Porta lachte zacht.
'Heb je gezien hoe bleek die andere garnizoensratten werden? Ze wisten best dat wij het met opzet hadden gedaan, maar ze kunnen het niet bewijzen. Hoeveel gratis bier zouden we vanavond kunnen drinken, dacht je?'
Ze spuwden op het lijk.
'Geloof je dat hij nu in de hel is?' vroeg Broertje.
'Daar is geen twijfel aan,' antwoordde Porta. 'Onze Lieve Heer wil hem niet hebben.'
'Geloof je dat Onze Lieve Heer ons wel wil hebben, Porta?'
'Bek houden, jij speelt. Praat niet over zulke dingen.'
'Zijn hersens waren uiteengespat op de paal.'
'Hij zal er wel niet veel gehad hebben,' overwoog Porta.
'Hij was getrouwd,' vervolgde Broertje. 'Ik ga eens op bezoek bij zijn vrouw en dan kruip ik bij haar in de koffer. Ze heeft niets aan hem verloren.'
'Jij hebt een goed hart. Broertje,' zei Porta.
Samen dronken ze de fles leeg en gooiden die uit de auto.
Porta wierp een kaart op het lijk en kondigde triomfantelijk aan:
'Troef.'
Het was al laat toen ze in de kazerne aankwamen en ze lieten het lijk die nacht maar in de vrachtauto liggen.
Twee dagen daarna, juist toen het regiment bevel had gekregen zich voor het vertrek gereed te houden, kwam een klein groepje nieuwelingen in de kazerne aan. We stonden juist voor de ramen van het gebouw waarin de 5de compagnie was ondergebracht.
Plotseling riep de Ouwe verbaasd:
'Nee maar, dat had ik nooit gedacht! Alfred, zie je die vent, de tweede man in het derde gelid?'
De kleine Légionnaire begon te schateren.
'Allah is wijs. Allah is rechtvaardig. Stabsfeldwebel Stahlschmidt. Hij is van harte welkom.'
"De Verrader" keek omhoog. Hij herkende de Ouwe en de Légionnaire, verbleekte en stootte de Gier die naast hem stond met zijn elleboog aan.
'Nu staan we voor de poort van de hel. Als ik die Stever ooit ontmoet wanneer we de oorlog hebben verloren, zal ik met hem afrekenen.'
'Stahlschmidt, ik weet over wie je praat, ik weet wat je denkt. Maar houd met één ding rekening: vanaf vandaag ken ik jou niet meer.'
Porta slaakte een gebrul.
'Heil SS! Eindelijk zijn jullie dus bij ons gekomen! Vijf minuten voor de trein vertrekt nog wel!'
Een doodsbleke soldaat midden in de groep keek op.
Op de groene kraag van zijn linnen uniform was het onderscheidingsteken van de SS nog vaag te zien. Enkele draden van het losgetornde embleem wapperden in de wind. Op zijn schouder droeg hij een zilverglanzende hoorn, hangend aan het gele koord van de cavalerie.
Het was de voormalige chauffeur van Paul Bielert.
Hauptfeldwebel Edel ontving de nieuwelingen op de traditionele manier:
'Zo, bleke luilakken. Welkom bij onze troep. Voor jullie naar het Oostfront gaan, zullen we jullie nog eens goed laten hijgen. Ik ben een verdraaid aardige kerel voor lui die ik mag, maar ik mag jullie niet. Morgen en overmorgen latrinecorvee. En ik zeg er van tevoren bij: alles moet zo glimmen dat ik me erin kan spiegelen!'
Kolonel Hinka kwam bedaard aanstappen. Zijn leren jas was grijs van het vocht. Zijn kinderlijke gezicht onder de pet lachte breed. Hij knikte.
Edel draaide zich om, sloeg de hakken tegen elkaar, groette en riep op de toon van de ervaren onderofficier:
'Commandant, Hauptfeldwebel Edel, 5de compagnie, tot uw orders met 20 man pasaangekomen versterkingen.'
Hinka lachte zacht en keek even omhoog naar de ramen waar achter wij stonden.
'Dank je, Hauptfeldwebel! Laat die jongens wat draven, zodat ze zich bij ons thuis gaan voelen. Ik geloof dat we korporaal Alfred Kalb maar eens opdracht moeten geven hun wat te leren.'
'Tot uw orders, commandant,' riep Edel, vlot als steeds.
De kleine Légionnaire was al naar beneden gelopen, gekleed in veldtenue. Hij salueerde onberispelijk voor kolonel Hinka, die zijn groet beantwoordde.
'Korporaal, die jongens hebben wat training nodig om zich hier thuis te voelen. Maar laten we hen eerst eens begroeten.' Gevolgd door de Légionnaire en de Hauptfeldwebel liep hij langs de groep. Bij "De Verrader" bleef hij staan.
'Naam?'
'Tot uw orders, kolonel. Stabsfeldwebel...'
Hinka had een blik op zijn papieren geworpen en viel hem in de rede:
'Jij komt uit de garnizoensgevangenis! Je hebt jaren in gevangenissen dienst gedaan, maar aan het front ben je nog nooit geweest. Dat wordt nu anders. Dit is een frontregiment, dat altijd naar de plaatsen wordt gezonden waar het heet toegaat.' Hij keek de ander aan. 'Je bent uit je functie ontheven wegens het mishandelen van gevangenen?'
'Het was een vergissing, kolonel,' protesteerde "De Verrader" met moedeloze stem.
'Natuurlijk, Stabsfeldwebel,' zei Hinka lachend. 'Het is altijd een vergissing als er iemand bij ons komt.'
De Légionnaire staarde "De Verrader" strak aan; hij maakte het klepje van zijn rechterjaszak dicht en glimlachte koel.
Ze liepen verder. Hinka stond nu voor de Gier.
'Nog iemand uit de garnizoensgevangenis. Ze hebben daar grondig schoongemaakt.'