Home>>read Getuige free online

Getuige(107)

By:Lars Kepler


Ze houdt haar hand op het stuur zodat de handboei haar pols niet schaaft.

Als ze kwaad of bang is geweest, heeft ze na afloop moeite zich er iets van te herinneren. Het is alsof je een zonnestraal die met een spiegeltje wordt weerkaatst probeert te volgen met je ogen. Hij springt rond en blijft soms trillend hangen bij een detail, voor hij weer verdwijnt.

Vicky schudt haar hoofd, knijpt haar ogen stijf dicht en kijkt dan weer.

Ze weet niet hoeveel tijd er is verstreken sinds de commissaris met de mooie stem met fladderend jasje is verdwenen.

Misschien is Dante al verloren, verdwenen in het zwarte gat dat kinderen, meisjes en jongetjes, naar binnen zuigt.

Ze probeert zich rustig te houden, maar voelt dat ze niet in de auto kan blijven.

Een rat sluipt langzaam langs een vochtige betonnen fundering en glipt dan een rioolput in.

De man die achter in de steeg in een vorkheftruck reed, is opgehouden met werken. Hij heeft de hoge deuren van de loods dichtgetrokken en op slot gedraaid, en is daarna vertrokken.

Vicky kijkt naar haar hand, naar het glanzende metaal dat haar vasthoudt, de rinkelende boeien.

Hij beloofde dat Dante terug zou gaan naar zijn moeder.

Vicky kermt.

Hoe kón ze Tobias weer vertrouwen? Als Dante verdwijnt, is dat haar schuld.

Ze probeert iets door de achterruit te zien. De deuren zijn gesloten, er is geen mens te bekennen, de gele stof van een kapotte markies fladdert in de wind.

Ze rukt met beide handen aan het stuur van de auto, probeert het los te breken, maar het is onmogelijk.

‘Godverdomme...’

Ze ademt hijgend en bonkt haar hoofd tegen de hoofdsteun.

Op een aanplakbiljet met reclame voor vers vlees en Zweedse producten heeft iemand ogen en een treurige mond in het vuil getekend.

De commissaris had nu terug moeten zijn.

Plotseling klinkt er een harde knal, luid als een explosie.

Een ratelende echo sterft weg en daarna is het weer stil. Ze probeert iets te zien, draait zich om maar het terrein is uitgestorven.

Wat doen ze?

Haar hart gaat tekeer in haar borst.

Er zou daar van alles kunnen gebeuren.

Ze ademt sneller en denkt aan een eenzaam kind in een ruimte met onbekende mannen dat huilt van angst.

Het beeld was er zomaar – ze heeft geen idee waar het over gaat.

Vicky rekt zich uit en probeert iets door de raampjes te zien, voelt de paniek vanbinnen toenemen en probeert haar hand uit de boei te wurmen. Het is onmogelijk. Ze trekt harder en slaakt een zucht van pijn. Het metaal glijdt een stukje over de rug van haar hand en blijft dan steken. Ze ademt door haar neus, leunt achterover, zet zich met één voet schrap tegen het stuur en met de ander op de rand van de handboei en daarna zet ze zich uit alle macht af.

Vicky Bennet gilt het uit als het metaal haar huid openhaalt en haar duim breekt om de hand uit de boei te laten ontsnappen.





122


De druk van de loop van het pistool verdwijnt uit Joona’s rug, snelle voeten lopen weg en hij draait zich langzaam om.

Een korte man met een grijs kostuum en een bril stapt nog wat verder achteruit. Hij houdt een zwarte Glock op Joona gericht terwijl zijn linkerhand bleek langs zijn heup hangt. Eerst vraagt Joona zich af of hij gewond is aan zijn hand, maar dan realiseert hij zich dat het een prothese is.

Tobias staat achter een vuile werkbank en houdt Joona’s Smith & Wesson vast, maar lijkt niet te weten wat hij ermee moet doen.

Rechts staat de blonde man met het afgezaagde jachtgeweer op Joona gericht.

‘Roger,’ zegt de korte tegen de man met het jachtgeweer, ‘Micke en jij ontfermen je over die politieman als ik vertrokken ben.’

Tobias staat bij de muur en staart hem aan met ogen die zwart zien van de stress.

Een jonge man met stekeltjes en een camouflagebroek loopt recht op Joona af terwijl hij een pistoolmitrailleur op hem gericht houdt. Het is een klein wapen dat is vervaardigd van onderdelen van diverse andere wapens. Joona draagt geen kogelwerend vest, maar als hij echt moet kiezen, dan wil hij het liefst wat schoten van dat ding. Een pistoolmitrailleur heeft soms dezelfde vuurkracht als een gewoon automatisch wapen, maar heel vaak zijn het slechte, zelfgebouwde dingen.

Een rood puntje trilt op Joona’s borst.

Op de pistoolmitrailleur zit een laservizier van het soort dat sommige agenten een aantal jaar geleden gebruikten.

‘Ga met je handen in je nek op de vloer liggen,’ zegt Joona.

De man met de stekeltjes grijnst ongecontroleerd. Het rode stipje glijdt naar Joona’s maag en beweegt zich dan omhoog naar zijn sleutelbeen.

‘Micke, schiet hem neer,’ zegt Roger, die zijn afgezaagde jachtgeweer op Joona blijft richten.

‘We kunnen geen getuigen gebruiken,’ vindt ook Tobias en hij veegt nerveus langs zijn lippen.

‘Leg dat joch in de auto,’ zegt de man met de prothese zacht tegen Tobias, waarna hij wegloopt uit de machinehal.