Boven onze hoofden een hels spektakel. Een verblindende zee van vlammen veranderde de duistere hemel in een hellicht scherm. Het leek klaarlichte dag.
Porta had gelijk gehad. De raketten namen nu aan de strijd deel. Ze schoten het ene zware salvo na het andere af zonder te weten waarop ze moesten richten. De meeste raketten kwamen achter ons terecht. Ik vloog met grote sprongen naar achteren en liet me naast luitenant Ohlsen neervallen. Die raketten zijn rotdingen.
De Russische luitenant ging er op dat ogenblik met forse sprongen vandoor, gevolgd door zijn vijf mannen.
'Dosvedanja.' schreeuwde hij nog en verdween.
Het bataljon van de commandant deed precies wat Porta had voorspeld. Het sloeg op de vlucht. Maar tot onze grote verwondering deden de Russen geen aanval. Later hoorden we dat zij ook op de vlucht waren geslagen.
Pas na zevenen keerde de rust in de sector terug. De Russen bleven echter voortdurend ons terrein met hun artillerie bestoken.
Laat in de middag werd eindelijk het contact met de bataljonsstaf hersteld. Het appèl werd geannuleerd. Men nam de vroegere posities weer in. De telefoondraden werden hersteld. Niemand wist eigenlijk precies wat er was gebeurd.
Luitenant Ohlsen kon een verrassende infanterie-aanval melden. Een detachement had getracht onze loopgraven te veroveren. De aangrenzende compagnie kwam met dezelfde verklaring. En daarmee werd het gebeurde als zodanig vastgelegd.
Wij hadden zes dode Russische soldaten bijeengezameld en die in de bomen opgehangen. Luitenant Ohlsen stelde een rapport op, waarin werd vermeld dat de executie had plaatsgevonden.
De volgende ochtend zond de majoor ons zijn adjudant, die de ophanging moest constateren. De adjudant verscheen in onze sector, maar wenste de lijken niet te zien. Hij richtte zich tot luitenant Ohlsen met de woorden: 'Wij zijn het erover eens dat ik de lijken gezien heb.'
Toen de adjudant verdwenen was, zei luitenant Ohlsen: 'Dat betekent dus dat we ons al dat moordend gedoe hadden kunnen besparen.'
De volgende avond kregen we bevel een verkenningspatrouille achter de Russische linies te zenden. Men wilde weten over hoeveel artillerie de vijand beschikte en of er aan de andere kant ook tanks gereed stonden.
Het werd natuurlijk werk voor onze groep. Het zou ook gekkenwerk zijn geweest dat aan rekruten op te dragen.
Een voor een doken we uit onze dekkingsgaten op en begaven ons met sluipende passen in de richting van de Russische loopgraven.
Broertje rende met de strop in de hand.
'We verdelen het goud.' had Porta tegen hem gezegd, vlak voor we onze putten verlieten.
We wisten heel goed wat hij daarmee bedoelde. Die twee kwamen nooit een lijk voorbij zonder te controleren of er misschien gouden vullingen zaten in tanden, die dan onmiddellijk met een tang werden uitgebroken.
'Die verzamelwoede van jullie gaat je nog eens de kop kosten,' voorspelde de Ouwe. 'Jullie begaan daarbij twee misdaden tegelijk. In de eerste plaats is dit lijkenschennis en als zodanig in alle landen verboden. In de tweede plaats heeft onze regering bepaald dat alle gouden kronen staatseigendom zijn en moeten worden afgegeven bij het dichtstbijzijnde bureau van de SS. Op overtreding staat de doodstraf.'
'Wat een pessimist,' zei Porta lachend.
'Ik zal de mijne beslist niet inleveren,' verklaarde Broertje. 'Ik ben van plan na de oorlog van de opbrengst een slagerij en een bordeel te kopen. In de concentratiekampen trekken ze levende mensen de gouden tanden uit de bek. Wij zijn op dat punt veel menselijker. Wij wachten tot ze eerst zijn koud gemaakt.'
'Hou toch je bek, smeerlap,' schreeuwde Stege.
'Bemoei je er niet mee, blotekonten-intellectueel,' schreeuwde Porta dreigend. 'Hou jij je maar bij je boekjes, dan zullen wij onze eigen zaakjes wel opknappen. We zullen wel zien wie er ten slotte het verst komt.'
We waren al ver achter de Russische linies, toen de Ouwe plotseling, stomverbaasd, in een ravijn bleef staan.
'Er is daar beneden iemand,' fluisterde hij.
Broertje en de Légionnaire drongen zwijgend dieper in de struiken door om de zaak van nabij te gaan onderzoeken.
'Kom allemaal maar hier,' riep de Légionnaire ons met gedempte stem toe,' het zijn oude bekenden.'
Wij trokken ook het struikgewas binnen.
'Oude bekenden?' vroeg de Ouwe en keek naar de vijf opgehangen Russen.
'Geëxecuteerd,' zei Porta kortaf. 'Nagan-schot in de nek.'
'Wat staat er op het papier dat op hun borst is gespeld?' vroeg Broertje.
'Verraders van het volk.'
'Allemaal voor niks geweest,' mompelde Barcelona en gaf een van de lijken een schop.
We hadden onze ex-gevangenen onmiddellijk herkend. Onze grootopgezette overvalstruc had niets uitgericht.
'Ik vraag me af wat er is gebeurd,' zei de Ouwe peinzend. 'En waar is de luitenant gebleven?'
'Je bent toch niet van plan te gaan jammeren over die verrekkelingen,' zei Heide grommend. 'Als ik geweten had dat ze ervandoor gingen, had ik ze persoonlijk neergeknald.'