Hij was met zijn vizier teruggegaan naar waar hij Kaja, Tony en Lene had gezien. Had gedraaid aan zijn optiek. Had voetzolen gezien. Drie paar.
Daarop had hij het geweer van zich af geworpen, was uit de auto gesprongen en was rond de krater gerend met zijn pistool voor zich. Hij had gerend en gebeden. Was op zijn knieën bij hen neergezakt. En hij wist al voor hij keek dat hij had verloren.
Harry deed de deur van zijn hotelkamer open. Liep naar de badkamer, haalde het natte verband rond zijn hoofd weg en bracht een nieuw aan dat hij bij de receptie had gekregen. De tijdelijke hechtingen hielden de wang bij elkaar, erger was het met zijn kaak. Zijn tas stond ingepakt naast zijn bed. De kleding die hij tijdens de reis zou dragen hing over de stoel. Hij haalde het pakje sigaretten uit zijn broekzak, liep het balkon op en ging in een van de plastic stoeltjes zitten. De kou verdoofde de pijn in zijn wang en kaak. Hij keek naar het zilveren wateroppervlak van het meer dat hij nooit van zijn leven zou terugzien.
Ze was dood. De loden kogel met een diameter van anderhalve centimeter was door haar rechteroog gegaan, had het rechterdeel van haar achterhoofd meegenomen, was samen met Tony Leikes grote, witte voortanden zijn schedel binnengedrongen, had een krater gemaakt in zijn achterhoofd en had alles verspreid over een gebied van honderd vierkante meter lavasteen.
Harry had moeten overgeven. Had groen slijm over hen gekotst en was achteruitgewankeld.
Hij trok twee sigaretten uit het pakje. Stak die tussen zijn lippen en voelde dat ze heen en weer sprongen tegen zijn klapperende tanden. Het vliegtuig vertrok over vier uur. Hij had Saul gevraagd hen naar het vliegveld te rijden. Harry was zo moe dat hij zijn ogen bijna niet kon openhouden, toch kon of wilde hij niet slapen. De eerste nacht hadden de geesten een bezoekverbod.
‘Marlon Brando,’ zei ze.
‘Wat?’ zei Harry. Hij stak de sigaretten aan en gaf er een aan haar.
‘Die machoacteur op wiens naam ik niet kon komen. Hij heeft immers de vrouwelijkste stem van allemaal. En ook een vrouwenmond. Is het je trouwens opgevallen dat hij lispelt? Je kunt het niet zo heel goed horen, maar het is wel zo, net als een hoge toon die het oor niet opmerkt als geluid, maar die wel door de hersenen wordt geregistreerd.’
‘Ik begrijp wat je bedoelt,’ zei Harry. Hij inhaleerde en keek haar aan.
Ze had onder het bloed, vleesresten, botsplinters en hersenmassa gezeten. Hij had veel tijd nodig gehad om die plastic strips die haar handen bij elkaar hielden door te snijden, zijn vingers luisterden gewoon niet. Toen ze eindelijk vrij was, was zij opgestaan terwijl hij op handen en voeten bleef zitten.
Hij had haar niet tegengehouden toen ze Tony bij zijn riem had gepakt en het lijk over de rand van de krater had gerold. Harry had geen geluid gehoord, alleen de wind die fluisterde. Hij zag haar staan en naar beneden kijken. Toen draaide ze zich naar hem om.
Hij knikte. Ze hoefde het niet uit te leggen. Zo moest het worden gedaan.
Ze had vragend naar het lijk van Lene Galtung geknikt. Maar Harry had zijn hoofd geschud. Hij had de afweging gemaakt. Het praktische tegenover het morele. De diplomatieke consequenties tegenover een moeder die een graf kreeg om naartoe te gaan. De waarheid tegenover een leugen die het leven misschien iets draaglijker maakte. Toen was hij overeind gekomen. Tilde Lene Galtung op, zakte bijna in elkaar onder het gewicht van het kleine, jonge meisje. Ging aan de rand van de krater staan, sloot zijn ogen, voelde het verlangen, zwaaide een ogenblik op zijn benen. En liet haar toen los. Hij deed zijn ogen open en keek haar na. Ze was al een puntje geworden. Toen werd ze opgeslokt door de rook.
‘Iedere dag verdwijnen er mensen in Congo,’ had Kaja gezegd terwijl Saul de berg af reed en Harry haar op de achterbank in zijn armen hield.