Home>>read Het Pantserhart free online

Het Pantserhart(36)

By:Jo Nesbo


                ‘Vast vg, echt iets voor hen om een helikopter te huren. Ik hoop dat de mist niet optrekt.’

                ‘Hm. Beter dat niemand een foto heeft dan dat vg er een heeft?’

                ‘Uiteraard. Wat weet jij?’

                ‘Vast minder dan jij,’ zei Harry. ‘Het lijk is bij zonsopgang door een van de bewakers gevonden en hij heeft direct de politie gebeld. En jij?’

                ‘Het hoofd is eraf gerukt. Zoals het er nu naar uitziet is de dame van de duikplank gesprongen met een touw rond haar nek. Honderdvijftigkilo-klasse. Ze hebben aan het hek, waar ze mogelijk overheen is geklommen, draadjes gevonden die van haar trainingsjack zouden kunnen zijn. Ze hebben geen sporen van iemand anders aangetroffen, dus ze denken dat ze alleen was.’

                Harry inhaleerde de rook. Het hoofd is eraf gerukt. Ze spreken zoals ze schrijven, die journalisten, met een omgekeerde piramide zoals ze dat noemen: de belangrijkste informatie eerst.

                ‘Is het vannacht gebeurd?’ viste Harry.

                ‘Of gisteravond. Volgens haar echtgenoot is Marit Olsen om kwart voor tien van huis vertrokken om te gaan joggen.’

                ‘Laat voor een joggingrondje.’

                ‘Dat deed ze altijd. Ze vond het prettig om het park voor zichzelf te hebben.’

                ‘Hm.’

                ‘Ik heb trouwens geprobeerd de bewaker op te sporen die haar gevonden heeft.’

                ‘Waarom?’

                Gjendem keek Harry verbaasd aan. ‘Om een beschrijving uit de eerste hand te krijgen natuurlijk.’

                ‘Natuurlijk,’ zei Harry.

                ‘Maar het lijkt erop dat hij zich schuilhoudt, hij is hier niet en ook niet thuis. Hij zal wel in shock zijn, de arme man.’

                ‘Tja. Het is niet de eerste keer dat hij een lijk vindt in het diepe bad. Ik neem aan dat de leider van het onderzoek ervoor gezorgd heeft dat jullie hem niet kunnen spreken.’

                ‘Wat bedoel je met dat het niet de eerste keer is?’

                Harry haalde zijn schouders op. ‘Ik ben hier al twee of drie keer naartoe geroepen. Jongelui die hier ’s nachts naar binnen gaan. De ene keer was het zelfmoord, de andere keer een ongeluk. Vier dronken vrienden die van een feest op weg zijn naar huis en die een geintje willen uithalen: kijken wie het verst de duikplank op durft. De jongen die het verst durfde, is negentien jaar geworden. De oudste in het groepje was zijn grote broer.’

                ‘Verdomme zeg,’ zei Gjendem plichtmatig.

                Harry keek op zijn horloge alsof hij ergens heen moest.

                ‘Er moet nogal wat kracht op het touw hebben gestaan,’ zei Gjendem. ‘Het hoofd eraf gerukt. Heb je ooit zoiets gehoord?’

                ‘Tom Ketchum,’ zei Harry en hij dronk in één teug zijn koffie op en stond op.

                ‘Ketchup?’

                ‘Ketchum. Hole in the Wall-bende. In 1901 opgehangen in New Mexico. Een gewone galg, ze gebruikten alleen een iets te lang touw.’

                ‘Oei. Hoe lang dan?’

                ‘Iets meer dan twee meter.’