'Jij zult vandaag of morgen nog eens je nek breken, Julius,' zei Barcelona. 'Ik heb er meer gekend van jouw soort. In Spanje. Ze liggen allemaal al onder de groene zoden.'
Heide lachte minachtend. 'Jij gaat er van ons tweeën het eerst aan.'
'Vooruit, verder,' zei de Ouwe en maakte een einde aan het gesprek. 'En bek dicht! Anders raken we in de puree.'
Kort voor de ochtendschemering keerden we in onze sector terug. Daarna brachten we de tijd door met onze posities te versterken. De majoor had eindelijk zijn angst overwonnen. Hij gaf bevel dat het appèl de volgende ochtend zou worden afgenomen.
Wij hadden het ons in de veroverde loopgraaf zo comfortabel mogelijk gemaakt, maar er lagen toch voortdurend mannen achter de mitrailleurs om in te kunnen grijpen als dat nodig zou zijn. We kenden de Russen. Ze zouden het zich best in het hoofd kunnen halen om de loopgraven door een onverwachte aanval terug te veroveren. Dat soort dingen was hun specialiteit.
'Vooruit, Porta, vertel eens wat,' zei luitenant Ohlsen.
Julius Heide viel hem bij.
Porta spuwde eerst nog wat zonnebloempitten uit.
'Goed, maar wat voor verhaal. Je gaat toch zeker ook niet naar de bioscoop en zegt: "Laat me een film zien"!'
'Iets over een fikse opruimpartij,' zei Broertje en wreef zich in de handen.
'Jij denkt ook nooit ergens anders aan,' zei Stege vol weerzin.
'Verdomme, kerel als jij een handgranaat in je reet wilt hebben, dan hoef je maar te kikken,' schreeuwde Broertje geërgerd, 'als ons gezelschap niet fijn genoeg voor je is...' Hij wendde zich tot Porta.
'Vooruit, Porta, dan maar een verhaal over wijven. Ik hoor graag kletsen over grieten die zo heet zijn als brandende peper.'
'Ja, dat weet ik,' zei Porta lachend. 'Jij moet lekker schuine verhalen en dan een beetje anders dan anders, hè? Nee, vandaag wil ik het eens over de moraal hebben. Laat eens kijken...' En hij deed alsof hij diep nadacht. 'Bij voorbeeld die geschiedenis van de huiseigenaar die de putjesschepper bedroog. Maar nee, dat zou jullie waarschijnlijk niets zeggen. Ik moet iets anders zien te vinden. Iets dat geschikt is voor een dag waarop we op appèl gaan, midden in een gevaarlijke fase van de oorlog. De edele Breslause baron, die door een kwaadaardig noodlot op onze weg is gestuurd, eist discipline en orde en de man heeft gelijk. Zonder orde kan men niet aan een oorlog als deze meedoen. Een oorlog moet je ernstig nemen, net als alles wat met het militaire te maken heeft. Hebben jullie al eens een officier grapjes horen maken terwijl hij zijn sabel trok? Nietwaar, een mens moet ernstig kunnen blijven. Daar zit jij nou bij voorbeeld, Broertje, en je hebt midden in de oorlog niet eens een helm op je kop. En waar is je gasmasker? Geen idee van, hè? En kijk nou eens naar je uniform! Mijn god, Broertje! Toon een beetje karakter. Op die manier lopen we nog gevaar de oorlog te winnen. Heb je enig idee wat we daar een narigheid van zouden krijgen?!'
'Ik hoef de oorlog niet te winnen,' bromde Broertje. 'Zeg maar waar ik mijn kaart moet inleveren, dan bedank ik meteen voor die troep.'
'Zal je niet glad zitten,' antwoordde Porta. 'Zo gemakkelijk verlaat je het militaire leven niet. Dit is het Leger des Heils niet! Maar dat komt allemaal nog wel. We hebben al geluk gehad. Jezus, de beminde zoon van Maria en Jozef van Nazareth, heeft ons al een adellijke commandant gezonden, een vent met een blauwe kont en heel licht bloed. Die doet zijn uiterste best om de oorlog te verliezen. Maar dat weet hij zelf niet. Hij wil appèl houden, zo'n fraai militair appèl volgens de al even fraaie voorschriften, net als in de goede, oude tijd, in het garnizoen op maandagmorgen.' Hij hield Broertje een handgranaat onder de neus.
'Weet je wat dat is?'
'Een handgranaat!' schreeuwde Broertje. Hij hield het gevaarlijke projectiel scherp in het oog.
'Goed zo, mijn jongen, een handgranaat. Juist. Model 1908. Geboren in de materieelkliniek van het Bambergse leger. Door de lieve handjes van grieten in elkaar gefrommeld en aan ons, de helden, toegezonden. Weet je waar dat ding voor dient?' Porta liet de handgranaat boven zijn hoofd draaien. Men zag de slagpen bewegen.
'Pas een beetje op,' zei Steiner, 'dat ding kan best exploderen en dan zijn we er allemaal geweest.'
'Maar dat is nu juist de taak van het ding,' zei Porta. 'Uiterst nuttig. Je kunt er een Rus mee doden of een onderkomen mee schoonvegen. Je kunt hem gebruiken om een wijnkelder te openen, maar je kunt er ook een commandant die je niet bevalt, mee naar de andere wereld helpen.'
'En je kunt ermee gaan vissen,' merkte Broertje rustig op.
'Juist,' zei Porta, 'je bent dus toch niet zo stom als je eruit ziet. De Breslause commandant zal blij zijn als hij hoort wat jij allemaal hebt geleerd. Ik stel me zo voor dat hij je toe zal schreeuwen: "Obergefreiter! Stuk zwijn! Ik zal jou wel eens een lesje geven. Jij hebt een eerlijke dood verdiend, jij zult het vuurpeloton eer aandoen"!'