Goed, ik leg die stok en die laars neer. Ik voelde er niets voor om erachter te gaan wegens insubordinatie. Daarna ga ik negen passen achteruit en kom hinkend op de Feldwebel af om hem model te groeten. Maar hij was nog lang niet tevreden. Tien keer moest ik teruggaan en weer groeten. En hij stond me maar met zijn visseogen aan te kijken. Toen heb ik hem uitgelegd dat mijn grote teen gezwollen was en zwart begon te worden. Hij keek ernaar en zei dat ik die teen niet in de lucht mocht houden. Dan kon ik niet correct groeten, snap je? Ik heb geprobeerd hem aan zijn verstand te peuteren dat die vervloekte teen niet omlaag kon. Maar hij werd grof en zei dat ik meer lichaamsbeweging nodig had.
"Tankaanval van links!" riep hij plotseling. "Dekking zoeken achter die muur."
Ik klom eroverheen. Het was een bevel. Nauwelijks was ik over die drieëneenhalve meter hoge muur heen en lag ik aan de andere kant, of hij moest me alweer hebben.
"Tankaanval van rechts!"
Ik moest weer over die rotmuur springen. Om het niet te eentonig te maken, verzon hij nu een luchtaanval. Straat oversteken. Aan de andere kant over de muur springen. Zo hebben ze een half uur lol met me gehad, hij en die Gerda. Alle vijandelijke wapens zijn tegen me ingezet. En ik maar zweten! En daarna moest ik voor hem in de houding staan.
"Teen horizontaal," beval hij.
"Dat kan ik niet, Feldwebel," zei ik en het was waar.
Hij kwam vlak voor me staan.
"Creutzfeldt, ik waarschuw je voor het laatst, die teen moet het asfalt raken." Ik deed mijn best, maar hij bleef omhoogwijzen. Het was alsof het kreng het expres deed. Toen heeft de Feldwebel een gemene streek uitgehaald. Hij zette zijn hak op mijn teen. Ik loeide van pijn. Toen had hij er wel genoeg van:
"Sukkel, maak dat je wegkomt."
'Jullie hebben geen idee hoe verrot pijn het deed. Tot in de wortels van mijn haar. Ik heb me naar het hospitaal gesleept en daar hebben ze me opgenomen.' En zich tot Porta wendend:
'Heb jij majoor Brettschneider ook meegemaakt, die vent met dat houten been? Een keiharde. Op een dag moest ik 18 maal onder het bed kruipen, omdat ik een worstje onder de dekens had verstopt.'
'Ja, houd maar op,' zei Porta lachend. 'Ik heb die eer gehad. De eerste dag kwam hij al met zijn hele gevolg in de zaal waar ik lag. Hij heeft me aangekeken en me in het gezicht gehoest terwijl ik op de voorgeschreven manier in mijn bed lag. Snikkend heb ik gezegd: "Joseph Porta, Gefreiter, 11de regiment huzaren, tot uw orders, majoor. Ik ben verlamd, zodat ik helaas niet naar het front kan."
Hij keek me aan alsof hij dacht dat ik hem kneep. En hij likte zijn lippen al af, de hengst. Ik verwachtte dat hij een enorme bek zou opzetten. Maar nee, dat stuk ellende begon me heel vriendelijk en begrijpend toe te spreken, zodat ik pas goed bang werd.
"Is het waar? Verlamd, zo'n jonge kerel. Dat is toch te erg."
"Ja, majoor, het is verschrikkelijk," zei ik en ik deed alsof ik nauwelijks kon fluisteren.
Hij lachte hatelijk.
"Wat treft dat nu slecht, soldaatje. Net nu het regiment naar het front zou gaan om de vijanden van het Derde Rijk te verpletteren."
"Majoor, het is afschuwelijk," zei ik weer en ik probeerde of ik nog meer model kon gaan liggen.
Hij sloeg het dek terug, zodat alle verpleegsters me konden bewonderen. Daarna prikte hij me met een naald op verschillende plaatsen. Hij deed zijn best, de schoft. Maar ik hield me goed. Geen kik. Het was alsof hij in hout prikte. Toen hij er genoeg van had wendde hij zich tot zijn bewonderaars.
"Kijk dat soldaatje nu toch eens. Hij beseft heel goed dat hij op een allerongelukkigst moment verlamd is."
Ik lag in de voorgeschreven houding naar het plafond te staren: handen langs het lichaam, voeten gestrekt, zodat de twee grote tenen een hoek van vijfenveertig graden vormen. In het leger moet alles ordelijk toegaan. Anders maak je er een bordeel van.
"Het is heel vriendelijk van je, jochie," zei hij glimlachend, "dat je met je kwaal bij ons bent gekomen. Wees niet bang. Wij maken je wel beter. Ik weet precies hoe het is gegaan. Je was als door de bliksem getroffen, nietwaar? Net toen de oorlog uitbrak. De dag ervoor, toen het nog vrede op aarde was, huppelde je als een konijntje rond. Nietwaar, jochie?" Hij krabde zich achter het oor en keek me met half dichtgeknepen ogen aan.
"Precies, majoor."
"Ik weet er alles van, jochie, maar vertel ons. toch maar eens hoe het gegaan is. Het is een interessant geval."
Aha, zei ik bij mezelf. Het schijnt dat hij zich toch gemakkelijk laat bedonderen, die slager.
"Het ging zo, majoor. Hauptfeldwebel Edel had juist het bevel gegeven dat we ons moesten opstellen voor het uitreiken van munitie. Toen werd ik ijskoud, alsof ik van top tot teen bevroor, en ik zei bij mezelf: Porta, wat heb jij in godsnaam? De hele kazerne draaide als een rad van avontuur om me heen. Ik stond net bij de trap van de wapenkamer toen ik verlamd werd. En ik heb gehuild van teleurstelling, omdat ik nu niet meer op de, heldendood kon hopen. Mijn vader en mijn moeder in Berlijn zouden zo trots op me geweest zijn. Ze hadden aan al hun vrienden en kennissen kunnen vertellen: "Onze zoon is als een held gesneuveld," en nu hebben ze alleen maar een verlamd wrak dat de rest van de oorlog aan zijn bed gekluisterd is." Het gelukte me een traan uit mijn oog te persen en ik vervolgde met een snik in mijn stem: "O, majoor, ik had zo graag aan het front willen staan! Nu zal iedereen me later met de vinger nawijzen, omdat ik geen medaille heb. Gefreiter Porta verzoekt u onderdanig hem te zeggen of u geen manier weet waarop een verlamde in oorlogstijd toch zijn Führer, zijn volk en zijn vaderland kan dienen."