Home>>read Getuige free online

Getuige(103)

By:Lars Kepler


Joona probeert onhoorbaar te ademen terwijl hij met zijn linkerhand een knoop van zijn jasje openmaakt en het wapen tevoorschijn haalt. Hij is nog niet helemaal gewend aan het gewicht en de andere balans van het pistool.

In een box staat een bruin stokpaard met zijn snuit tegen het traliewerk. Erachter blinken ski’s met metalen randen, skistokken en een messing gordijnroede.

Het klinkt alsof er iemand wegsloft over de betonnen vloer, maar hij ziet niemand.

Hij huivert bij de gedachte dat Vicky Bennet zich wellicht verborgen houdt onder de stapel oude sleetjes die hij net passeerde, en hem nu van achteren besluipt.

Er ratelt iets en Joona draait zich om.

De gang is leeg.

De afvoerbuizen aan het plafond rommelen.

Net als hij zich terugdraait, springt de verlichting automatisch uit en wordt de kelder zwart. Hij ziet niets, tast met zijn hand en voelt de tralies van een box. Even verderop ziet hij een lampje gloeien in het plastic omhulsel van de schakelaar.

Een geel, vibrerend lampje zodat je de knop makkelijk kunt vinden in het donker.

Joona wacht tot zijn ogen enigszins aan het duister zijn gewend voor hij begint te lopen.

Plotseling dooft het lampje van de schakelaar.

Joona staat doodstil in de gang en luistert intens.

Het kost een seconde voor hij begrijpt dat het lampje afgeschermd wordt, dat er iemand voor is gaan staan.

Hij bukt voorzichtig om geen doelwit te zijn van een blinde aanval.

De machinerie van de lift bromt achter een deur en plotseling is het lampje weer zichtbaar.

Joona stapt naar achteren en hoort tegelijkertijd dat iemand zacht over de vloer schuift.

Er is daar iemand, onmiskenbaar. Er bevindt zich een mens in een van de boxen voor hem.

‘Vicky,’ zegt hij in het donker.

Plotseling gaat de kelderdeur open, er klinken stemmen uit het trappenhuis boven en iemand loopt de trap naar de fietsenkelder af terwijl de lampen knipperen.

Joona benut het moment, hij doet een paar snelle stappen naar voren, ziet een beweging in een box en richt zijn pistool op een in elkaar gedoken gestalte.

Trage tl-flitsen doorklieven de duisternis en dan is het licht. De deur van de fietsenkelder slaat dicht en de stemmen verdwijnen weer.

Joona stopt zijn pistool in de holster, trapt het hangslotje kapot en stormt naar binnen. De gedaante in de box is veel kleiner dan hij aanvankelijk dacht. De gekromde rug beweegt zich snel op het ritme van de ademhaling.

Degene die daar staat is zonder twijfel Vicky Bennet.

Haar mond is dichtgetapet en haar magere armen zijn stevig achter haar rug gedraaid en aan het traliewerk gebonden.

Joona loopt snel naar haar toe om de touwen los te maken. Ze staat met gebogen hoofd hijgend te ademen. Haar verwarde haar hangt over haar vuile gezicht.

‘Vicky, ik zal je los...’

Net op het moment dat hij vooroverbuigt, trapt ze hem hard en onverwacht tegen zijn voorhoofd. De schop is zo hard dat hij achteruitwankelt. Ze hangt aan haar vastgebonden armen en trapt hem tegen zijn borst. Haar schouders schieten bijna uit de kom door het gewicht. Ze trapt weer, maar Joona blokt haar voet met zijn hand. Ze gilt achter de tape, trapt en werpt zich naar voren zodat er een hele sectie van het traliewerk loslaat. Vicky rukt met beide armen en probeert een scherpe stalen lat te pakken te krijgen als Joona haar met zijn superieure kracht tegen de betonnen vloer werkt. Hij houdt haar in bedwang met zijn knie en doet handboeien om haar polsen voor hij de touwen en de tape losmaakt.

‘Ik maak je dood,’ schreeuwt Vicky.

‘Ik ben commissaris bij...’

‘Verkracht me dan, doe maar, mij kan het niet schelen, ik kom achter je aan en maak je dood en alle anderen...’

‘Vicky,’ herhaalt Joona met stemverheffing. ‘Ik ben commissaris bij de rijksrecherche en ik moet weten waar Dante is.’





117


Vicky Bennet ademt gehaast door haar halfgeopende mond en staart hem met donkere ogen aan. Haar gezicht is streperig van bloed en vuil en ze ziet er vreselijk afgemat uit.

‘Als je van de politie bent, moet je Tobias tegenhouden,’ zegt ze schor.

‘Ik heb Tobias zojuist gesproken,’ vertelt Joona. ‘Hij ging net weg om wat e-readers te verkopen die hij...’

‘Die klootzak,’ zegt ze hijgend.

‘Vicky, je begrijpt dat ik je mee moet nemen naar het politiebureau.’

‘Wat zou het ook, doe maar, het interesseert me geen hol...’

‘Maar eerst... eerst moet je zeggen waar de jongen is.’

‘Tobias heeft hem meegenomen, ik geloofde hem,’ zegt Vicky en ze wendt haar gezicht af.

Haar lichaam begint te trillen.

‘Ik geloofde hem weer, ik...’

‘Wat probeer je te zeggen?’

‘Je luistert toch niet,’ zegt ze en ze kijkt Joona met natte ogen aan.

‘Ik luister nu.’

‘Tobias beloofde Dante terug te brengen naar zijn moeder.’