Home>>read Het Pantserhart free online

Het Pantserhart(3)

By:Jo Nesbo


                Haar vingers vonden de draad, die over haar onderlip hing. Ze trok er voorzichtig aan tot hij strak stond.

                Ze had spijt van alles wat ze niet had gedaan, dat was duidelijk. Maar als een onbaatzuchtig leven ertoe had geleid dat ze nu op een andere plaats zou zijn, dan zou ze dat liever hebben. Ze wilde gewoon leven. Wat voor leven dan ook. Zo simpel was het.

                Ze trok aan de draad.



                De naalden sprongen uit de punten. Ze waren zeven centimeter lang. Vier drongen aan beide kanten door haar wangen, drie door haar bijholtes, twee door haar neusgat en twee door haar kin. Eén naald doorboorde haar oorlelletje en één haar rechteroogbol. Twee naalden gingen door het achterste deel van haar gehemelte en kwamen in haar hersenen. Maar dat was niet de directe doodsoorzaak. Doordat de metalen bal in de weg zat, kon ze het bloed niet uitspugen dat uit de wonden haar mond in stroomde. In plaats daarvan liep het in haar luchtpijp naar haar longen, waar geen zuurstof meer uit het bloed gehaald kon worden, wat weer leidde tot een hartstilstand en wat de forensisch arts in zijn rapport een cerebrale hypoxie noemde, gebrek aan zuurstof in de hersenen. Met andere woorden: Borgny Stem-Myhre verdronk.





Hoofdstuk 2


                De verhelderende duisternis

                18 december



                De dagen zijn kort. Buiten is het nog steeds licht, maar hier in mijn knipselkamer heerst de eeuwige duisternis. In het licht van de werklamp zien de personen op de foto’s aan de muur er zo irritant blij en nietsvermoedend uit. Zo vol verwachting, alsof het vanzelfsprekend is dat ze het leven nog voor zich hebben, vol plannen en zonder verstoring, als een spiegelgladde zee van tijd. Ik heb de foto’s uit de krant geknipt, de tranentrekkende verhalen over de families die in shock zijn heb ik verscheurd net als de bloeddorstige details over de vondsten van de lijken. Ik heb alleen de onvermijdelijke foto’s bewaard die een familielid of een vriend aan een opdringerige journalist heeft gegeven. Een foto van toen ze op haar best was, toen ze lachte alsof ze onsterfelijk was.

                De politie weet niet veel. Nog niet. Maar ze zullen binnenkort meer hebben om aan te werken.

                Wat is het, waaraan ligt het, dat een mens een moordenaar wordt? Is het aangeboren, zit het in de genen, een erfelijke mogelijkheid die de een wel en de ander niet heeft? Of ontstaat het als een noodzaak, ontwikkeld door de ontmoeting met de wereld, een overlevingsstrategie, een levensreddende ziekte, een rationele gekte? Want net zoals koorts van het lichaam een manifestatie is van ziekte, is gekte een onontbeerlijk middel om je terug te trekken als je je wilt verschansen.

                Persoonlijk denk ik dat het vermogen tot moorden bij elk gezond mens fundamenteel aanwezig is. Ons bestaan is een strijd om materiële zaken, en degene die zijn naaste niet kan doden, heeft geen bestaansrecht. Iemand doden is slechts het onontkoombare bespoedigen. De dood maakt geen uitzondering en dat is goed, want leven is pijn en lijden. Zo bekeken is iedere moord een daad van barmhartigheid. Dat lijkt alleen niet zo als de zon je huid verwarmt, wanneer het water tot je lippen kabbelt, je bij iedere hartenklop je eigen levenslust voelt en je bereid bent te betalen met alles wat je in je leven verworven hebt: respect, aanzien en principes, als je nog maar wat tijd krijgt. Op dat moment moet je fors ingrijpen, voorbij dat verwarrende, verblindende licht. Naar die koude, verhelderende duisternis. Je moet de harde kern voelen. De waarheid. Want dat was wat ik moest vinden. Dat was wat ik vond. Dat maakt een mens tot een moordenaar.

                Hoe zit het met mijn eigen leven? Denk ik ook dat ik een ongestoorde spiegelgladde zee van tijd heb?

                Helemaal niet. Over niet al te lange tijd lig ik ook op de afvalhoop van de dood, samen met al die andere hoofdrolspelers van dit kleine drama. Maar in welk stadium van verrotting mijn lichaam ook mag verkeren, zelfs als er nog slechts een skelet over is, zal er een lach rond mijn mond spelen. Want dit is waar ik nu voor leef, mijn enige recht van bestaan, mijn mogelijkheid om gezuiverd te worden, bevrijd te worden van alle schaamte.