Toen voelde ze dat haar armen van achteren om haar lichaam werden getrokken en hard tegen haar zij werden gedrukt, het leek wel of de lucht uit haar longen werd geperst terwijl ze van de grond werd opgetild en ze hulpeloos met haar benen spartelde. Tony’s stem was dicht bij haar oor en klonk opgewekt: ‘Goed zo, Kaja. Passie. Je wilt leven. Ik zal ervoor zorgen dat zijn loon wordt ingehouden, dat beloof ik je.’
De liggende jongen voor haar krabbelde overeind en greep zijn wapen. De onverschilligheid was nu verdwenen, er blonk pure haat in zijn ogen.
Tony hield haar handen op haar rug en ze voelde dunne plastic strips rond haar polsen.
‘Zo,’ zei Tony. ‘Mag ik u vragen om Lenes en mijn getuige te zijn, juffrouw Solness?’
En nu – eindelijk – was het zover: de paniek. Die maakte haar hersenen leeg, maakte alles helder, schoon en akelig. Simpel. Ze gilde.
Hoofdstuk 89
De ceremonie
Kaja stond aan de rand en keek naar beneden. De opgewarmde lucht steeg omhoog en blies als hete lucht in haar gezicht. De giftige damp had haar al duizelig gemaakt, maar misschien kwam dat ook doordat de trillende warme lucht haar blik onscherp maakte, waardoor de lava daarbeneden in de afgrond in alle nuances van geel en rood trilde. Een pluk haar was voor haar gezicht gevallen, maar haar handen waren op haar rug samengebonden met plastic strips. Ze stond schouder aan schouder met Lene Galtung, die volgens Kaja een kalmeringsmiddel had gehad, want ze stond als een slaapwandelaar naar beneden te staren. Een in het wit geklede, levende dode met slechts kou en niemandsland in zichzelf. Een etalagepop in bruidskleding voor een raam bij een touwbaan.
Tony stond vlak achter hen. Ze voelde zijn hand tegen haar onderrug.
‘Neem je hem die naast je staat en beloof je hem lief te hebben, te eren en te respecteren zowel in goede als in slechte dagen…’ fluisterde hij.
Het was geen wreedheid, had hij uitgelegd. Het was alleen zo praktisch. Er zouden geen sporen van hen achterblijven. Nauwelijks vragen. In Congo verdwijnen iedere dag mensen.
‘Dan verklaar ik u hierbij man en vrouw.’
Kaja mompelde een gebed. Ze dacht dat het een gebed was. ‘…omdat het onmogelijk voor me is om samen te zijn met wie ik wil hebben.’
De woorden uit Evens afscheidsbrief.
Er reed een auto in een lage versnelling omhoog en een paar koplampen zwaaiden door de lucht. Aan de andere kant van de krater dook de Range Rover op.
‘Daar hebben we de anderen,’ zei Tony. ‘Zwaai even vaarwel naar ze, meisjes.’
Harry wist niet welk beeld hij had verwacht toen ze het plateau bij de krater op reden. Kinzonzi had verteld dat mister Tony, naast de meisjes, alleen de chauffeur bij zich had. En dat hij en mister Tony gewapend waren met een automatisch geweer.
Vlak voor de top had Harry Saul aangeboden uit te stappen, maar dat had hij afgeslagen: ‘Ik heb geen gezin, Harry. Misschien is het waar dat jij aan de goede kant staat. Bovendien heb je voor de hele dag betaald.’
Ze gleden een eindje door nadat Saul had geremd.
De koplampen beschenen de krater en het groepje van drie mensen dat bij de rand stond. Toen verdwenen de drie in een wolk, maar Harry had ze al gezien en zijn conclusie getrokken: één man met een geweer met een korte loop achter de drie personen. Een geparkeerde Range Rover. En geen tijd. Toen trok de wolk weer weg en Harry zag dat Tony en de andere man hun ogen beschermden tegen het licht en naar de auto keken, alsof ze iets verwachtten.