‘Hmm,’ knorde ze toen zijn vingers daar begonnen te masseren waarvan hij wist dat zij dat het prettigst vond. ‘Wat bedoel je met “wat jij wilt”?
‘Denk eens na. Wat denk je dat er zal gebeuren?’
Marit Olsen dacht na. Ze deed haar ogen dicht en voelde hoe zijn vingers rust en harmonie in haar lichaam masseerden. Ze had Rasmus ontmoet toen ze in Alta voor het arbeidsbureau werkte. Ze was uitgekozen om vertrouwenspersoon te worden en de vakbond had haar naar een cursus voor vertrouwenspersonen in het Sørmarka-cursus- sen conferentiecentrum gestuurd. Op de eerste avond was een lange, magere man met levendige, blauwe ogen onder een terugtrekkende haargrens naar haar toe gekomen. Hij sprak op een manier die haar deed denken aan die gedreven christelijke bekeerlingen op de jeugdclub in Alta. Alleen had hij het over politiek. Hij werkte op het hoofdsecretariaat van de Arbeiderparti, waar hij vertegenwoordigers in het parlement hielp met praktische administratieve opdrachten, reizen of de pers, en af en toe schreef hij ook een toespraak voor hen.
Rasmus had haar op een pilsje getrakteerd, gevraagd of ze wilde dansen, en na vier steeds rustiger evergreens met een steeds lichamelijker contact, had hij gevraagd of ze met hem mee wilde. Niet naar zijn kamer, maar naar zijn partij.
Toen ze weer thuis was, begon ze naar partijbijeenkomsten in Alta te gaan en ’s avonds hadden Rasmus en zij lange telefoongesprekken over wat ze hadden gedaan en gedacht die dag. Marit had het natuurlijk nooit hardop gezegd, maar af en toe vond ze dat dit de beste tijd was die ze samen hadden gehad, toen ze honderden kilometers van elkaar vandaan waren. Toen had het nominatiecomité gebeld en haar op een lijst gezet, en ineens was ze gekozen in het gemeentebestuur van Alta. Twee jaar later was ze vicevoorzitter van de Alta ap, het jaar daarna zat ze in het bestuur van de provinciale partij en toen was er opnieuw een telefoontje geweest en deze keer stond ze op de verkiezingslijst voor het Storting.
En nu had ze een heel klein kantoortje in het Storting, een medewerker die haar hielp met haar redevoeringen en een toekomst waarin ze de ladder steeds hoger kon beklimmen als alles liep volgens plan. En als ze geen blunders maakte.
‘Ze zullen een politieman aanstellen om op me te letten,’ zei ze. ‘En de pers zal willen weten waarom een volksvertegenwoordiger van wie niemand ooit heeft gehoord, op kosten van de belastingbetaler rondloopt met een indrukwekkende bodyguard. En als ze ontdekken waarom dat is, dat ze gelóóft dat ze wordt gevolgd in het park, zullen ze schrijven dat met een dergelijke reden alle vrouwen op kosten van de staat in Oslo wel politiebewaking kunnen vragen. Ik wil geen lijfwacht. Laat maar zitten.’
Rasmus lachte geluidloos en gebruikte zijn vingers om haar tot een slotstuk te masseren.
De wind blies genadeloos door de kale bomen in het Frognerpark. Een eend met zijn kop tussen zijn veren dreef op het nachtzwarte wateroppervlak. In het Frognerbad plakten rottende bladeren aan de tegels van de lege baden. De plek leek voor eeuwig verlaten, een vergeten wereld. In het diepe bad maakte de wind een monotoon, huilend geluid onder de tien meter hoge witte duiktoren, die zich als een galg tegen de nachthemel aftekende.
Hoofdstuk 8
Snow Patrøl
Het was drie uur in de middag toen Harry wakker werd. Hij maakte zijn tas open, trok er een set schone kleding uit, vond een wollen jas in de kast en ging naar buiten. De motregen wekte hem voldoende om hem er tamelijk nuchter uit te laten zien toen hij de bruine, rokerige zaal van restaurant Schrøder binnen stapte. Zijn vaste tafel was bezet, dus ging hij aan het tafeltje onder de televisie zitten.
Hij keek rond. Hij zag boven bierglazen een paar gezichten die hij nog niet eerder had gezien, verder had de tijd hier stilgestaan. Nina kwam met een witte beker en een kan koffie voor hem aangelopen.
‘Harry,’ zei ze. Niet als een begroeting, maar om een bevestiging te krijgen dat hij het echt was.