Joona gaat tegenover Tuula zitten en kijkt haar aan. Haar wenkbrauwen zijn licht en het steile haar is rood en piekerig.
‘We hebben elkaar vanmorgen even gezien,’ zegt hij.
Ze slaat haar sproetige armen over elkaar op haar buik. Haar lippen zijn smal en bijna kleurloos.
‘Kill the cops,’ mompelt ze.
Lisa Jern loopt om de tafel heen en gaat naast het in elkaar gedoken kleine meisje zitten.
‘Tuula,’ zegt ze op milde toon. ‘Weet je nog dat ik vertelde dat ik me soms net Duimelijntje voel? Dat is helemaal niet gek, want ook als je volwassen bent kun je je soms zo klein als een duim voelen.’
‘Waarom praat iedereen zo fokking achterlijk?’ vraagt Tuula en ze kijkt Joona in de ogen. ‘Zijn jullie soms randdebiel... of denken jullie dat ik dat ben?’
‘Eerlijk gezegd denken we dat jij een beetje randdebiel bent,’ antwoordt Joona.
Tuula glimlacht verbaasd en staat op het punt iets te zeggen als Lisa Jern haar verzekert dat dat niet waar is, dat de commissaris maar een grapje maakte.
Tuula slaat haar armen steviger om zichzelf heen, staart naar de tafel en blaast haar wangen op.
‘Je bent absoluut niet randdebiel,’ herhaalt Lisa Jern even later.
‘Jawel,’ fluistert Tuula.
Ze spuugt een taaie klodder speeksel op tafel, zit daarna stil in de klodder te pielen en maakt er een ster van.
‘Wil je niet praten?’ fluistert Lisa.
‘Alleen met de Fin,’ zegt Tuula haast onhoorbaar.
‘Wat zeg je nou?’ vraagt Lisa glimlachend.
‘Ik praat alleen met de Fin,’ zegt Tuula en ze steekt haar kin in de lucht.
‘Wat aardig,’ reageert de psychologe stijfjes.
Joona zet het opnameapparaatje aan en neemt de formaliteiten rustig door, tijd en plaats, aanwezige personen en het doel van het gesprek.
‘Hoe ben je op de Birgittagården gekomen, Tuula?’ vraagt hij.
‘Ik zat in Lövsta... Er zijn wat dingen gebeurd die misschien niet zo oké waren,’ vertelt ze en ze slaat haar blik neer. ‘Ik kwam op gesloten terecht hoewel ik eigenlijk te jong ben... Ik hield me koest, keek tv en na een jaar en vier maanden werd ik overgeplaatst naar de Birgittagården.’
‘Wat is het verschil... vergeleken met Lövsta?’
‘Dat is... de Birgittagården is net een echt thuis, zo voelt het wel... Er ligt vloerbedekking en de meubels zitten niet met van die kutschroeven vast aan de muur... En niet alles zit helemaal op slot en met alarmen en zo... En je kunt rustig slapen en krijgt echt gekookt eten.’
Joona knikt en ziet vanuit zijn ooghoek dat de vertrouwenspersoon nog steeds op zijn telefoon kijkt. Psychologe Lisa Jern ademt door haar neus terwijl ze naar hen luistert.
‘Wat hebben jullie gister gegeten?’
‘Taco’s,’ antwoordt Tuula.
‘Was iedereen daarbij?’
Ze haalt haar schouders op.
‘Ik geloof het wel.’
‘Miranda ook? Heeft zij gisteravond ook taco’s gegeten?’
‘Je hoeft alleen haar buik maar open te snijden om dat te zien – hebben jullie dat niet gedaan?’
‘Nee, dat hebben we niet gedaan.’
‘Waarom niet?’
‘Daar hebben we nog geen tijd voor gehad.’
Tuula vertrekt haar mond en peutert dan een los draadje van haar broek. Haar nagels zijn afgekloven en de nagelriemen gescheurd.
‘Ik heb naar binnen gekeken bij de separeer. Het was best heftig,’ zegt Tuula en ze begint met haar bovenlichaam te wiegen.
‘Heb je gezien hoe Miranda lag?’ vraagt Joona even later.
‘Ja, zo,’ zegt Tuula snel en ze houdt haar handen voor haar gezicht.
‘Waarom denk je dat ze dat deed?’
Tuula schopt de rand van het tapijt omhoog en trapt hem weer naar beneden.
‘Misschien was ze bang.’
‘Heb je dat iemand anders zien doen?’ vraagt Joona op luchtige toon.
‘Nee,’ antwoordt Tuula en ze krabt in haar hals.
‘Jullie worden niet in jullie kamer opgesloten?’
‘Het is haast net een open internaat,’ glimlacht Tuula.
‘Gaan jullie vaak ’s nachts stiekem naar buiten?’
‘Ik niet.’
Tuula’s mond wordt klein en hard en ze doet alsof ze met haar wijsvinger op de psychologe schiet.
‘Waarom niet?’ vraagt Joona.
Ze kijkt hem in de ogen en zegt zacht: ‘Ik ben bang in het donker.’
‘En de anderen?’
Joona ziet dat Lisa Jern met een geïrriteerde frons tussen haar wenkbrauwen staat te luisteren.
‘Die wel,’ fluistert Tuula.
‘Wat doen ze als ze wegsluipen?’
Het meisje slaat haar ogen neer en glimlacht bij zichzelf.
‘Ze zijn immers ouder dan jij,’ gaat Joona verder.
‘Ja,’ antwoordt ze terwijl haar wangen en nek rood kleuren.