Home>>read Getuige free online

Getuige(52)

By:Lars Kepler


‘De politie denkt dat Vicky Miranda heeft doodgeslagen,’ zegt Caroline.

‘Wat ontzettend dom,’ mompelt Almira.

‘Ik ken haar niet, niemand van ons kent haar,’ zegt Indie.

‘Hou op.’

‘Stel dat ze hiernaartoe komt om...’

‘Sst,’ kapt Tuula haar af.

Ze komt overeind en staat uiterst gespannen in het duister te staren.

‘Hoorden jullie dat?’ zegt ze en ze draait zich om naar Caroline en Almira.

‘Nee,’ zucht Indie.

‘Straks zijn we dood,’ fluistert Tuula.

‘Jij bent zó ziek, kutkind,’ zegt Caroline, maar ze kan een glimlachje niet onderdrukken.

Ze grijpt Tuula’s hand en trekt haar naar zich toe, op haar schoot, ze streelt haar.

‘Je hoeft niet bang te zijn, er gebeurt helemaal niets,’ troost Caroline.





56


Caroline wordt wakker op de bank. Het laatste restje van het vuur flikkert langzaam in de open haard. Een zachte warmte straalt haar tegemoet. Ze komt overeind en kijkt om zich heen in de donkere woonkamer en eetkamer. Ze begrijpt dat ze op de bank in slaap is gevallen en dat iedereen naar bed is gegaan en haar heeft laten liggen.

Caroline staat op, loopt naar een van de grote ramen en kijkt naar buiten. Achter de zwarte vissershutjes ziet ze het water. Alles is rustig. Boven de zee schijnt de maan achter wat sluierwolken.

Ze opent de krakende grenen deur en voelt de koele lucht van de gang langs haar gezicht strijken. Achter haar kraken de houten meubels. Het duister in de gang is compact en ze heeft niet meer dan een vaag vermoeden waar de deuren van de kamers van de andere meiden zijn. Caroline doet een stap de duisternis in. De vloer is ijskoud. Plotseling meent ze iets te horen, een zucht of gekreun.

Het komt van de wc.

Ze loopt er voorzichtig, met bonzend hart, naartoe. De deur staat op een kier. Daarbinnen is iemand. Weer klinkt het vreemde geluid.

Caroline kijkt voorzichtig door de smalle spleet.

Nina zit op de wc-pot met haar benen wijd en een onverschillige uitdrukking op haar gezicht. Op zijn knieën voor haar zit een man met zijn gezicht tussen haar dijen. Ze heeft haar pyjamajasje omhooggetrokken zodat hij met een hand aan haar borst kan zitten terwijl hij haar likt.

‘Nu moet je ophouden,’ zegt Nina met zware stem.

‘Oké,’ antwoordt hij en hij staat vlug op.

Als hij wc-papier pakt om zijn mond af te vegen, ziet Caroline dat het de bewaker is.

‘Geef me het geld,’ zegt Nina terwijl ze haar hand uitsteekt.

De bewaker begint in zijn zakken te rommelen.

‘Shit, ik heb maar tachtig kronen,’ zegt hij.

‘Maar je zei vijfhonderd.’

‘Kan ik het helpen? Ik heb maar tachtig.’

Nina zucht en pakt het geld aan.

Caroline loopt snel langs de deur en glipt het koude kamertje binnen dat zij toebedeeld heeft gekregen. Ze sluit de deur en knipt de plafondlamp aan. Ze ziet zichzelf weerspiegeld in de zwarte ruit, begrijpt dat ze van buitenaf volledig zichtbaar is en loopt naar het raam om vlug het rolgordijn naar beneden te trekken. Voor het eerst in zeer lange tijd is ze bang in het donker.

Met onbehagen denkt ze terug aan Tuula’s lichte ogen toen ze het over verschillende seriemoordenaars had. De kleine Tuula was opgefokt en wilde de anderen bang maken door te beweren dat Vicky hen hierheen was gevolgd.

Caroline besluit het tandenpoetsen te laten zitten. Niets krijgt haar de lange, zwarte gang weer in.

Ze verplaatst de stoel naar de deur en probeert de rugleuning onder de deurkruk te schuiven. Het lukt niet. Ze pakt een stapel tijdschriften en legt ze met trillende handen onder de stoelpoten op de grond, zodat de rugleuning de deurkruk omhoogduwt.

Ze meent iemand vlak achter haar deur door de gang te horen sluipen, richt haar blik op het sleutelgat en voelt de rillingen over haar rug omhoogkruipen.

Plotseling klinkt er een knal achter haar. Het rolgordijn schiet omhoog en rolt zich ratelend op.

‘Jezus,’ zucht ze terwijl ze het gordijn weer naar beneden trekt.

Ze blijft roerloos in de stille kamer staan luisteren. Dan knipt ze het plafondlicht uit en stapt vlug in bed, trekt het dekbed om zich heen en wacht tot de lakens warm worden.

Ze ligt doodstil door het duister naar de deurkruk te staren en denkt weer aan Vicky Bennet. Ze leek zo verlegen en behoedzaam. Caroline denkt niet dat ze die vreselijke dingen heeft gedaan, ze kan het gewoon niet geloven. Voordat ze haar gedachten in een andere richting weet te dwingen, ziet ze Miranda’s verbrijzelde hoofd weer voor zich en het bloed dat van het plafond drupte.

Opeens hoort ze voorzichtige voetstappen in de gang. Ze verstommen, lopen weer door en stoppen precies voor haar deur. Door het vibrerende duister ziet Caroline dat iemand de deurkruk naar beneden probeert te drukken. Hij stuit op de rugleuning. Caroline doet haar ogen dicht en houdt haar handen voor haar oren en bidt tot God die alle kinderen liefheeft.