Home>>read Gestapo free online

Gestapo(81)

By:Sven Hassel


M. STAHLSCHMIDT

Haupt- und Stabsfeldwebel

Ze hadden een medicus laten komen die de overlijdensakte moest ondertekenen. Er was een co-assistent verschenen, een jongeman die zich voor het hele geval niet interesseerde. Hij had het schonkige lijk van de kolonel even aangeraakt met zijn linkerschoen. Daarna had hij Stever gevraagd de pols te controleren.

'Hij is dood,' had Stever aangekondigd.

'Het ziet er wel naar uit,' had de jongeman gezegd en hij had de vulpen van "De Verrader" aangenomen die deze hem voorhield. Als doodsoorzaak vulde hij in: zelfmoord door schot in de rechterslaap. Schedelfractuur. Onmiddellijk gestorven.

De kolonel werd op het gevangeniskerkhof begraven. Daarvoor zorgde de Gestapo. Zijn graf kreeg een nummer. Op zijn papieren werd het stempel "Geheim" gezet en ze verdwenen in het grote dossier dat "Gekados" heette. Niemand zou zijn graf ooit terug kunnen vinden.

"De Verrader" rukte zich los uit deze aangename overpeinzingen en wendde zich tot luitenant Ohlsen:

'Gevangene, trek je kleren uit. Leg ze op twee stoelen. Bovenkleding rechts, onderkleding links. De laarzen tussen de twee stoelen in. Orde en netheid.'

Hij sloeg luitenant Ohlsen even gade. Tot zijn grote teleurstelling reageerde de vent helemaal niet. Wat een imbeciel! Nu zou hij niet eens gelegenheid krijgen voor een geintje. Een doodgewone zaak. Stomvervelend. Hij zou in zijn cel zitten, af en toe vertrekken om te worden ondervraagd en zich houden aan de voorschriften. De heren van de volksrechtbank zouden tien pagina's onnozele opmerkingen aan hem wijden. Tijdverlies. Met of zonder proces, dood ging hij toch. Het zou het executiepeloton wel worden. Op een ochtend zouden ze hem om 7 uur halen, twaalf man van de bewakingstroepen. Flinke kerels met glimmende laarzen en goed onderhouden wapens. Ze zouden grappen maken om hun zenuwachtigheid niet te verraden. Iedereen wilde tegenwoordig stoer doen, ook al verging hij van angst. Samen zouden ze naar de schietterreinen rijden aan de overkant van de weg naar Bremen. Daar zouden ze hem aan een paal binden en een kartonnen bord om zijn hals hangen. En een andere gevangene zou onmiddellijk zijn cel krijgen.

Luitenant Ohlsen ontkleedde zich met engelengeduld. "De Verrader" vond dat hij in ieder geval iets moest zeggen om hem tot spoed aan te manen.

'Verbeeld je niet dat je in een officierenbordeel bent, waar je uren kunt treuzelen voor je je apparaat laat zien. Vooruit, opschieten!'

Zelfs dit had geen invloed op de onaandoenlijke luitenant. "De Verrader" ontblootte zijn gele tanden in een kwaadaardige grijns en dacht: 'Wacht maar tot je voor de commandant staat; we zullen eens zien of je dan nog zo goed in vorm bent. Niemand is nog zonder een paar klappen in zijn gezicht bij de commandant weggegaan.' Hij keek glimlachend naar de ontklede gevangene en deed nog een poging om hem te prikkelen.

'Gevangene, je bent een hoop stront. Je zou walgen als je je zelf in de spiegel kon zien. Geen uniform, geen decoraties, een grote nul. Een aap met knobbelknieën en naar binnen gedraaide voeten. De miezerigste rekruut is hij jou vergeleken nog een held.' Na Obergefreiter Stever een knipoogje te hebben gegeven liep hij een paar maal om Ohlsen heen. Hij schommelde als een tank, maar "De Verrader" was trots op zijn martiale gang.

'Gevangene, tien diepe kniebuigingen met uitgestrekte armen. We moeten ons ervan overtuigen dat je niets op onfatsoenlijke plekjes hebt verstopt. Handpalmen op de vloer en naar voren buigen. Stever, kijk zijn gat na.'

Obergefreiter Stever lachte en deed alsof hij het onderzocht; hij gaf luitenant Ohlsen een schop in zijn achterste, zodat deze voorover viel, maar hij raakte "De Verrader" daarbij tot diens grote spijt niet aan. Als hij dat had gedaan, zou "De Verrader" hem een trap in zijn gezicht hebben gegeven onder het voorwendsel dat hij was aangevallen door een gevangene.

Ongeveer een maand geleden hadden ze hier een sergeant gehad, die na een trap van Stever wel tegen "De Verrader" was aangevallen. Ze hadden hem drie ribben gebroken. Daarna hadden ze hem overgedragen aan de "Gier", die hem op de vloer van zijn cel had gelegd en van de tafel op zijn buik was gesprongen. De sergeant had meer dan een kwartier gebruld van pijn. De hele gevangenis was er wakker van geworden. Op dit moment huisden er in cel 7 twee gekken. Het waren twee Gefreiter van het 9de regiment artillerie. Niemand wist precies hoe ze gek waren geworden. Er werd verteld dat twee onderofficieren wat te ver waren gegaan bij het disciplinair straffen. Die twee onderofficieren waren overgeplaatst. Nu werd de mishandelde sergeant opgesloten in de cel met de gekken. Er was aan die twee ieder een beddeplank uitgereikt en ze hadden toestemming gekregen de nieuweling daarmee af te tuigen. De gekken hadden gegrijnsd en op de weerloze man ingeslagen. Die was nu ook gek. Enige tijd later had hij als ongeneeslijk geval een spuitje gekregen. De twee andere gekken ook, maar niet op het verzoek van de gevangenisautoriteiten. Dr Werner Heyde had het hun gegeven.