'Bernard de Zuiplap verwacht me in de "Drie Hazen", zei Heide. 'In de "Drie Hazen" zijn meer kippetjes dan dertig stoere jongens in een maand nodig hebben.'
KETTINGREACTIE
Een geroes van stemmen klonk op in de kantine. Glazen rinkelden. Buffetjuffrouwen mopperden onder elkaar. Het stonk er naar gebraden worstjes en bier, vermengd met de benauwde lucht van slechte tabak.
Een halfdronken Feldwebel staarde met zijn ontstoken ogen naar een Hollandse SS-er.
'Je bent geen mooie jongen,' verklaarde hij. 'Je hebt zeiloren. Je bevalt me niet.'
Hij zette zijn stem uit en sprak alsof hij met een kind praatte, zoals naïeve mensen doen wanneer zij het woord richten tot een buitenlander.
De serveuses liepen af en aan met pullen bier.
Porta boog zich over de tafel naar een jonge soldaat, die het zilveren SD-insigne op zijn zwarte kraag droeg en begon te schateren met de zelfverzekerdheid van iemand die dronken is.
'Ventje, jij bent nog maar een snotneus. Een vieze snotneus. Verbeeld je vooral niet dat ik bang voor je ben.' Hij snoot zijn neus met zijn vingers.
'Ik heb een mes. Dat hebben wij allemaal. Weet je waarvoor we het gebruiken?'
De SD-er keek Porta met een neutrale blik aan. Hij was zo voorzichtig geen antwoord te geven.
'Daar heb jij geen idee van, stomme zak.' Porta legde al zijn verachting in het laatste woord.
'Dat gebruiken we om zakken de lul af te snijden.'
'En die zetten we dan op sterk water.'
Broertje had zich in het gesprek gemengd.
'Donder op,' zei Porta heftig. 'We willen niet dat jij aan ons tafeltje blijft zitten.'
'Maar ik zat hier al eerder dan jullie!' riep de SD-er diep verontwaardigd.
'Dat weet ik,' gaf Porta toe. 'Maar nu is het genoeg. Vooruit, maak dat je weg komt.'
'Ben je gek? Ik laat me door jou niet commanderen.'
Porta stond op, nam zijn gele hoge hoed van de vloer en zette die op.
Daarna zei hij op de hooghartige toon van een officier:
'Wel, wel, een soldaatje van de SD. Wat verbeeldt die kluns zich eigenlijk? Weet jij wel dat je een Stabsgefreiter met "u" moet aanspreken, stuk ongeluk?'
Hij dacht even na over de woorden 'stuk ongeluk' en meende ze te moeten vervangen door een meer toepasselijke uitdrukking:
'Gammele speurhond!' riep hij. Daarna nam hij een slok bier en wisselde een blik met Broertje.
'We zullen de oorlog verliezen. Die vent bewijst het. De discipline is naar de bliksem.'
'Nou, dat kan me te pas komen,' bekende Broertje.
'Jij wordt nog eens opgehangen, kameraad,' zei Porta rustig en hij wendde zich weer tot de SD-er. 'Zeg eens, ben jij soms doof? Ik heb jou gezegd dat je moet opstaan als ik met je praat.' Hij hield hem zijn mouw onder de. neus en vervolgde:
'Ken jij de distinctieven van een Stabsgefreiter in ons roemrijke leger niet? Twee strepen en een wollen draadje. Opstaan, verdomme!'
'Ik denk er niet aan, je kunt barsten!' brulde de SD-er, die nu al zijn zelfbeheersing kwijt was. Hij sprong op, legde zijn handen op het tafelblad en keek Porta dreigend aan.
'Insubordinatie? Hè!' zei Porta verrast. 'Broertje, schrijf jij alsjeblieft even een rapportje.'
'Je weet best dat ik niet kan schrijven,' protesteerde Broertje. 'Maar ik kan je wel aan twee vuisten helpen.'
'Ga je gang,' beval Porta.
Broertje dronk zijn bier op, haalde een reusachtige sigaar te voorschijn en stak die in zijn mond.
Barcelona gaf hem vuur.
Hij stond op, een vent als een boom, krabde zich over zijn borst en hees zijn broek op. Met zijn sigaar wees hij naar de SD-er.
'Mee, jochie. Ik zal je een lesje geven.'
'Wat moet je met me? Ik heb jou niks gedaan!' riep de SD-er, Broertje zenuwachtig opnemend. Maar die nam hem bij de schouder en duwde hem vriendelijk maar vastberaden in de richting van de deur.
Enkele minuten later kwam Broertje zonder de SD-er terug. Hij greep Heides glas en dronk het leeg.
'Ik heb hem K.O. geslagen. Bij de tweede stoot ging hij al voor lijk. Dat zie ik graag,' zei hij vertrouwelijk. 'Herinner je je de eerste keer dat we de Légionnaire hebben meegemaakt?'
'Toen was jij het die tegen de vlakte ging,' zei Barcelona grinnikend.
'Wat zeg je?' protesteerde Broertje. 'Ik heb de Légionnaire erin laten lopen door hem zijn hand te laten verstuiken.'
'Je hebt gelijk, kameraad, maar dat gelukt je nooit meer.'
'Maar die dag wel,' zei Broertje en hij lachte trots.
'Zeker.'
Porta zette zijn bierpul met een smak op de tafel en brulde uit alle macht om zich verstaanbaar te maken boven het helse lawaai in de kantine:
'Hé, grieten, teven, vijf dubbele, half Slibowitz, vlug dan toch, verdomde hoeren!'
De dikke Helga kwam aanlopen. Zoals ze daar wijdbeens voor Porta stond met haar vuisten op haar enorme heupen was ze een indrukwekkende verschijning. Ze deed denken aan een sergeant van het ergste soort.
'Wat denk jij wel? Als jij mijn meisjes voor hoeren uitscheldt, smijt ik je eruit. We zijn fatsoenlijke serveuses en lid van de partij. Denk daar goed aan! En de vriend van Gertrude is bij de SD. Als die je aftuigt, ken je je zelf niet terug.'