Home>>read Getuige free online

Getuige(124)

By:Lars Kepler


Het beeld van Miranda met de bloedvlek bij haar hoofd kwam boven.

Ze ging zitten en tekende wat ze had gezien. Ze herinnerde zich het liggende lichaam en de handen voor het gezicht en dat er iets donkers bij het hoofd van het meisje zat.

Een donkere formatie.

Toen ze de tekening maakte, interpreteerde ze de donkere vlek als een hart. Ze heeft geen moment nagedacht over verbanden of logica.

Joona weet dat Flora zich op het moment van de moorden ver van de Birgittagården bevond en dat ze geen link heeft met de betrokkenen of de gebeurtenissen.

Hij kijkt nogmaals naar de tekening en overweegt een nieuwe gedachte: misschien heeft Flora iets te horen gekregen van iemand die er wel was.

Misschien heeft een getuige van de moorden haar verteld wat ze moest tekenen.

Een kinderlijke getuige die het bloed aanzag voor een hart.

In dat geval is dat geklets over spoken Flora’s manier om de identiteit van de getuige te beschermen.

‘Ik wil dat je contact probeert te maken met het spook,’ zegt Joona.

‘Nee, dat kan ik niet...’

‘Hoe werkt dat dan?’

‘Het spijt me, maar dat kan ik hier niet doen,’ zegt ze beheerst.

‘Je moet het spook vragen of ze heeft gezien wat er gebeurde.’

‘Dat wil ik niet,’ fluistert ze. ‘Ik breng het niet meer op.’

‘Je krijgt ervoor betaald,’ zegt hij.

‘Ik wil niet betaald worden, ik wil alleen dat je luistert naar wat ik heb gezien.’

‘Dat doe ik,’ zegt Joona.

‘Ik weet het eigenlijk niet zeker meer, maar ik geloof niet dat ik gek ben.’

‘Ik geloof ook niet dat je gek bent,’ zegt hij ernstig.

Ze kijkt hem aan en veegt tranen van haar wangen. Daarna staart ze voor zich uit en slikt hard.

‘Ik zal het proberen,’ antwoordt ze zacht. ‘Maar ik geloof eerlijk gezegd niet in...’

‘Probeer het maar.’

‘Jij moet daar wachten,’ zegt ze terwijl ze naar het keukentje naast de kelderruimte wijst. ‘Miranda lijkt alleen te komen als ik helemaal alleen ben.’

‘Ik begrijp het,’ zegt Joona. Hij staat op en loopt de kamer uit.





143


Flora zit heel stil en ziet de commissaris de deur achter zich dichtdoen. De stoel in het keukentje kraakt als hij gaat zitten en daarna wordt het heel stil. Ze hoort geen enkel geluid, geen auto of hondengeblaf en niets vanuit het keukentje waar de commissaris zit te wachten.

Nu pas voelt ze hoe moe ze is.

Flora weet niet wat ze moet doen. Of ze kaarsjes en wierook aan zou moeten steken. Ze blijft maar zitten, sluit haar ogen even en kijkt dan naar de tekening.

Ze herinnert zich hoe haar hand trilde terwijl ze tekende wat ze had gezien en hoe moeilijk het was zich te concentreren. Ze keek voortdurend rond in de kamer om te zien of het spook terug was gekomen.

Nu kijkt ze naar haar tekening. Ze kan niet goed tekenen, maar je ziet wel dat het meisje op de grond ligt. Ze ziet de kleine kruisjes en beseft dat die de franjes van de badmat voor moeten stellen.

Flora’s hand had getrild en een van de bovenbenen was per ongeluk zo dun geworden als een kaal bot.

De vingers voor het gezicht zijn niet meer dan streepjes. De rechte mond erachter is te zien.

De stoel in het keukentje kraakt weer.

Flora knippert hard met haar ogen en staart naar de tekening.

Het is net alsof de vingers een stukje verder gespreid zijn, want nu kan Flora een van haar ogen zien.

Het meisje kijkt naar haar.

Er gaat een schok door Flora heen als de buizen tikken. Ze kijkt de kamer door. De divan is een zwarte schaduw, de tafel staat onzichtbaar in een donkere hoek.

Als ze weer naar de tekening kijkt, is het oog niet meer te zien. Een vouw in het ruitjespapier loopt over het getekende gezicht.

Flora’s handen trillen als ze het papier glad probeert te strijken. De dunne vingers van het meisje verbergen haar ogen. Alleen een stukje van haar mond is zichtbaar op het ruitjespapier.

Plotseling kraakt de vloer achter haar en Flora kijkt vlug achterom.

Er is niemand.

Ze bestudeert de tekening weer tot ze tranen in haar ogen krijgt. De randen van het hart dat boven het hoofd van het meisje hangt, zijn vervaagd. Ze laat haar blik over het klitterige haar gaan en keert terug naar de vingers voor haar gezicht. Flora trekt haar handen in een impuls van het papier als ze ziet dat de lippen geen streep meer vormen.

Ze vormen een schreeuw.

Flora is opgestaan van haar stoel, ademt hijgend, staart naar de tekening, naar de schreeuwende mond achter de vingers en net als ze de commissaris wil roepen, ziet ze het meisje in het echt.

Ze heeft zich verstopt in de kast in de muur. Het lijkt alsof ze zich zo verdekt mogelijk wil opstellen. Maar de deur kan niet dicht als zij er staat. Het meisje staat roerloos met haar handen voor haar gezicht. Dan glijden haar vinger uit elkaar en kijkt ze Flora met één oog aan.