Hij vertelt dat Britt-Marie heeft uitgelegd dat er veel uiteenlopende modellen bestaan voor geheugenverlies in combinatie met posttraumatische stressstoornis. De zeer sterke uitscheiding van adrenaline en aan stress gerelateerde hormonen beïnvloeden het langetermijngeheugen. Bij ernstige traumatiserende ervaringen kan de herinnering min of meer intact in de hersenen worden opgeslagen. Ze wordt weggestopt en blijft emotioneel onaangetast omdat de verwerking nooit plaatsvindt. Maar bij de juiste stimulus kan de herinnering plotseling naar de oppervlakte komen in fysieke waarnemingen en beelden.
‘Eerst was Flora alleen maar geschokt door wat ze op de radio hoorde, ze wist niet waarom, en dacht dat ze geld kon verdienen met tips geven,’ vertelt Joona. ‘Maar toen de echte herinneringen naar boven kwamen, dacht ze dat het spoken waren.’
‘Misschien waren het echt spoken?’ suggereert Disa.
‘Ja,’ knikt hij. ‘Hoe dan ook, Flora begon de waarheid te spreken en zíj was de getuige die het hele raadsel oploste.’
Joona staat op en blaast de kaarsen op tafel uit. Disa loopt naar hem toe, kruipt onder de deken en omhelst hem. Lang staan ze zo en houden elkaar vast. Hij ademt haar geur in en voelt een ader kloppen in haar ranke hals.
‘Ik ben zo bang dat jou iets overkomt. Dat is steeds het hele punt geweest, dat is ook de enige reden waarom ik me heb teruggetrokken,’ zegt hij.
‘Wat zou me kunnen overkomen?’ vraagt ze glimlachend.
‘Je kunt verdwijnen,’ antwoordt hij ernstig.
‘Joona, ik verdwijn niet.’
‘Ik had een vriend die Samuel Mendel heette,’ zegt hij zacht, en hij zwijgt dan.
183
Joona Linna loopt van het politiebureau het steile voetpad door het Kronobergspark op, over de heuvel naar de oude joodse begraafplaats. Met geoefende handen maakt hij het ijzerdraad aan de binnenkant van het hek los, opent het en gaat naar binnen.
Tussen de donkere grafstenen ligt een relatief recent familiegraf met de woorden: Samuel Mendel, zijn echtgenote Rebecka en hun zonen Joshua en Ruben.
Joona legt een rond steentje boven op de grafsteen en blijft met gesloten ogen staan. Hij ruikt de geur van de vochtige aarde en hoort de blaadjes in het park ruisen als de wind door de boomkruinen waait.
Samuel Mendel was in rechte neergaande lijn familie van Koppel Mendel die dit graf tegenover Aaron Isaac in 1787 heeft gekocht. Hoewel de begraafplaats al in 1857 buiten gebruik werd gesteld, bleef het al die jaren de rustplaats voor de familie van Koppel Mendel.
Samuel Mendel was commissaris bij de recherche en Joona’s eerste partner bij de rijksrecherche.
Joona en hij waren heel goede vrienden.
Samuel Mendel is slechts zesenveertig jaar geworden en Joona weet dat hij alleen in het familiegraf ligt, ook al vertelt de steen iets anders.
De eerste grote zaak waar Joona en Samuel samen op zaten, werd tevens hun laatste.
*
Een uur later is Joona terug bij de afdeling Politiezaken van het Openbaar Ministerie. Hij zit in een kamer samen met Mikael Båge, hoofd intern onderzoek, eerste secretaris Helene Fiorine en hoofdofficier van justitie Sven Wiklund.
Het gele licht van buiten glanst op de geverniste meubels en wordt gereflecteerd in de glazen deuren voor de prachtig ingebonden wetboeken, politieverordeningen en de banden met als leidraad dienende uitspraken van het hooggerechtshof.
‘Ik ga nu beslissen of ik al dan niet een aanklacht tegen je zal indienen, Joona Linna,’ zegt de hoofdofficier van justitie en hij strijkt met zijn hand over een stapel papier. ‘Dit is mijn materiaal en er is niets wat in jouw voordeel spreekt.’
De rugleuning kraakt als hij achteroverleunt en Joona’s kalme blik ontmoet. Het enige geluid in de kamer is het gekras van Helene Fiorines pen en haar oppervlakkige ademhaling.
‘In mijn ogen,’ vervolgt Sven Wiklund zakelijk, ‘is een echt goeie verklaring je enige kans om een aanklacht te ontlopen.’
‘Joona heeft meestal een aas achter de hand,’ fluistert Mikael Båge.
Aan de lichte hemel lost een witte condensstreep van een vliegtuig langzaam op. De stoelen kraken en Helen Fiorine slikt hoorbaar en legt haar pen neer.
‘Je hoeft alleen maar te vertellen wat er is gebeurd,’ zegt ze. ‘Je had misschien goede redenen om de inval van de Säpo te voorkomen.’
‘Ja,’ antwoordt Joona.
‘We weten natuurlijk dat je een goede politieman bent,’ zegt Mikael Båge met een ongemakkelijk lachje.
‘Ik op mijn beurt ben een scherpslijper,’ zegt de hoofdofficier van justitie. ‘Ik ben een man die mensen die tegen de regels zondigen kapotmaakt. Zorg dat ik je niet hier en nu kapotmaak.’
Helene Fiorine heeft Sven Wiklund nooit eerder zo horen aandringen.
‘Je toekomst hangt aan een zijden draadje, Joona,’ fluistert het hoofd Intern Onderzoek.