Home>>read Getuige free online

Getuige(44)

By:Lars Kepler


‘Voordat ik antwoord geef, moet ik zeggen dat er per jaar meer dan vijftienduizend kinderen ergens geplaatst worden,’ begint Anja. ‘Toen de politiek private deelnemers toeliet in het veld, noemden ze dat hervorming van de gezondheidszorg. Nu zijn de tehuizen bijna uitsluitend in handen van beheerders van risicokapitaal. Het is net als vroeger bij de plaatsing van weeskinderen, de pleegouders die het minste geld vragen, krijgen de zorg... Er wordt bezuinigd op personeel, op onderwijs, op therapie en de tandarts om geld uit te sparen...’

‘Ik weet het,’ zegt Joona. ‘Maar Vicky Bennet...’

‘Mijn idee is om te proberen de laatste plaatsingsconsulent te pakken te krijgen.’

‘Zou je dat kunnen doen?’ vraagt Joona.

Ze glimlacht inschikkelijk en houdt haar hoofd schuin.

‘Dat heb ik al gedaan, Joona Linna...’

‘Je bent geweldig,’ zegt Joona ernstig.

‘Ik doe alles voor je.’

‘Dat verdien ik niet,’ glimlacht Joona.

‘Nee, daar heb je gelijk in,’ zegt ze terwijl ze de kamer uit loopt.

Hij blijft even zitten, staat dan op, loopt de gang in, klopt en opent Anja’s deur.

‘De adressen,’ zegt ze en ze wijst op een stapel papier in de printer.

‘Dank je.’

‘Toen de plaatsingsconsulent mijn naam hoorde, zei hij dat Zweden ooit een fantastische zwemster op de vlinderslag had die ook zo heette,’ zegt ze blozend.

‘Je hebt toch wel gezegd dat jij dat was?’

‘Nee, maar hij vertelde in elk geval dat Vicky Bennet pas in het bevolkingsregister opdook toen ze zes jaar oud was. Haar moeder Susie was dakloos en heeft haar blijkbaar buiten de instanties om gebaard. Toen de moeder werd opgenomen in een psychiatrische inrichting, is Vicky bij twee pleegouders hier in Stockholm geplaatst.’

Joona houdt de warme lijst in zijn handen, ziet data en plaatsingen, rijen namen en adressen, van de eerste pleegouders Jack en Elin Frank aan Strandvägen 47 tot aan jeugdzorginternaten de Ljungbacken in Uddevalla en de Birgittagården in Sundsvall. Op meerdere plekken staat een notitie dat het kind heeft gevraagd om terug te mogen naar haar eerste pleegouders.

‘Het kind vraagt te mogen terugkeren naar de familie Frank, maar de familie reageert afwijzend,’ luidt het zakelijke, steeds terugkerende commentaar.

Op het laatst woont Vicky Bennet niet meer bij gezinnen. Alleen in instellingen. Acute opvang, ter observatie, behandelcentra en internaten.

Hij denkt aan de bebloede hamer onder het kussen en het bloed op de vensterbank.

Het verbeten, smalle gezicht op de foto en de blonde, warrige lokken.

‘Kun je uitzoeken of Jack en Elin Frank nog op dat adres wonen?’

Anja’s gezicht glimt van genoegen als ze met getuite lippen zegt: ‘Lees de bladen, dan blijf je op de hoogte.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Elin Frank en Jack zijn gescheiden, maar zij heeft het huis gehouden... het is immers haar geld.’

‘Zijn het beroemdheden?’ vraagt Joona.

‘Zij houdt zich bezig met liefdadigheid, aanzienlijk meer dan de meeste rijken... zij en haar toenmalige man Jack hebben heel veel geld in kinderdorpen en hulpfondsen gestoken.’

‘En Vicky Bennet heeft dus bij hen gewoond?’

‘Dat werkte niet zo goed,’ antwoordt Anja.

Joona neemt de prints mee, loopt naar de deur en draait zich dan om naar Anja.

‘Wat kan ik doen om je te bedanken?’

‘Ik heb ons opgegeven voor een cursus,’ antwoordt ze snel. ‘Beloof dat je met me meegaat.’

‘Wat is het voor cursus?’

‘Ontspanning... Kamasutra nog iets...’





49


Strandvägen 47 ligt pal tegenover de Djurgårdsbron. Het is een woning op stand met een sierlijke voordeur en een donker, mooi trappenhuis.

Elin en Jack Frank waren de enige pleegouders naar wie Vicky Bennet terug wilde, ook al had ze maar kort bij hen gewoond. Steeds weer vroeg ze om terug te mogen, maar de Franks wezen haar verzoeken af.

Als Joona Linna aanbelt bij de deur met de naam Frank op een glimmend zwart naambordje, wordt er meteen opengedaan. Een ontspannen man met goudglanzend, kortgeknipt haar en een gelijkmatig gebruinde huid kijkt de lange commissaris vragend aan.

‘Ik ben op zoek naar Elin Frank.’

‘Robert Bianchi, ik ben Elins consigliere,’ zegt de man en hij steekt zijn hand uit.

‘Joona Linna, rijksrecherche.’

Er glijdt een glimlachje over de lippen van de man.

‘Dat klinkt spannend, maar...’

‘Ik moet haar spreken.’

‘Mag ik vragen waar het over gaat? Ik wil haar niet onnodig storen...’

De man zwijgt als hij Joona’s kille, grijze blik ziet.

‘Wacht maar even in de hal, dan zal ik vragen of ze bezoek ontvangt,’ zegt hij en hij verdwijnt door een deur.