Met het geweer in de aanslag loopt ze door de laatste salon en dan de eetzaal in.
De tafel is versierd met oogstgeschenken: kleine tarweschoven, trossen druiven, pruimen en kruisbessen.
Het schiet Flora te binnen dat het Dankdag voor het gewas is.
De vrouw die ooit haar moeder was ziet er mager en armetierig uit. Ze eet langzaam en bevend, met het servet uitgespreid op haar schoot.
Een man van haar eigen leeftijd zit tussen de ouders in. Ze herkent hem niet, maar begrijpt wie hij is.
Flora blijft voor de tafel staan en de vloer onder haar voeten kraakt.
De vader ziet haar het eerst.
Als de oude man haar ontdekt, komt er een opmerkelijke kalmte over hem. Hij laat zijn bestek zakken en recht zijn rug alsof hij haar eens goed wil bekijken.
De moeder volgt de blik van de vader en knippert een paar keer met haar ogen als ze de vrouw van middelbare leeftijd met het glanzende geweer uit het duister ziet opdoemen.
‘Flora,’ zegt de oude vrouw en ze laat haar mes vallen. ‘Ben jij het, Flora?’
Ze staat daar met het geweer voor hun gedekte tafel en kan geen woord uitbrengen, ze slikt hard, kijkt de moeder vluchtig aan en keert zich dan naar de vader.
‘Waarom kom je hier met een wapen?’ vraagt hij.
‘Je hebt een leugenaar van mij gemaakt,’ antwoordt ze.
De vader glimlacht kort en vreugdeloos. De rimpels in zijn gezicht zijn bitter en eenzaam.
‘Degene die liegt zal in een poel van vuur worden geworpen,’ zegt hij vermoeid.
Ze knikt en aarzelt een paar seconden voordat ze haar vraag stelt.
‘Je wist zeker wel dat Daniel Ylva had gedood?’
De vader veegt langzaam zijn mond af aan het witlinnen servet.
‘We konden niet anders dan je wegsturen omdat je zo vreselijk loog,’ zegt hij. ‘En nu ben je teruggekomen en lieg je weer.’
‘Ik lieg niet.’
‘Je hebt het toegegeven, Flora... je hebt tegenover mij toegegeven dat je het had verzonnen,’ zegt hij zacht.
‘Ik was vier jaar en je schreeuwde tegen me dat mijn haar zou verbranden als ik niet toegaf dat ik had gelogen, je schreeuwde dat mijn gezicht zou smelten en mijn bloed zou koken... dus zei ik dat ik had gelogen en toen stuurden jullie me weg.’
176
Flora tuurt naar haar broer die in het tegenlicht aan de eettafel zit. Het is niet te zien of hij haar blik beantwoordt, zijn ogen zijn net bevroren poelen.
‘Ga weg,’ zegt de vader en hij eet verder.
‘Niet zonder Daniel,’ antwoordt ze en ze wijst naar hem met het geweer.
‘Het was niet zijn fout,’ zegt de moeder zwak, ‘ík heb...’
‘Daniel is een goede zoon,’ valt de vader haar in de rede.
‘Dat kan ik alleen maar beamen,’ zegt de moeder. ‘Maar hij... Jij herinnert je dat niet, maar de avond voordat het allemaal gebeurde, zaten we naar een toneelstuk op televisie te kijken. Freule Julie, ze verlangt zo enorm naar de knecht... en ik zei dat het beter was...’
‘Wat is dit voor onzin,’ kapt de vader haar af.
‘Ik denk er elke dag aan,’ gaat de oude vrouw verder. ‘Het was mijn fout, want ik zei dat het beter voor het zwangere meisje was om te sterven dan een kindje te krijgen.’
‘Hou op nu.’
‘En op het moment dat ik dat zei toen... toen zag ik dat de kleine Daniel uit bed was gekomen en naar me stond te kijken,’ legt ze met tranen in haar ogen uit. ‘Ik had het over het stuk van Strindberg...’
Ze pakt haar servet met heftig bevende handen op.
‘Na dat met Ylva... er was een week verstreken sinds het ongeluk, het was avond en ik wilde zijn avondgebed met hem bidden... Toen vertelde hij dat Ylva een kindje kreeg. Hij was pas zes en begreep niet waar het over ging.’
Flora kijkt naar haar broer. Hij duwt zijn bril op zijn neus omhoog en staart zijn moeder aan. Ze kan niet peilen wat hij denkt.
‘Je gaat mee naar de politie om de waarheid te vertellen,’ zegt Flora tegen Daniel en ze richt het geweer op zijn borstkas.
‘Wat heeft dat voor zin?’ vraagt de moeder. ‘Het was een ongeluk.’
‘We speelden,’ zegt Flora zonder haar aan te kijken. ‘Maar het was geen ongeluk...’
‘Hij was nog maar een kind,’ brult de vader.
‘Ja, maar hij heeft weer gedood... hij heeft twee mensen op de Birgittagården gedood. Het meisje was nog maar veertien en is gevonden met haar handen voor haar gezicht en...’
‘Je liegt,’ schreeuwt de vader en hij slaat met zijn vuist op tafel.
‘Jullie liegen,’ fluistert Flora.
Daniel staat op. Er gebeurt iets in zijn gezicht. Misschien is het wreedheid, maar het ziet eruit als afschuw en angst. Het is een mengeling van gevoelens. Een mes heeft twee kanten, maar slechts één snijvlak.
Zijn moeder smeekt, probeert Daniel tegen te houden maar hij haalt haar handen weg en zegt iets wat Flora niet kan horen.