‘Ik weet dat Magnus Skarre te pas en te onpas loopt te kletsen.’
‘Vraag me niet meer, Harry.’
‘Oké. Welke kamer wordt onze centrale post?’
‘Precies, precies.’ Gunnar Hagen knikte een aantal keren alsof dit iets was waarover ze al een poosje spraken. ‘Als het om een kamer gaat…’
‘Ja?’
‘Op het bureau hebben we zoals ik al zei weinig ruimte, dus we moeten iets externs vinden dat in de buurt ligt.’
‘Prima. Waar dan?’
Hagen keek uit het raam. Naar de grijze muren van Botsen.
‘Je maakt een grapje,’ zei Harry.
Hoofdstuk 14
Rekrutering
Bjørn Holm kwam de vergaderruimte van de technische recherche op Bryn binnen. Buiten was de zon bezig de gevels los te laten en de stad over te laten aan de avondduisternis. De parkeerplaats was overvol en voor de ingang van de nationale recherche aan de andere kant van de weg stond een witte bestelbus met een soepbord op het dak en het logo van de Noorse omroep aan de zijkant.
De enige persoon in de kamer was zijn chef Beate Lønn, een onwaarschijnlijk bleke, tengere en bescheiden vrouw. Als je niet beter wist, zou je denken dat deze vrouw nooit leiding kon geven aan een groep erg professionele, zelfverzekerde, altijd eigenwijze en nimmer het conflict schuwende volwassen technisch rechercheurs. Als je wel beter wist, snapte je dat zij de enige hier was die hun de baas kon. Niet in de eerste plaats omdat ze respect voor haar hadden omdat ze twee politiemannen aan de eeuwige dienst had moeten afstaan, eerst haar eigen vader en later de vader van haar kind. Wel omdat ze van hen de beste was en een onaantastbaarheid, integriteit en overwicht uitstraalde die maakten dat als Beate Lønn een woord met neergeslagen ogen en blozende wangen fluisterde, de opdracht direct werd uitgevoerd. Dus Bjørn Holm kwam direct toen hij het bericht kreeg.
Ze zat in een stoel die dicht bij de televisie was getrokken.
‘Ze zenden de persconferentie live uit,’ zei ze zonder zich om te draaien. ‘Ga zitten.’
Holm herkende de personen op het televisiescherm meteen. Hij besefte dat het vreemd was om hier te kijken naar de televisiebeelden die duizenden kilometers hadden gereisd in het universum alleen maar om hem te laten zien wat er op dit moment aan de overkant van de straat gebeurde.
Beate Lønn zette het geluid harder.
‘Dat is correct begrepen,’ zei Mikael Bellman en hij boog naar de microfoon op de tafel voor hem. ‘We hebben voorlopig geen enkel spoor of een verdachte. En om het nogmaals te herhalen: we sluiten niet uit dat de overledene zichzelf van het leven heeft beroofd.’
‘Maar u zei…’ begon een stem in de journalistenclub.
Bellman sneed haar de pas af: ‘Ik zei dat we de doodsoorzaak als verdácht behandelen. U bent vast bekend met die terminologie. Zo niet, dan moet u…’ Hij liet de rest van de zin in de lucht hangen en wees naar iemand achter de camera.
‘Stavanger Aftenblad,’ klonk het in het dialect van Rogaland. ‘Ziet de politie een verband tussen de twee moorden op…’
‘Nee! Als u had opgelet, had u gehoord dat ik zei dat we een verband niet uitsluiten.’
‘Ik heb dat gehoord,’ ging het Rogalandse dialect onverstoorbaar verder. ‘Maar de aanwezigen hier zijn meer geïnteresseerd in wat jullie denken dan in wat jullie niet uitsluiten.’