‘Maak dat je wegkomt!’ siste ze.
‘Naar hen?’ zei Harry, die naar de paparazzi knikte. ‘Mijn werk als politieman zit er bijna op, ik ga op reis. Ik kan wel wat geld gebruiken. Als een stylist twintigduizend kronen krijgt betaald als hij vertelt welke kleur haar Lene wilde hebben, hoeveel denk je dan dat je krijgt als je aan hen vertelt wie haar echte moeder is?’
De vrouw deed een stap naar voren, tilde haar rechterhand op alsof ze hem wilde slaan, maar toen kwamen de tranen, het woedende licht in haar ogen werd gedoofd en krachteloos zakte ze op een van de keukenstoelen. Harry vloekte in zichzelf, wist dat hij onnodig kwetsend was geweest. Maar de tijd stond geen respectvolle middelen toe.
‘Het spijt me,’ zei hij. ‘Maar ik probeer uw dochter te redden. En daarvoor heb ik uw hulp nodig. Begrijpt u?’
Hij legde een hand op de hare, maar die trok ze weg.
‘Hij is een moordenaar,’ zei Harry. ‘Maar dat maakt haar niets uit, toch? Ze zal het toch doen.’
‘Wat doen?’ snikte ze.
‘Hem tot het einde van de wereld volgen.’
Ze gaf geen antwoord, schudde slechts haar hoofd en huilde stilletjes.
Harry wachtte. Hij stond op, schonk een kop koffie in, scheurde een stuk keukenpapier af, legde dat voor haar op tafel, ging weer zitten en wachtte. Nam een slok. Wachtte.
‘Ik zei dat ze niet moest doen wat ik had gedaan,’ zei ze snikkend. ‘Ze moest niet verliefd worden op een man alleen maar omdat hij… omdat hij haar het gevoel gaf dat ze knap was. Knapper dan ze feitelijk was. Je denkt dat het een zegen is als dat gebeurt, maar het is een vloek.’
Harry wachtte.
‘Als je jezelf één keer in zijn ogen knap hebt zien worden, dan is het als… als tovenarij. En daarom blijf je. Je blijft voor altijd omdat je denkt dat je het nog een keer zult zien.’
Harry wachtte.
‘Ik ben opgegroeid in een woonwagen. We reisden rond, ik kon niet naar school. Toen ik acht jaar was, kwam de kinderbescherming en die heeft me meegenomen. Toen ik zestien was ben ik gaan schoonmaken bij de rederij van Galtung. Anders was verloofd toen hij me zwanger maakte. Hij had geen geld, dat had zij. Hij had geld geïnvesteerd in tankers, maar de markt kelderde en hij had geen keus. Hij stuurde me weg. Zij ontdekte het echter. En zij besloot dat ik het kind moest krijgen, dat ik in de huishouding kon werken en dat het meisje opgevoed zou worden als de dochter in huis. Zelf kon ze geen kinderen krijgen, dus Lene werd een soort adoptiefdochter. Ze hebben haar van me afgepakt. Ze vroegen wat voor opvoeding ik haar kon geven. Ik, als alleenstaande moeder, zonder opleiding, zonder iemand om me heen. Zou ik het echt op mijn geweten willen hebben om het kind de mogelijkheid op een goed leven te ontnemen? Ik was zo jong en bang, ik dacht dat ze gelijk hadden, dat dit het beste was.’
‘Niemand wist ervan?’
Ze pakte het keukenpapier en snoot haar neus. ‘Het is vreemd hoe makkelijk mensen om de tuin zijn te leiden als ze dat willen. Of, als ze zich niet om de tuin lieten leiden, het niet lieten merken. Het was niet zo belangrijk. Ik had gefungeerd als de baarmoeder voor de erfgenaam van Galtung, wat dan nog?’
‘Was dat alles?’
Ze trok haar schouders op. ‘Nee, ik had Lene immers. Ik zoogde haar, gaf haar eten, verschoonde haar luiers, sliep bij haar. Leerde haar praten, voedde haar op. Maar we wisten allemaal dat het tijdelijk was, dat ik haar op een dag moest loslaten.’