'Prachtig. Grei en ik begrijpen elkaar. Hij vindt het bijzonder prettig om Oberscharführer te zijn en hij verkiest een grijze uniform boven een streepjespak. Ik denk trouwens dat je Grei al kent van voor '33. Je kon hem in de hele stad horen als hij de Internationale zong. Nu geeft hij de voorkeur aan het Horst Wessellied. Alleen een idioot probeert tegen de stroom in te zwemmen.'
Paul Bielert stond op.
'Voorzichtig zijn, Dora, je hebt te veel vijanden.'
SD-Standartenführer Paul Bielert trok zijn zwarte jas aan. Hij maakte zijn bril schoon. Daarna verdween hij in de regen. Een wolf. Een heel gevaarlijke wolf die op lijken aasde.
Hij bleef bij het abattoir staan. Langzaam liep hij naar de grote slachthal, waar de slagersjongens handig de koeien de buik opensneden. Hij ademde diep de geur van bloed in.
Iemand sprak hem aan. Hij antwoordde niet en vervolgde zijn weg.
Een inspecteur kwam aanrennen.
'Hé daar!' riep hij, 'dacht u soms dat het hier een circusvoorstelling was?
Het is hier verboden toegang. Ik verzoek u onmiddellijk weg te gaan.'
Bielert liep met onverstoorbare pas verder.
De inspecteur greep hem bij de arm.
Bielert haalde zijn ovale penning te voorschijn en duwde die bijna tegen de ogen van de inspecteur aan.
De inspecteur liet hem onmiddellijk los, alsof hij zijn vingers had gebrand. Hij maakte een uiterst onderdanige buiging.
'Kan ik u misschien ergens mee van dienst zijn?'
'Donder op,' beet Paul Bielert hem toe.
Stever was een goed soldaat en hij was al vijf jaar in het leger. Je kon heel goed een uitstekend soldaat zijn, ook al was je pas vijf máánden in het leger. Tijd had daar eigenlijk niets mee te maken. "De Verrader" diende al bijna dertig jaar in het leger, maar hij was geen goed soldaat. De commandant van de gevangenis droeg ook al geruime tijd een uniform, maar de man was helemaal geen soldaat en zou het ook nooit worden. Niet omdat hij niet wilde, eenvoudig omdat hij er absoluut geen aanleg voor had.
Dat nam niet weg dat "De Verrader" zowel als de commandant kwaadaardige kerels waren, die voortdurend misbruik maakten van de macht die in hun handen was gelegd. Het waren goede cipiers, uitstekende dienaren van de nazi-staat.
Obergefreiter Stever interesseerde zich niet voor macht. Hij was niet uitgesproken slecht, maar ook niet bijzonder goed. Hij was tevreden. Hij bezat twee uitgaansuniformen, twee dienstuniformen en drie zomerpakken. Alle uniformen werden voor Stever naar maat gemaakt door een kleermaker die op de Grosser Burstah woonde; zijn zoon was een van Stevers gevangenen geweest. Nadien had kleermaker Bille altijd Stevers uniformen gemaakt.
Voor Obergefreiter Stever bestonden er vier soorten mensen: soldaten in actieve dienst en burgers; getrouwde vrouwen en ongetrouwde vrouwen. Hij gaf de voorkeur aan getrouwde vrouwen. Toen hij vijftien was, had Stever al ontdekt dat de meeste getrouwde vrouwen zich seksueel te kort gedaan voelen. Sindsdien had Stever verschillende interessante erotische avonturen beleefd.
De strijd met de vrouw is niet zonder risico; als je niet voorzichtig bent, kun je er de zenuwen van krijgen. Je moet vriendelijk zijn tegen vrouwen en nooit onmiddellijk beginnen met onder hun rokken te graaien. Zo ongeveer had hij het uitgelegd aan Obergefreiter Braun, die er slechts zelden in slaagde een meisje te krijgen, hoewel hij uiterlijk veel knapper was dan Stever.
'Je moet beginnen met vriendelijke, hartelijke, lieve woordjes, van het soort dat je in romans leest en waar ze van gaan huilen. Dan voorzichtig liefkozen, een zoentje in de hals, even met je vinger langs hun neus, dat is niet gek. Je dient ervoor te zorgen dat ze je liefde beantwoorden. En dat is niet zo moeilijk. Doe nooit al te enthousiast of tè hartstochtelijk, zelfs al sta je op springen. Vrouwen laten die al te hartstochtelijke kerels meestal snel in de steek. Als haar vingers beginnen de jouwe te zoeken, houd dan haar hand vast, maar vergeet geen ogenblik dat zij er evenveel plezier in moet hebben als jij. Anders gaat het mis en krijg je in korte tijd een slechte reputatie. Getrouwde vrouwen zijn verreweg het best. Die verlangen naar sensaties die hun man hun niet heeft kunnen geven. In elk huwelijk staat de accu na twee of drie jaar praktisch leeg. Dan zijn er kerels als jij en ik nodig om de zaak weer op te laden.'
Als Stever de gevangenis verliet om zijn getrouwde vrouwen te bezoeken, zou niemand geloofd hebben dat deze keurig verzorgde militair met de vriendelijke, tevreden glimlach dezelfde was die volkomen onverschillig bleef als hij gevangenen moest mishandelen. Hij deed dat altijd alleen op bevel en hij zou heel verbaasd hebben gekeken als men hem er verwijten over had gemaakt. Hij had nooit iemand gedood. Daar stelde Obergefreiter Stever, cipier in de garnizoensgevangenis van Hamburg, een eer in.
GEVANGENISDISCIPLINE
De gevangeniscommandant Rotenhausen liet zich eenmaal per maand de nieuwe gevangenen voorstellen. Bij diezelfde gelegenheid nam hij afscheid van de veroordeelden. Niet van de ter dood veroordeelden, die boezemden de commandant geen belangstelling meer in. Nee, het ging om de gevangenen die vertrokken naar de militaire gevangenissen van Torgau, Glatz en Germersheim.