Home>>read Getuige free online

Getuige(48)

By:Lars Kepler


Elin loopt de slaapkamer in en blijft dan staan met haar blik op het grote bed.

‘Zeg dat je naar me verlangt,’ fluistert ze.

‘Welterusten, Elin.’

‘Je kunt het appartement in Broome Street krijgen als je wilt.’

‘Dat wil ik niet, jij bent degene die van New York houdt.’

‘De politie denkt dat Vicky twee mensen heeft vermoord.’

‘Onze Vicky?’

Haar lippen beginnen te trillen en tranen wellen op in haar ogen.

‘Ja... ze waren hier om naar haar te vragen.’

‘Wat erg,’ zegt hij zacht.

‘Kun je niet hierheen komen, ik heb je nodig... je kunt Norah meebrengen als je wilt, ik ben niet jaloers.’

‘Elin... ik kom niet naar Stockholm.’

‘Sorry dat ik je heb gebeld,’ zegt Elin en ze beëindigt het gesprek.





52


Hoog op Kungsbron 21 zit de afdeling Politiezaken van het Openbaar Ministerie en het bureau Intern Onderzoek van het Zweedse Korps Landelijke Politiediensten. Joona zit in een klein kantoortje samen met Mikael Båge, hoofd Intern Onderzoek en eerste secretaris Helene Fiorine.

‘Op genoemd tijdstip deed de veiligheidsdienst Säpo een inval bij de Brigade, een links-extremistische groepering,’ zegt Båge en hij schraapt zijn keel. ‘De aanklacht luidt dat commissaris Linna van de rijksrecherche zich op genoemd adres zou hebben bevonden tijdens of kort voor...’

‘Dat klopt,’ antwoordt Joona en hij kijkt door het raam naar buiten, naar de treinsporen en het water van de Barnhusviken.

Helene Fiorine legt haar pen en notitieblok neer, ziet er opgelaten uit en maakt een soort smekend gebaar.

‘Joona, ik moet je vragen om het interne onderzoek serieus te nemen,’ zegt ze.

‘Dat doe ik,’ antwoordt hij afwezig.

Ze kijkt iets te lang in zijn zilvergrijze ogen, knikt dan snel en pakt haar pen weer.

‘Voordat we afronden,’ zegt Mikael Båge terwijl hij langdurig in zijn oor peutert, ‘moet ik de hoofdverdenking van het interne onderzoek aan de orde stellen, die tegen jou gericht is...’

‘Er kan natuurlijk sprake zijn van een misverstand,’ verklaart Helene vlug. ‘Dat de onderzoeken elkaar op een ongelukkige manier hebben gekruist.’

‘Maar in de aangifte aan jouw adres,’ vervolgt Båge en hij kijkt naar zijn vinger, ‘wordt gezegd dat de inval van de Säpo is mislukt omdat jij de harde kern had gewaarschuwd.’

‘Ja, dat klopt,’ antwoordt Joona.

Helene Fiorine staat op van haar stoel en weet niet wat ze moet zeggen; ze staat daar maar en kijkt Joona met een verdrietige blik aan.

‘Je hebt de groep gewaarschuwd voor de inval?’ vraagt Båge glimlachend.

‘De jongelui waren onvolwassen,’ zegt hij, ‘maar niet gevaarlijk en niet...’

‘De Säpo was een andere mening toegedaan,’ valt Båge hem in de rede.

‘Ja,’ antwoordt Joona rustig.

‘We beëindigen het inleidende verhoor,’ zegt Helene Fiorine en ze raapt haar papieren bij elkaar.





53


Het is al halfvijf als Joona Tumba passeert, waar hij ooit een drievoudige moord in een rijtjeshuis heeft onderzocht.

Op de stoel naast hem ligt de lijst met de verblijfplaatsen van Vicky Bennet door de jaren heen. Het laatste adres is de Birgittagården en het eerste Strandvägen 47.

Ze moet met een van al die mensen bij wie ze verbleef hebben gepraat. Ze moet iemand in vertrouwen hebben genomen, genoemd hebben dat ze ergens vrienden had.

Het enige wat Elin Frank over Vicky wist te vertellen, was dat ze schattig en lief was.

Schattig en lief, denkt Joona.

Voor de rijke familie Frank was Vicky een verwaarloosd kind, een kind dat hulp nodig had, voor wie je barmhartig bent.

Het ging om liefdadigheid.

Maar voor Vicky was Elin de eerste moederfiguur na haar eigen moeder.

Het bestaan op de Strandvägen moet heel anders zijn geweest. Zonder kou en op gezette tijden te eten. Ze sliep in een bed en droeg mooie kleren. De tijd bij Elin en Jack zou voor haar jarenlang een speciale glans behouden.

Joona geeft richting aan en gaat naar de linkerrijstrook.

Hij heeft de lijst bestudeerd en besloten deze keer onderaan te beginnen. Vóór de Birgittagården zat ze in jeugdzorginternaat de Ljungbacken en daarvoor twee weken bij de familie Arnander-Johansson in Katrineholm.

Weer ziet hij voor zich hoe de Naald en Frippe met veel moeite Miranda’s handen van haar gezicht hadden gehaald. Ze hadden geworsteld met de verstijfde armen. De dode leek tegen te werken, alsof ze niet wilde, alsof ze zich schaamde.

Maar haar gezicht was rustig en wit als parelmoer geweest.

Ze had met het dekbed om zich heen gezeten toen ze met een grote steen werd geslagen, aldus de Naald. Zes of zeven keer, als Joona de bloedspetters goed had geïnterpreteerd.