Home>>read Getuige free online

Getuige(152)

By:Lars Kepler


Ze probeert haar hoofd op te tillen en haar blik dwaalt over de grond, over het onkruid en de betonnen fundering met de ijzeren ringen.

Daniel beweegt het geweer over haar lichaam. Richt op haar voorhoofd, glijdt ermee over haar neus naar haar mond.

Ze voelt het warme metaal tegen haar lippen en kin. Haar ademhaling gaat gejaagd. Grote hoeveelheden warm bloed pulseren uit haar bonzende dijbeen. Ze kijkt op naar de lichte lucht, naar de nok van de stal, knippert met haar ogen en probeert te begrijpen wat ze ziet. Een man rent door de grote stal, achter de kierende planken, door het gestreepte licht.

Ze probeert iets te zeggen, maar heeft geen stem.

De loop van het geweer gaat naar haar ogen en ze sluit ze, voelt de zoekende druk tegen haar ooglid en oogbal en de krachtige knal hoort ze niet eens.





178


Joona is vanuit Sundsvall naar Hudiksvall gereden en heeft weg 84 naar Delsbo genomen. In de veertig minuten die zijn verstreken heeft hij de gedachte aan Daniel Grim en zijn doos met foto’s geen seconde van zich af kunnen zetten.

De inhoud is op het eerste gezicht min of meer onschuldig. Misschien had de inleidende fase veel weg gehad van dweperij, met kusjes, blikken en verlangende woorden.

Maar nadat de pupillen waren doorgeplaatst, had Daniel ongetwijfeld zijn andere kant laten zien. Hij had gewacht en ze vervolgens stiekem opgezocht en vermoord. Hun dood kwam zelden onverwacht. Hij had een overdosis slaapmiddelen toegediend als dat in overeenstemming was met het totaalbeeld en de polsen opengesneden bij degenen die zichzelf eerder hadden gesneden.

De jeugdinstellingen in de private sector hebben een winstoogmerk en hechtten er waarschijnlijk aan de sterfgevallen stil te houden om onderzoek van de Raad voor Gezondheid en Welzijn te vermijden.

Niemand heeft überhaupt een verband gelegd met de Birgittagården en Daniel Grim.

Met Miranda was het anders. Daar is hij van zijn patroon afgeweken. Waarschijnlijk doordat hij in paniek was geraakt omdat Miranda dacht dat ze zwanger was.

Misschien dreigde ze hem te ontmaskeren.

Dat had ze niet moeten doen, want Daniel kan absoluut niet tegen het idee dat er getuigen zijn. Hij heeft er altijd voor gezorgd zich van hen te ontdoen, een voor een.

Met een sterk gevoel van onbehagen belt Joona Torkel Ekholm op, zegt dat hij er over tien minuten is en vraagt of Flora klaar is om naar huis te gaan.

‘Lieve hemel, ik ben na het eten in slaap gevallen,’ zegt de oude politieman. ‘Geef me heel even.’

Joona hoort dat Torkel de telefoon neerlegt, hoest en door de kamer sloft. Hij rijdt al over de brug bij Badhusholmen als de oude man weer aan de telefoon komt.

‘Flora is verdwenen,’ zegt hij. ‘En de buks is weg...’

‘Weet je waar ze heen is?’

Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. Joona denkt aan het huisje, aan de keukentafel met foto’s en aantekeningen.

‘Misschien naar het landgoed,’ antwoordt Torkel.

In plaats van door te rijden naar Ovanåker en het huis van Torkel, draait Joona scherp naar rechts weg 743 op en hij geeft gas. Hij krijgt contact met de regionale meldkamer en vraagt om politieversterking en een ambulance ter plaatse. Op het korte stuk langs het water haalt hij een snelheid van honderdtachtig kilometer per uur, waarna hij moet afremmen om rechts af te slaan tussen de hekpalen door, en verder over de smalle weg naar landgoed Rånne.

Het grind ratelt onder de auto en de banden razen over de oneffenheden.

In de verte ziet het grote witte gebouw eruit als een sierlijke sculptuur van ijs, maar hoe dichterbij hij komt, hoe donkerder het lijkt.

Joona maakt een bocht, stopt abrupt en laat de auto voor het huis staan. Stof van losgereden grind hangt om hem heen. Hij rent naar de ingang als hij plotseling twee gestalten in de verte ziet, die net de hoek van een muur om gaan en achter een grote, rode stal verdwijnen.

Hoewel hij niet meer dan een glimp van hen opving, begrijpt Joona meteen wat hij zag: Flora liep met het geweer op Daniels rug gericht. Ze is van plan hem dwars over de akker te laten lopen om zo de kortste weg naar Delsbo nemen.

Joona begint te rennen over de grindweg, langs de losstaande vleugel en links van de schuur de helling af.

Flora loopt veel te dicht op Daniel, denkt hij. Haar broer kan het geweer moeiteloos van haar afpakken. Ze is niet klaar om te schieten, ze wil niet schieten, ze wil alleen de waarheid boven tafel krijgen.

Joona springt over de resten van een oude omheining, glijdt weg over het losse gruis van de helling, zijn hand maait door het onkruid, maar hij blijft op de been.

Hij probeert ze door de rode wanden van de stal heen te zien. De zwarte deuren staan open. Zonlicht flikkert tussen de kierende planken.

Hij rent langs een roestige benzinetank en recht op de enorme stal af als hij de knal van het geweer hoort. De echo weerkaatst tussen de gebouwen en verdwijnt over de akkers.