We keken met overgave naar het distilleerapparaat waarin de dampen zich omzetten in vloeistofdruppels.
Er zat een hele verzameling om ons heen. In diepe concentratie besproeide Broertje het distilleerapparaat met water geput uit een irrigatiesysteem.
'Het loopt,' riep Porta uit. 'Verdomme, het loopt!' Hij zette er vlug een fles onder.
'O, jongens, wat heb ik een dorst,' mompelde Heide.
Langzaam liep de fles van Porta vol.
De gehele nacht gingen we voort met het vullen van de flessen. Alle vermoeidheid was met één slag verdwenen.
Luitenant Ohlsen bemoeide er zich mee.
'Jullie zijn gek! Als je die rommel drinkt, ga je het hoekje om!'
'Dat zou in ieder geval een mooie dood zijn, luitenant,' antwoordde Heide en streek met zijn vinger een paar druppels op die hij naar zijn lippen bracht.
'Maar wordt het niet gefiltreerd?' vroeg luitenant Spät, die met zijn ogen de druppels volgde.
'Nergens voor nodig.' antwoordde de Légionnaire.
'Maar hoe moet dat dan met de methylalcohol?' vroeg de luitenant.
'Och, daar trekken we ons niks van aan,' antwoordde de Légionnaire onverschillig. 'Het gaat er ons alleen maar om eens lekker sikker te worden.'
'En dat zullen we wel klaarspelen,' zei Heide vol overtuiging.
'Als de Russen wisten dat wij hier zo'n mooi potje op het vuur hebben, dan zouden ze onmiddellijk tot de aanval overgaan.'
'Dit prachtige kookseltje is strikt geheim en vertrouwelijk,' fluisterde Porta geheimzinnig.
Luitenant Ohlsen begon te lachen en liep van ons weg naar een heg, gevolgd door luitenant Spät.
Ook de volgende dag liet men ons met rust onder de appelbomen. De hele dag zijn we daar aan het koken geweest. Om het zo efficiënt mogelijk aan te pakken hadden we ons verdeeld in werkgroepen.
We begonnen toe te geven aan de nieuwe hoop dat men ons daar onder die appelbomen zou vergeten.
Maar even na middernacht hoorden we een motor die met veel lawaai uit de bergen naar ons afdaalde. De motor stopte vlak voor ons. Een onderofficier, geheel bedekt met modder en slijk, sprong op ons toe.
'Waar is de commandant van de 5de compagnie?' schreeuwde hij.
Luitenant Ohlsen stond op om het bericht in ontvangst te nemen.
De koerier verdween onmiddellijk daarop weer met volle snelheid.
'Merde, daar begint het gedonder,' voorspelde de Légionnaire. 'Opschieten met de jajem. Er zit nog hoogstens 10 liter in.'
'We hebben al eenendertig flessen,' riep Porta triomfantelijk uit.
'Wanneer beginnen we nou eindelijk eens met zuipen?' vroeg Broertje.
De Légionnaire keek hem achterdochtig aan.
'Als jij d'er ook maar even je neus in steekt; zal ik je eens wat laten zien, begrepen?'
'Vuile oplichter,' schold Broertje ontevreden.
Het fluitje van luitenant Ohlsen sneed snerpend door de nacht.
'Vijfde compagnie, gereedmaken voor onmiddellijk vertrek. Opstellen op de weg! Vlug, kerels!'
Oberfeldwebel Huhn kwam op ons af.
'Verdomme, hebben jullie dat niet verstaan, soms? Luie schoften! De commandant heeft het bevel tot vertrekken gegeven.'
'De enige schoft hier ben jij,' beet de Légionnaire hem toe. Huhn begon te brullen.
Op dat moment gebeurde er iets waar iedereen verwonderd van opkeek, De Ouwe liep naar Oberfeldwebel Huhn toe en bleef zo dicht voor hem, staan dat hun stalen helmen elkaar bijna aanraakten.
'Oberfeldwebel Huhn,' begon hij op rustige toon, maar elke lettergreep leek een zwaar dreigement, 'ik moet je iets zeggen. Ik ben de commandant van deze sectie, en als je nog één keer het woord richt tot een van mijn mannen, dan schop ik je op je plaats. Ik ben maar een Feldwebel van het front en van het garnizoensleven heb ik geen verstand, maar ik zie wel dat jij niets van het leven aan het front weet. Ik houd er niet van om geweld te gebruiken, maar als jij je in het vervolg niet strikt bepaalt tot je eigen zaken, dan geef ik mijn mannen toestemming om geheel naar eigen inzicht tegen je op te treden.'
Porta begon te lachen.
'Mooi gezegd, maar wat heeft het voor zin om tegen een zwijn een preek af te steken?'
Huhn was van plan om hierop stevig te antwoorden, maar de uitdrukking op het gelaat van de Ouwe hield hem ervan terug. Alvorens zich om te draaien kon hij toch niet nalaten te zeggen:
'Jullie denken dat je handige bliksems bent, hè? Maar mijn tijd komt wel.'
Daarop liep hij naar luitenant Spät toe en begon zich met luide stem te beklagen. Luitenant Spät liep rustig weg en liet hem in zijn eentje staan redeneren.
'Vooruit, kerels, vooruit!' riep luitenant Ohlsen vanaf de weg. 'Aantreden! Verdomme, Porta, schiet een beetje op!'
Porta en Broertje grepen de kookpot tussen zich in en stelden zich in het gelid op voor de luitenant, die net deed alsof hij de grote pot niet zag.
Heide en Barcelona kwamen aanstappen met hun wapens in de hand. De rekruten holden toe, ze stieten elkaar aan en ruzieden. Een van hen gaf Porta per ongeluk een duwtje.