko heeft me gebeld en uitgenodigd voor een feestje met vrienden vanavond.’

                ‘Tresko heeft geen vrienden,’ zei Harry.

                ‘Nee, toch? Dus ik vroeg hem: “Wie zijn dan je vrienden?” “Jij,” zei hij en toen vroeg hij: “En jij dan, Øystein?” “Jij,” antwoordde ik. Dus we zijn met ons tweeën. We waren je helemaal vergeten, Harry. Zo gaat dat als je vertrekt naar…’ Hij tuitte zijn lippen en zei met een staccato stem: ‘Hongkong!’

                ‘Hallo!’ kwam het van de achterbank. ‘Als jullie klaar zijn, kunnen we dan misschien…’

                Het licht sprong op groen en Øystein gaf gas.

                ‘Dus kom jij ook? Het is bij Tresko thuis.’

                ‘Het ruikt daar altijd zo verrekte smerig, Øystein.’

                ‘Hij heeft zijn koelkast vol.’

                ‘Sorry, maar ik ben niet in een feeststemming.’

                ‘Feeststemming?’ zei Øystein grommend en hij sloeg met zijn handpalm op het stuur. ‘Je weet niet eens wat een feeststemming is, Harry. Jij was nooit op feestjes. Weet je dat nog? We hadden bier gekocht en zouden naar een of ander adres aan het Nordstrand met een heleboel dames gaan. Maar toen vond jij dat jij, Tresko en ik beter naar de bunkers konden gaan en daar zelf het bier konden opdrinken.’

                ‘Hé, dit is niet de route naar de luchthaventrein!’ werd er gejammerd vanaf de achterbank.

                Øystein stopte weer voor rood, gooide zijn schouderlange, piekerige haar opzij en draaide zich om naar de achterbank: ‘En daar zijn we naartoe gegaan. En we werden stomdronken en hij hier begon “No Surrender” te zingen totdat Tresko lege flesjes naar hem ging gooien.’

                ‘Nee maar, zeg!’ klaagde de man, en met zijn wijsvinger tikte hij op het glas van zijn Tag Heuer-horloge. ‘Ik móet het laatste vliegtuig naar Stockholm halen.’