Home>>read Getuige free online

Getuige(75)

By:Lars Kepler


Flora pakt een ongebleekt filterzakje, vouwt de randen om, doet het in het koffiezetapparaat en als ze kleverige voetstappen achter zich hoort, schrikt ze zo dat ze naar adem hapt.

Ze draait zich om en ziet Ewa in een blauw t-shirt en onderbroek in de deur van haar slaapkamer staan.

‘Wat is er?’ vraagt ze als ze Flora’s gezicht ziet. ‘Heb je zitten janken?’

‘Ik... ik moet het weten... want volgens mij heb ik een spook gezien,’ zegt Flora. ‘Heb jij haar ook gezien? Hier in huis. Een klein meisje...’

‘Wat is er mis met jou, Flora?’

Ze draait zich om en wil de woonkamer in gaan, maar Flora legt haar hand op Ewa’s stevige arm en houdt haar tegen.

‘Maar het was echt, ik zweer het... iemand heeft haar geslagen met een steen, hier achter op...’

‘Je zweert het,’ valt Ewa haar scherp in de rede.

‘Ik... Kunnen spoken niet echt bestaan?’

Ewa pakt Flora’s oor, houdt het stevig vast en trekt haar naar zich toe.

‘Ik begrijp niet waarom je zo graag liegt, maar dat doe je,’ zegt Ewa. ‘Dat heb je altijd al gedaan en dat zal...’

‘Maar ik zag...’

‘Hou je kop,’ sist Ewa en ze draait Flora’s oor om.

‘Au...’

‘Maar dat accepteren we hier niet,’ zegt ze en ze draait nog harder aan Flora’s oor.

‘Hou op, alsjeblieft... au.’

Ewa draait nog een stukje verder en laat dan los. Flora blijft met tranen in haar ogen staan en houdt haar hand voor het schrijnende oor terwijl Ewa naar de badkamer loopt. Na een poosje drukt ze het koffiezetapparaat aan en loopt terug naar haar kamer. Ze trekt de deur achter zich dicht, knipt de lamp aan en gaat op bed zitten huilen.

Ze is er altijd van uitgegaan dat alle spiritistische mediums alleen maar doen alsof ze geesten zien.

‘Ik begrijp er niks van,’ mompelt ze.

Stel dat ze echt spoken heeft opgeroepen door haar seances? Misschien maakte het helemaal niets uit dat ze er zelf niet in geloofde. Toen ze met de deelnemers een cirkel vormde en ze opriep, heeft ze de deur naar gene zijde geopend en degenen die buiten stonden te wachten konden opeens zo naar binnen.

Want ik heb echt een spook gezien, denkt ze.

Ik heb het dode meisje als kind gezien.

Miranda wilde me iets laten zien.

Het is niet onmogelijk, die dingen kunnen gebeuren. Ze heeft erover gelezen, dat de energie van dode mensen niet verdwijnt. Er zijn veel mensen die hebben beweerd dat spoken bestaan zonder dat ze voor gek werden verklaard.

Flora probeert haar gedachten te ordenen en door te nemen wat er de afgelopen dagen is gebeurd.

Het meisje is bij me gekomen in een droom, denkt ze. Ik heb van haar gedroomd, dat weet ik, maar toen ik haar in de gang zag, was ik wakker, dat was echt. Ik zag haar voor me staan, ik hoorde haar praten, ik voelde haar aanwezigheid.

Flora gaat op bed liggen, doet haar ogen dicht en bedenkt dat ze misschien buiten kennis is geraakt toen ze viel en met haar hoofd tegen de vloer klapte.

Er lag een spijkerbroek tussen de wc-pot en het bad.

Ik werd bang, liep achteruit en viel.

Een plotse opluchting vervult haar als ze beseft dat ze ook die eerste keer misschien heeft gedroomd.

Ze moet bewusteloos op de grond hebben gelegen en hebben gedroomd over een spook.

Zo moet het gegaan zijn.

Ze sluit haar ogen en glimlacht bij zichzelf als ze plotseling een vreemde lucht in de kamer bespeurt, als van verbrand haar.

Ze gaat rechtop zitten en krijgt kippenvel op haar armen als ze ziet dat er iets onder haar kussen ligt. Ze draait het bedlampje en slaat het kussen terug. Op het witte onderlaken ligt de grote, scherpe steen.

‘Waarom doe je je ogen niet dicht?’ vraagt een hoge stem.

Het meisje staat achter het bedlampje in het donker en kijkt ademloos naar haar. Haar haar is kleverig en zwart van opgedroogd bloed. Het licht van de lamp verblindt Flora, maar ze ziet dat de slanke armen van het meisje grijs zijn en onder de dode huid zijn de bruine aderen zichtbaar als een roestig netwerk.

‘Je mag niet naar me kijken,’ zegt het meisje hard en ze doet de lamp uit.

Het is pikkedonker en Flora valt van het bed. Lichtblauwe vlekken bewegen voor haar ogen. De lamp valt op de grond, het beddengoed ritselt en over de vloer, de muren en het plafond klinkt vlug getrippel van blote voeten. Flora kruipt weg en komt overeind, zoekt op de tast de deur en struikelt de gang in. Ze weet te voorkomen dat ze gilt, ze jammert alleen zachtjes, probeert rustig te blijven, loopt naar de hal en zoekt steun bij de muur om niet te vallen. Hijgend pakt ze de telefoon op het gangtafeltje, maar laat hem op de grond vallen. Ze zakt op haar knieën en belt de politie.





81


Robert was binnengekomen en had Elin op haar knieën naast de versplinterde vitrinekast gevonden.

‘Elin, wat is er gebeurd?’