Home>>read Getuige free online

Getuige(41)

By:Lars Kepler


‘Dat wist ik niet,’ fluistert ze. ‘Ik vertel alleen wat ik zie... ik zie ook heel veel andere dingen waar jullie misschien wel voor willen betalen.’

‘We betalen niet voor...’

‘Maar ik heb het moordwapen gezien, jullie denken misschien dat jullie het moordwapen hebben gevonden, maar dat klopt niet, want ik zag...’

‘Weet je dat er een boete staat op het onnodig bellen van de politie?’ onderbreekt de agente haar. ‘Het is zelfs strafbaar. Ik wil niet vervelend doen, maar je begrijpt ook wel dat je mijn tijd in beslag neemt terwijl er misschien iemand die echt iets gezien heeft probeert te bellen.’

‘Ja, maar ik...’

Flora wil net over het moordwapen beginnen als ze een klik hoort. Ze kijkt naar de telefoon en belt vervolgens nogmaals het nummer van de politie.





46


De Zweedse kerk heeft Pia Abrahamsson een tijdelijk onderkomen bezorgd in een groot houten huis in de villawijk van Sundsvall. De woning is groot en mooi, gemeubileerd met klassieke meubels van Carl Malmsten en Bruno Mathsson. De diakens die boodschappen voor haar doen hebben haar herhaaldelijk aangespoord tot een gesprek onder vier ogen met een predikant, maar Pia kan zich er niet toe zetten.

Ze heeft de hele dag in de huurauto rondgereden, over dezelfde weg, langs de kleine gehuchten, door Indal, en de bosbouwwegen op en neer.

Meerdere keren is ze politie tegengekomen die haar verzocht naar huis te gaan.

Nu ligt ze aangekleed op bed in het donker te staren. Ze heeft niet geslapen sinds Dante is verdwenen. De telefoon gaat. Ze reikt ernaar, kijkt op de display en zet dan het geluid uit. Het zijn haar ouders. Ze bellen voortdurend. Pia staart in het donker in het vreemde huis.

In haar hoofd hoort ze Dante de hele tijd huilen. Hij is bang en roept om zijn moeder, vraagt of hij naar huis mag, naar mama.

Ze moet opstaan.

Pia pakt haar jas en opent de buitendeur. Ze heeft een bloedsmaak in haar mond als ze weer in de huurauto stapt en wegrijdt. Ze moet Dante vinden. Stel dat hij in een greppel naast de weg zit? Hij heeft zich misschien verstopt onder een stuk karton. Het meisje heeft hem misschien zomaar ergens achtergelaten.

De wegen zijn donker en verlaten. Iedereen lijkt te slapen. Ze probeert iets te zien in de zwarte nevel achter de koplampen.

Ze rijdt naar de plek waar haar auto werd gestolen en blijft stilzitten, haar trillende handen op het stuur, dan keert ze de auto en begint terug te rijden. Ze rijdt het plaatsje Indal in, waar de auto met Dante hoogstwaarschijnlijk is verdwenen. Langzaam passeert ze een kinderdagverblijf, rijdt lukraak de Solgårdsvägen in en vervolgt haar weg langs de donkere villa’s.

Een beweging onder een trampoline maakt dat ze acuut stopt en uit de auto stapt. Ze struikelt door een lage rozenhaag de tuin in en haalt haar benen open, loopt naar de trampoline en ziet een dikke kat die zich verstopt in het donker.

Ze draait zich om naar de bakstenen villa en kijkt met bonkend hart naar de neergelaten rolgordijnen.

‘Dante?’ roept ze. ‘Dante? Hier is mama! Waar ben je?’

Haar stem klinkt hees en verdrietig. In het huis gaat licht aan. Pia loopt verder naar de volgende tuin en belt aan, bonst op de deur en gaat in de richting van een schuurtje.

‘Dante!’ schreeuwt ze zo hard ze kan.

Ze loopt de huizen aan de Solgårdsvägen af en roept haar zoon, bonst met haar vuisten op dichte garagedeuren, opent deuren van speelhuisjes, baant zich een weg door woest struikgewas, over een greppel en komt weer uit op de Indalsvägen.

Een auto remt met gierende banden, ze doet een pas achteruit en valt. Ze kijkt op naar de agente in uniform die zich naar haar toe haast.

‘Hoe is het?’

Pia wordt overeind geholpen en kijkt verdwaasd naar de agente met een forse neus en twee blonde vlechten.

‘Hebben jullie hem gevonden?’ vraagt ze.

De andere agent komt erbij staan en zegt dat ze haar naar huis zullen brengen.

‘Dante is bang in het donker,’ zegt Pia en ze hoort hoe schor haar stem klinkt. ‘Ik ben zijn moeder, maar ik was ongeduldig met hem, ik dwong hem terug te gaan naar zijn eigen bed als hij ’s nachts naar me toe kwam. Daar stond hij dan in zijn pyjama en zei dat hij bang was, maar ik...’

‘Waar heb je je auto neergezet?’ vraagt de vrouw en ze pakt Pia’s bovenarm vast.

‘Blijf van me af,’ schreeuwt Pia en ze rukt zich los. ‘Ik moet hem vinden!’

Ze slaat de agente in het gezicht en schreeuwt het uit als ze haar overmeesteren en tegen het asfalt drukken. Ze worstelt om los te komen, maar ze draaien haar armen op haar rug en houden haar in bedwang. Pia voelt haar wang hard over het asfalt schaven en huilt hulpeloos als een kind.





47


Joona Linna denkt aan het ontbreken van getuigen: niemand lijkt iets te weten over Vicky Bennet en niemand heeft iets gezien. Hij rijdt over de wondermooie weg tussen golvende akkers en glinsterende meren tot hij bij een witstenen huis aankomt. In een enorme pot op de veranda staat een citroenboom met kleine groengele vruchten.