Ze rolden zich in hun dekens om nog even uit te rusten.
Porta arriveerde.
'Ik hoor dat de commandant bevel heeft gegeven dat de pelotons zich op het appèl moeten melden. Ik veroorloof me u te melden dat Broertje en ik klaar zijn. Mijn hoed en mijn voeten zijn gewassen en we hebben rode bandjes gevlochten in ons pikhaar.'
'Donder op!' zei luitenant Ohlsen venijnig.
'Goed, luitenant, ik ga.' Hij nam zijn grote gele hoed af, wreef er nog eens energiek over met zijn mouw, blies er op en wreef opnieuw.
'Wat een pracht ding, hè! U zult zien dat onze Breslause commandant daarmee in zijn nopjes zal zijn en als hij dan nog die rode vlechtjes in ons pikhaar ziet. Broertje en ik hebben daar veel zorg aan besteed. Als hij niet begrijpt wat dat betekent, zullen we hem vertellen dat dit ons galatenue is.'
'Hij zal de gehele compagnie laten executeren,' bromde de Légionnaire.
'Porta, voor de laatste keer, ik wil die hoge hoed niet zien in de buurt van de staf van de majoor!' zei luitenant Ohlsen op dreigende toon.
'Maar hij is toch zo mooi, luitenant.' En hij blies er weer op om een denkbeeldig stofje te verjagen.
'Ik zou er de morgenjas nog bij kunnen aantrekken die ik van de Roemeense baron heb gewonnen.'
'Die zak van een commandant stikt van woede als je zo voor hem verschijnt,' zei Heide.
'Goed, maar op dit ogenblik is Joseph Porta, Stabsgefreiter bij de gratie Gods, verdomd ongeduldig. We moeten een bezoek gaan afleggen bij broeder Iwan. En doe de ogen niet voortijdig dicht – of jullie krijgen ze nooit meer open.'
Niemand had zin om te gaan slapen. Wij konden vaag zien dat Porta, Broertje en de Légionnaire uit hun put kropen. Zij verdwenen door de eerste prikkeldraadversperring en werden door de duisternis opgeslokt.
'Ik hoop dat het goed afloopt,' zei luitenant Spät.
De minuten gleden voorbij. Barcelona-Blom en de Ouwe hadden hun mannen intussen gewaarschuwd. De drie groepen mortierschutters hielden zich gereed en stonden met de granaten in de hand.
Barcelona hield de zware vlammenwerper tegen zich aan gedrukt. Voor de honderdste keer controleerde hij of dit afgrijselijke wapen voor onmiddellijk gebruik gereed was.
'Had ik de afsluiter maar door een nieuwe kunnen vervangen,' bromde hij. 'Nu heb ik hem moeten repareren met behulp van een stuk kauwgom.'
'Daar is geen tijd meer voor,' zei luitenant Ohlsen kortaf, 'we hebben nog maar vier minuten.'
Heide draaide zich dreigend om. Hij lag achter zijn zware machinegeweer. Hij keek alle nieuwelingen strak aan.
'Degene die me niet vlak op de hielen volgt als ik er op los ga, schiet ik persoonlijk neer! Panjemajo?'
Een rekruut van zeventien jaar begon te huilen.
Heide gleed naar hem toe en sloeg hem drie, vier maal hard op zijn gezicht.
'Hou op met dat gejank. Wat kan je nou gebeuren, ze kunnen je hoogstens de kop van je lijf knallen. En nou stil of je bent er geweest nog voor de aanval begint.'
De rekruut begon uit alle macht te brullen. Heide wierp zich op hem en sloeg hem keer op keer links en rechts met de vlakke hand in het gezicht.
'Bek houden, schoft, óf je gaat eraan!'
Luitenant Ohlsen en de Russische luitenant sloegen het toneeltje zwijgend gade. Wat Heide deed was wreed en cynisch, maar noodzakelijk. De angst van de jonge rekruut zou op de gehele compagnie kunnen overslaan en een afdeling die in paniek vlucht, is een bijzonder gemakkelijk doelwit voor de vijand. De mannen van de afdeling zware machinegeweren waren vanaf dit ogenblik banger voor Heide dan voor de Russen.
'Wat u daar gedaan heeft, was juist, sergeant,' zei de Russische luitenant.
'Ja, zolang de oorlog duurt,' voegde luitenant Ohlsen er onmiddellijk aan toe.
Hij was nauwelijks uitgesproken of het terrein voor ons wekte de indruk uiteen te spatten. Een langaangehouden explosie deed de grond in onze omgeving sidderen. Daarop hoorde men een langgerekte helse schreeuw. Men zag het reusachtige lichaam van Broertje opduiken, de bolhoed op het hoofd. Hij stond vlak bij de vijandelijke loopgraven. De pistoolmitrailleur die op zijn heup steunde, spuwde zonder onderbreking spoorkogels uit. Schaduwen en silhouetten vluchtten weg in panische angst. Deze aanval kwam als een blikseminslag bij heldere hemel.
'Wat een kerels!' riep de Rus bewonderend uit.
'Barcelona!' brulde luitenant Ohlsen.
Barcelona kwam overeind en stormde naar voren. Seconden later lichtten de vlammen van zijn wapen op en veranderde snel vluchtende mannen in brandende toortsen.
Luitenant Ohlsen liet zijn arm zakken. Al onze automatische wapens spuwden tegelijk vuur.
Heide lachte fanatiek en schoot het ene salvo af na het andere.
'Mortieren, vuur!' brulde luitenant Spät.
De granaten vlogen in een boog door de lucht en explodeerden vlak achter de Russische loopgraven.
Elke soldaat van de compagnie was nu koortsachtig in actie. Niemand had meer tijd om bang te zijn.
Ik klapte de driepoot van mijn lichte mitrailleur in en installeerde me in een granaattrechter in niemandsland. Een hele groep schoot haastig uit de loopgraven vóór mij te voorschijn. Soldaten door panische angst aangegrepen. Ik haalde diep adem en drukte de kolf tegen mijn schouder aan, alsof ik me op de schietbaan bevond. Na goed gericht te hebben schoot ik het magazijn leeg dat mijn assistent, een al oudere man, onmiddellijk wegrukte en door een ander verving. Ik richtte weer en drukte af.