Home>>read Getuige free online

Getuige(99)

By:Lars Kepler


In de verte blaft een hond en daarna hoort ze een langzaam, knarsend geluid tussen het glas in de grote container.

Flora rent weg uit de milieustraat, loopt een stukje met bonzend hart en een hevige ademhaling. De gewonde vinger schrijnt. Ze kijkt om zich heen en denkt dat er zich een spook onder de glasscherven verborgen hield.

Ik zie het dode meisje als kind, denkt ze. Miranda achtervolgt me omdat ze me iets wil laten zien, ze laat me niet met rust omdat ik haar met mijn seances heb opgeroepen.

Flora zuigt bloed van haar vingertoppen en fantaseert erover hoe het meisje haar hand probeerde te grijpen en vast te houden.

‘Er was iemand die alles heeft gezien,’ denkt ze dat het meisje zou sissen. ‘Er mochten geen getuigen zijn, maar die zijn er wel...’

Flora versnelt haar pas weer, kijkt over haar schouder en slaakt een kreet als ze tegen een man op botst die glimlacht en ‘oeps’ mompelt als ze zich verder haast.





113


Joona loopt snel de portiekdeur van Wollmar Yxkullsgatan 9 door. Hij rent de trap naar de bovenste verdieping op en belt aan bij de enige deur. Zijn hartslag bedaart terwijl hij wacht. Op het vastgeschroefde messing bordje staat de naam Horáčková gegraveerd en op een stukje tape er vlak boven staat Lundhagen. Hij klopt hard, maar hoort niets vanuit de flat. Hij doet de brievenbus open en kijkt naar binnen. Het is donker, maar hij kan wel zien dat de halvloer is bedekt met post en reclamefolders. Hij belt weer aan, wacht even en draait dan het nummer van Anja.

‘Kun je Tobias Horáčková opzoeken?’

‘Die bestaat niet,’ zegt ze na een paar seconden.

‘Horáčková aan Wollmar Yxkullsgatan 9.’

‘Ja, Viktoriya Horáčková,’ antwoordt ze en ze blijft typen.

‘Bestaat er een Tobias Lundhagen?’ vraagt Joona.

‘Ik moet wel even zeggen dat Viktoriya Horáčková de dochter van een Tsjechische diplomaat is.’

‘Bestaat er een Tobias Lundhagen?’

‘Ja, die woont daar, of als onderhuurder of als inwonende.’

‘Bedankt.’

‘Joona, wacht,’ haast Anja zich te zeggen.

‘Ja.’

‘Drie kleine details... zonder huiszoekingsbevel kun je niet naar binnen gaan in een appartement van een diplomaat...’

‘Dat is een detail,’ zegt hij.

‘Over vijfentwintig minuten heb je een afspraak met Intern Onderzoek.’

‘Ik heb geen tijd.’

‘En om halfvijf heb je een afspraak met Carlos.’



*



Joona zit roerloos en met rechte rug in een leunstoel bij de afdeling Politiezaken van het Openbaar Ministerie. Het hoofd van Intern Onderzoek leest het verslag van het eerste verhoor met Joona monotoon voor en geeft het papier dan aan hem, zodat hij het kan goedkeuren en ondertekenen.

Mikael Båge haalt zijn neus op, overhandigt het papier aan eerste secretaris Helene Fiorine en gaat dan verder met het voorlezen van het gehele verslag van het getuigenverhoor met Göran Stone van de veiligheidsdienst.



Drie uur later loopt Joona over de brug Kungsbron naar het hoofdbureau van de politie even verderop. Hij neemt de lift naar de achtste verdieping, klopt aan bij de werkkamer van Carlos Eliasson en neemt plaats aan de tafel waar zijn collega’s Petter Näslund, Benny Rubin en Magdalena Ronander al zitten te wachten.

‘Joona, ik ben best een redelijk mens, maar nu is de maat echt vol,’ zegt Carlos terwijl hij zijn paradijsvissen voert.

‘De me,’ zegt Petter grijnzend.

Magdalena zit stil met haar blik op de tafel gericht.

‘Bied je excuses aan,’ zegt Carlos.

‘Omdat ik het leven van een jongetje probeer te redden?’ vraagt Joona.

‘Nee, omdat je weet dat je het verkeerd hebt aangepakt.’

‘Het spijt me,’ zegt Joona.

Petter giechelt en er staat zweet op zijn voorhoofd.

‘Ik ga je op non-actief stellen,’ gaat Carlos verder. ‘Tot het interne onderzoek voorbij is, heb je geen taken meer.’

‘Wie neemt het van me over?’ vraagt Joona.

‘Het vooronderzoek naar de moorden op de Birgittagården heeft geen prioriteit meer en zal naar alle waar...’

‘Vicky Bennet leeft,’ valt Joona hem in de rede.

‘En naar alle waarschijnlijkheid,’ gaat Carlos verder, ‘zal de officier van justitie morgenmiddag al besluiten het hele onderzoek te beëindigen.’

‘Ze leeft.’

‘Kom op man,’ zegt Benny, ‘ik heb de film zelf gezien en...’

Carlos maant hem met een handgebaar tot zwijgen en zegt vervolgens: ‘Niets wijst erop dat Vicky en de jongen op de film van de bewakingscamera van die benzinepomp staan.’

‘Eergisteren heeft ze een bericht ingesproken op de voicemail van haar moeders telefoon,’ zegt Joona.