‘Wacht eens even,’ onderbreekt Joona hem. ‘Hebben zwangere vrouwen niet ook een hoog hcg-gehalte?’
‘Jawel, maar zoals ik al zei...’
‘Dus als Miranda een normale zwangerschapstest had gedaan, dan zou ze denken dat ze zwanger was?’
‘Ja,’ zegt de Naald. ‘De uitslag zou absoluut positief zijn.’
‘Miranda kan dus hebben gedacht dat ze zwanger was?’
*
Joona verlaat zijn kamer, beent vlug de gang door, toetst het telefoonnummer van Flora in, hoort Anja iets naar hem roepen maar loopt door naar beneden. Geen gehoor. Joona herhaalt voor zichzelf dat Flora zichzelf verbeterde en zei dat het meisje dat haar bezocht dácht dat ze zwanger was.
Joona toetst hetzelfde nummer nogmaals in, laat de telefoon overgaan terwijl hij door de glazen hal rent, voorbij de zitjes en precies op het moment dat hij door de draaideuren loopt, hoort hij een hijgende stem: ‘Hans-Gunnar Hansen.’
‘Mijn naam is Joona Linna, ik werk voor de rijksrecherche en...’
‘Hebben jullie de auto gevonden?’
‘Ik moet Flora spreken.’
‘Wel godverdomme,’ schreeuwt de man. ‘Als dat wijf hier zou zijn had ik niet naar mijn auto gevraagd – zij heeft hem gejat en als de politie zijn werk niet...’
Joona drukt hem weg en rent het laatste stukje naar zijn zwarte Volvo.
158
Elin heeft in de kamer naast die van Vicky geslapen met de deuren open. Ze is van het minste geringste geluid wakker geworden, heeft geluisterd en is bij Vicky gaan kijken. Die ochtend blijft ze even in de deuropening staan om het meisje dat in diepe slaap is gade te slaan, waarna ze naar de keuken gaat.
Daniel staat achter het fornuis een romig roerei te maken. Het ruikt naar koffie en versgebakken brood. Door de enorme ramen is het imposante panorama bijna angstaanjagend overweldigend. Bergen met ronde toppen, meertjes met spiegelgladde oppervlakken en dalen met geel en rood fonkelende bomen.
‘Het is bijna niet te doen om naar buiten te kijken,’ zegt hij glimlachend. ‘Ik krijg er een soort van pijn in mijn hart van.’
Ze omhelzen elkaar en hij kust voorzichtig meerdere keren haar hoofd. Ze blijft doodstil staan, ademt zijn geur in en voelt haar buik warm worden van plotseling geluk.
Een timer op het aanrecht piept en Daniel maakt zich los om het brood uit de oven te halen.
Ze gaan aan de grote eettafel zitten, ontbijten en strelen af en toe elkaars handen op de tafel.
Het ongelooflijke uitzicht maakt hen sprakeloos. Zwijgend drinken ze koffie en kijken door de ramen naar buiten.
‘Ik maak me zo’n zorgen om Vicky,’ zegt Elin uiteindelijk zacht.
‘Het komt wel goed.’
Ze zet haar kopje neer.
‘Meen je dat?’
‘Ik moet zien dat ik haar aan het praten krijg over wat er is gebeurd,’ zegt hij. ‘Want ik vrees dat ze uit schuldgevoel steeds zelfdestructiever zal worden... We moeten haar echt goed in de gaten houden.’
‘De verpleegkundige komt over een uur met de bus aan in Åre, dus ik ga daar zo heen om haar op te halen,’ zegt Elin. ‘Wat vind jij, zal ik aan Vicky vragen of ze zin heeft om mee te gaan?’
‘Ik weet het niet, ik denk dat het beter is dat ze hier blijft,’ zegt hij.
‘Ja, we zijn hier nog maar net,’ stemt Elin in. ‘Maar ik maak me zorgen... Je moet de hele tijd bij haar blijven.’
‘Ze weet dat ze zelfs de deur van de wc niet op slot mag doen,’ zegt Daniel ernstig.
Op hetzelfde moment ziet Elin het meisje door het raam. Ze loopt alleen buiten door het gras en schopt tegen de rode bladeren. Haar lange haar hangt in een warrige bos op haar rug en het tengere lichaam lijkt het koud te hebben. Elin pakt haar vest van de rugleuning en loopt naar buiten om het aan Vicky te geven.
‘Dank je wel,’ fluistert het meisje.
‘Ik zal je nooit meer in de steek laten,’ zegt Elin.
Zonder iets te zeggen pakt Vicky haar hand en knijpt erin. Elins hart bonst van geluk en door de brok in haar keel kan ze geen woord uitbrengen.
159
De lucht is merkwaardig donker als Joona de e4 verlaat en weg 84 naar Delsbo op draait. Hij gaat ervan uit dat Flora de auto heeft genomen om naar de Delsbo-kerk in Hälsingland te gaan.
Hij kan nog steeds haar opgewonden stem horen toen ze vertelde dat er zich een getuige in de klokkenstoel schuilhield.
Joona begrijpt haar niet. Het is net of ze leugen en waarheid vermengt zonder dat ze zich daar bewust van is.
Ondanks al haar leugens heeft hij al die tijd het gevoel gehouden dat ze meer dan wie ook iets weet over de moorden op de Birgittagården.
Misschien is deze getuige een van haar leugens, maar mocht het waar zijn dan is het zo belangrijk dat hij het er niet bij kan laten zitten.
De laaghangende regenwolken kleuren de akkers grijs en de naaldbomen bijna blauw. Hij draait een smalle grindweg in. Herfstblaadjes wervelen over de weg en het is moeilijk snelheid te houden. De weg zit vol kuilen en kronkelt.