Harry deed zijn jas uit, gaf die aan de bewaker en spreidde zijn armen terwijl hij zich liet fouilleren.
‘Vijf minuten. Niet meer. Goed?’
Harry knikte.
‘We gaan met je mee naar binnen,’ zei de gevangenisbewaker, die zijn ogen niet kon afhouden van Harry’s lelijk gehavende wang.
Harry trok een wenkbrauw op.
‘Regels voor een civiel bezoek,’ zei de bewaker. ‘We hebben gehoord dat je ontslag hebt genomen als politieman.’
Harry trok zijn schouders op.
De man was uit bed gekomen en zat op een stoel bij het raam.
‘We hebben hem gevonden,’ zei Harry, die een stoel bijtrok. De bewaker bleef bij de deur staan, maar was wel binnen gehoorafstand. ‘Bedankt voor je hulp.’
‘Ik heb me gehouden aan mijn deel van de deal,’ zei de man. ‘Hoe zit het met jouw deel?’
‘Rakel wilde niet komen.’
De man vertrok geen spier in zijn gezicht, maar kromp in elkaar alsof er een ijskoude wind opstak.
‘We hebben een flesje in het medicijnkastje in de hut van de Aanbidder gevonden,’ zei Harry. ‘Ik heb gisteren een druppel van de inhoud laten analyseren. Ketamine. Hetzelfde spul dat hij bij zijn slachtoffers heeft gebruikt. Ken je die stof? Dodelijk bij een grote dosis.’
‘Waarom vertel je me dat?’
‘Ik heb er onlangs ook wat van binnengekregen. In zekere zin vond ik het wel prettig. Maar ik hou immers van allerlei soorten roezen. Dat weet je wel, ik heb je toch verteld over wat ik op de wc van het Landmarkcentrum in Hongkong deed.’
De Sneeuwman keek Harry aan. Keek behoedzaam naar de bewaker en toen weer naar Harry.
‘O ja,’ zei hij toonloos. ‘In die wc die het verst naar…’
‘Rechts zat,’ zei Harry. ‘Maar zoals ik al zei. Bedankt. Kijk niet in de spiegel.’
‘Insgelijks,’ zei de man, die een witte, knokige hand naar hem uitstak.
Harry keek er even naar. Toen pakte hij hem.
Toen de deur van de gang weer voor Harry werd opengedaan, draaide hij zich om en zag hij nog net de Sneeuwman naast de bewaker strompelen. Voor ze het toilet in verdwenen.
Hoofdstuk 94 ’
Glasnoedels
‘Hoi, Hole,’ zei Kaja, die glimlachend naar hem opkeek.
Ze zat op haar handen in een lage stoel bij de bar. Haar blik was intens, haar lippen waren bloedrood en haar wangen gloeiden. Hij besefte opeens dat hij haar nog niet eerder met make-up had gezien. En dat het niet waar was wat hij ooit in zijn naïviteit had geloofd: dat een knappe vrouw niet mooier kan worden van cosmetica. Ze droeg een simpele, zwarte jurk. Een korte halsketting van gebroken witte parels die op haar sleutelbeenderen rustte en die op en neer bewoog als ze ademhaalde en het licht reflecteerde.
‘Wacht je al lang?’ vroeg Harry.
‘Nee,’ zei ze en ze stond op voor hij kon gaan zitten, trok hem naar zich toe, legde haar hoofd tegen zijn schouder en hield hem vast. ‘Ik heb het alleen een beetje koud.’