Home>>read Getuige free online

Getuige(51)

By:Lars Kepler


‘Wat is er gebeurd?’

‘Ze is ons te lijf gegaan met een kapotte fles. Ik wist niet dat een mens zo woest kon worden, ze hield maar niet op. Ik raakte buiten bewustzijn, kwam weer bij en lag daar maar. Ik voelde de slagen met het kapotte glas, de stoten, de stukken die inwendig afbraken en ik begreep dat ik geen gezicht meer had.’





55


De gemeente Sundsvall onderhandelde met zorgonderneming Orre en moest duur betalen om de ontstane situatie op te lossen. De meisjes van de Birgittagården werden van het Ibis hotel overgebracht naar het dorpje Hårte voor tijdelijke opvang.

Hårte is een oud vissersplaatsje zonder kerk. De school werd bijna honderd jaar geleden opgeheven, de ijzermijn gesloten en de supermarkt ging dicht toen de eigenaren te oud werden. Maar ’s zomers leeft het vissersdorpje met zijn maagdelijk witte zandstranden aan de Jungfrukust op.

De zes meisjes zullen de komende maanden in de voormalige dorpswinkel wonen, een ruim huis met een grote serre, gelegen op het punt waar de smalle weg die het dorp in voert zich splitst als een slangentong.

Ze hebben net warm gegeten en een paar meisjes zijn blijven hangen in de eetkamer en bekijken de nevelblauwe zee. In de grote woonkamer zit Solveig Sundström van internaat de Sävstagården met haar breiwerk voor de knetterende open haard.

Van de woonkamer leidt een koude gang naar een kleine keuken. Daar is een bewaker zo gaan zitten dat hij de hal en de voordeur in de gaten kan houden en tegelijkertijd door het raam over het gazon en de weg kan uitkijken.

Lu Chu en Nina zoeken in de provisiekast naar chips, maar ze moeten genoegen nemen met een pak Frosties.

‘Wat doe je als de moordenaar komt?’ vraagt Lu Chu.

Er gaat een schokje door de getatoeëerde hand die op tafel ligt en de bewaker glimlacht stijfjes naar haar.

‘Jullie kunnen je veilig voelen.’

Het is een man van in de vijftig met een kaalgeschoren hoofd en een strenge sik van zijn onderlip naar de punt van zijn kin. Onder de donkerblauwe trui met het embleem van de bewakingsfirma tekent zijn gespierde lichaam zich af.

Lu Chu antwoordt niet, kijkt hem alleen maar aan terwijl ze de Frosties in haar mond stopt en luidruchtig kauwt. Nina zoekt in de koelkast en haalt er een pakje gerookte ham en een pot mosterd uit.

Aan de andere kant van het huis, rond de eettafel in de serre, zitten Caroline, Indie, Tuula en Almira te kwartetten.

‘Mag ik al je boeren?’ vraagt Indie.

‘Heb ik niet,’ giechelt Almira.

Indie pakt een kaart uit de pot en kijkt er tevreden naar.

‘Ted Bundy was net een slager,’ zegt Tuula zacht.

‘Waar heb je het over,’ zucht Caroline.

‘Hij liep van de ene kamer naar de andere en knuppelde de meisjes neer als jonge zeehondjes. Eerst Lisa en Margaret en toen...’

‘Hou je kop,’ schatert Almira.

Tuula glimlacht met gebogen hoofd en Caroline huivert onwillekeurig.

‘Wat doet dat wijf hier in foksnaam?’ vraagt Indie hardop.

De vrouw bij de open haard kijkt op en gaat dan door met breien.

‘Zullen we verder spelen?’ vraagt Tuula ongeduldig.

‘Wie is er aan de beurt?’

‘Ik,’ zegt Indie.

‘Jezus, wat speel jij vals,’ lacht Caroline.

‘Mijn mobiel is helemaal dood,’ zegt Almira. ‘Ik had hem in mijn kamer aan de oplader gelegd en nu...’

‘Zal ik ernaar kijken?’ vraagt Indie.

Ze peutert het klepje aan de achterkant van de telefoon los, haalt de batterij eruit en stopt hem weer terug, maar er gebeurt niets.

‘Vreemd,’ mompelt ze.

‘Laat maar,’ zegt Almira.

Indie haalt de batterij er opnieuw uit.

‘Er zit geeneens een simkaart in!’

‘Tuula,’ zegt Almira streng. ‘Heb jij mijn simkaart eruit gehaald?’

‘Weet ik niet,’ antwoordt het meisje nors.

‘Ik heb hem nodig – snap je dat?’

De vrouw heeft haar breiwerk neergelegd en komt de eetkamer binnen.

‘Wat is er aan de hand?’ vraagt ze.

‘We lossen dit zelf op,’ antwoordt Caroline rustig.

Tuula perst sip haar lippen op elkaar.

‘Ik heb niets gepakt,’ piept ze.

‘Mijn simkaart is weg,’ zegt Almira luid.

‘Dat betekent nog niet dat zij hem heeft,’ zegt de vrouw verontwaardigd.

‘Almira zegt dat ze me gaat slaan,’ zegt Tuula.

‘Ik tolereer geen enkele vorm van geweld,’ verklaart de vrouw en ze keert terug naar haar breiwerk.

‘Tuula,’ zegt Almira gedempt. ‘Ik moet echt kunnen bellen.’

‘Dat wordt dan lastig,’ glimlacht Tuula terug.

Het bos aan de overkant van de baai wordt steeds zwarter en dan wordt ook de hemel donker terwijl het water nog steeds glinstert als vloeiend lood.