Home>>read Gestapo free online

Gestapo(65)

By:Sven Hassel


'Ik kan je laten opsluiten tot je gecrepeerd bent. Een dwerg als jij zou best met plannen kunnen rondlopen om de kazerne in de lucht te laten vliegen. Je ziet er uit als een gevaarlijk individu.'

De andere officieren loeiden van plezier.

De kleine burger vertrok geen spier; het was alsof de hele zaak hem niet aanging.

'Heb je eigenlijk wel vergunning om dat wapen te dragen?' vroeg Brockmann, op de paraplu wijzend.

'Hij is in volledig saboteurstenue,' constateerde luitenant Berni grijnzend.

Iedereen schaterde. De officieren liepen om de burger heen en bekeken hem van alle kanten, alsof hij een waardevolle aanwinst voor het nationale museum was.

'Het zal hem goed doen om als soldaat te dienen,' zei luitenant Reichelt, die als de grootste vrouwengek van het regiment werd beschouwd. Hij had altijd drie maîtresses tegelijk en hield geen ervan langer dan een maand. Als de feesten van de officieren in het casino op het hoogtepunt waren gekomen, gaf hij een erotische voorstelling, die op een divan begon en in een badkuip eindigde. In het burgerleven was hij wijnhandelaar. Hij had nog nooit aan het front gestaan. Overplaatsingen kocht hij met champagne en cognac af.

Kapitein Brockmann kietelde het mannetje met de knop van zijn rijzweep onder de kin.

'Hoe is jouw vader erin geslaagd een misbaksel van jouw soort te creëren?'

'Hij heeft het met een geluiddemper gedaan,' zei luitenant Berni lachend.

'Je doet me aan een worstje denken,' klonk de schorre stem van stafintendant Schmidt.

Hij was gewoon alle mensen die hij zag met levensmiddelen te vergelijken. Hij leefde voor de vreterij. Toen er 52 kisten met Thüringer worstjes waren verdwenen, had hem dat aan de rand van de waanzin gebracht. Hij had zo luid geraasd en getierd dat het tot ver buiten de kazerne te horen was. Het bureau van de intendance scheen het centrum van een aardbeving. Maar plotseling was het onderwerp van de verdwenen worstjes niet meer op het tapijt gekomen. Sterker nog, Schmidt zei dat ze nooit weg waren geweest, ofschoon zeker acht man bereid waren te zweren dat ze waren weggehaald uit een afgesloten magazijn, waar geen soldaat mocht komen tenzij de intendant hem persoonlijk begeleidde. Het was een magazijn zonder ramen. Alleen dikke muren. De metalen deur had vier sloten en was voorzien van een alarminstallatie, die dagelijks werd gecontroleerd.

Het was natuurlijk heel eenvoudig voor de intendant te bewijzen dat de worstjes er nooit geweest waren en op geen enkele inventaris voorkwamen. Er werd heimelijk gelachen. Iedereen begreep het. Een dief die een dief had bestolen. Maar niemand wist dat Porta de worstjes had laten verdwijnen. Hij had ze verkocht aan een slager in de Lübecker Strasse. Deze brave middenstander kocht alles op wat in de kazernes achterover werd gedrukt.

'Brockmann, ik vind dat je hem eens naar zijn papieren moet vragen,' stelde de intendant voor. 'Hij heeft zich vast op een of andere manier aan de militaire dienst onttrokken. Maar hij kan nog best een flinke soldaat worden. Dat zou je toch wel heerlijk vinden, niet?' besloot hij, zich tot de burger wendend.

Plotseling verscheen een twee meter lange SS-Unterscharführer in de deuropening. Op zijn mouw glansden de zilveren letters SD. Zijn kepi, waarop het zilveren doodshoofdembleem was aangebracht, was uitdagend naar achteren geschoven. Hij hief zijn arm op om te groeten.

'Heil Hitler, Standartenführer. Radiobericht van RSHA in de wagen ontvangen. Speciaal commando 7 heeft de arrestaties verricht.'

Het mannetje knikte vluchtig. De ogen achter de bril met de donkere glazen waren even opgelicht.

'Goed, Müller. Zeg dat het noodzakelijk is de arrestanten te isoleren. Streng te isoleren.' Hij wierp een blik op de officieren die om hem heen stonden.

'Ik dank u voor de gezellige ontvangst. We zien elkaar nog wel eens, heren. Heil Hitler!'

De ogen achter de donkere bril moesten wel vervuld zijn van haat.

Plotseling vonden kapitein Brockmann en zijn collega's de kleine burger helemaal niet komiek meer.

'Ik begrijp er niets van,' mompelde Brockmann. 'Alle duivels, sergeant,' vervolgde hij, 'als jij niet in een marsbataljon terecht wilt komen, zorg je maar dat je te weten komt wie die meneer is.'

'Van de Gestapo?' overwoog de intendant Schmidt, en weer kwelde hem de herinnering aan zijn worstjes.

Onmiddellijk daarop schoten hem enkele kisten met ham, Italiaanse bonen en nog wat kleinigheden te binnen en nu had hij plotseling haast om weg te komen.

Zo snel zijn korte benen hem konden dragen liep hij naar zijn bureau, waar hij al zijn ondergeschikten krachtig uitveterde. Daarna rende hij door de magazijnen waar het hem gelukte in recordtijd een enorme chaos aan te richten.

Twintig minuten later reden twee vrachtauto's van de kazerne weg, propvol ham en bonen. De hele zaak werd voorlopig ondergebracht in een veilige bewaarplaats, waarvoor een collega van Schmidt, die intendant bij een artillerieregiment was, beschikte. Deze operatie kostte Schmidt negentien kisten champagne. Maar voor zijn ham had hij alles over. En hij sidderde bij de gedachte aan de Gestapo.