Home>>read Het Pantserhart free online

Het Pantserhart(277)

By:Jo Nesbo


                Sigurd Altman verhief zijn stem en Bellman kon zweren dat er tranen in zijn ogen stonden achter zijn brillenglazen.

                ‘Maar jullie hadden niet eens een spoor, jullie tastten in het duister. Dus ik moest doorgaan met hem van meer moorden te voorzien, hem met nieuwe namen uit de Håvasshytte onder druk zetten. Ik knipte foto’s van de slachtoffers uit de kranten en hing ze op aan de muur in de knipselkamer in de Kadok-fabriek, samen met de kopieën van de brieven die ik had geschreven op naam van de slachtoffers. Als Tony weer een persoon had vermoord, kwam er een brief van een nieuw persoon die beweerde dat hij de vorige brieven had verstuurd, dat hij wist dat Tony nu twee, drie of vier levens op zijn geweten had. En dat de prijs voor zijn stilzwijgen weer navenant was gestegen.’ Altman leunde naar voren, zijn stem klonk gekweld. ‘Ik deed het immers om jullie de kans te geven hem te pakken. Een moordenaar maakt fouten, of niet? Hoe meer moorden, hoe groter de kans dat hij gepakt wordt.’

                ‘En des te bedrevener hij wordt,’ zei Bellman. ‘En bedenk wel dat Tony geen groentje was op het gebied van geweld. Hij was zo lang huursoldaat in Afrika, dan moet je wel bloed aan je handen hebben. Net zoals jij dat hebt.’

                ‘Bloed aan mijn handen?’ schreeuwde Altman ineens woedend. ‘Ik heb bij Tony ingebroken en heb Elias Skog gebeld zodat jullie dat spoor via het telefoonregister konden vinden. Júllie hebben bloed aan jullie handen, omdat jullie je werk niet hebben gedaan! Hoeren als Adele en Mia, moordenaars als Tony. Om maar niet te spreken…’

                ‘Zwijg nu, Sigurd.’ Johan Krohn stond op. ‘We nemen even een pauze, goed?’

                Altman sloot zijn ogen, tilde zijn handen op en schudde zijn hoofd. ‘Ik ben oké, ik ben oké. Ik wil het achter de rug hebben.’

                Johan Krohn keek naar zijn cliënt, naar Bellman, en ging weer zitten.

                Altman haalde diep en bevend adem. Toen ging hij verder: ‘Na de derde moord of zo begreep Tony natuurlijk dat de volgende brief niet noodzakelijkerwijs van de persoon hoefde te komen voor wie de schrijver zich uitgaf. Toch ging hij door met hen te vermoorden, op steeds gruwelijker wijze. Het leek of hij me bang wilde maken, me uit de tent wilde lokken, me wilde laten zien dat hij in staat was alles en iedereen te vermoorden en mij ten slotte ook.’

                ‘Of hij wilde zich ontdoen van potentiële getuigen die hem en Adele hadden gezien,’ zei Bellman. ‘Hij wist dat er maar zeven personen in de Håvasshytte waren geweest, maar hij was niet in staat om achter de namen te komen.’

                Altman lachte. ‘Stel je voor! Ik wil wedden dat hij naar de Håvasshytte is gegaan om in het gastenboek te kijken. En dan vindt hij slechts de kantlijn van de uitgescheurde bladzijde. Tony Pony!’

                ‘Hoe zit het met jouw motief voor het doorgaan?’

                ‘Wat bedoel je?’ vroeg Altman, ineens op zijn hoede.

                ‘Je had natuurlijk op een veel eerder tijdstip in de zaak de politie een anonieme tip kunnen geven. Misschien wilde jij ook wel dat alle getuigen verdwenen?’

                Altman hield zijn hoofd scheef, zijn oor raakte bijna zijn schouder. ‘Zoals ik al zei, hoofdinspecteur, het kan moeilijk zijn om een duidelijk beeld te krijgen van alle redenen waarom je iets doet. Het onderbewuste wordt geleid door het overlevingsinstinct en is daarom vaak rationeler dan de bewuste gedachte. Misschien begreep mijn onderbewuste dat het ook voor mij veiliger was dat Tony alle getuigen uit de weg ruimde. Niemand zou kunnen navertellen dat ik daar ook was geweest of me ineens op straat kunnen herkennen. Maar op die vraag zullen we nooit antwoord krijgen.’



                Het knetterde en knapte in de kachel.