Stever stond op de drempel van de gevangenis en floot onverschillig een liedje. Het was een dansmelodie die hij in het 'Zillertal' had gehoord maar hij bracht er niet veel van terecht. Met zijn vinger tikte hij de maat op de kolf van zijn pistoolmitrailleur:
Du hast Glück bei den Frauen, bel ami...'
Daarna ging hij over op een ander nummer en neuriede:
Liebe Kameraden, heute sind wir rot,
morgen sind wir tot.'
De gevangenen draafden achter elkaar aan. Onderlinge afstanden van drie passen. Handen gevouwen in de nek. Met elkaar spreken was streng verboden.
Plotseling werd Stever buitengewoon actief. Hij ging rechtop staan, bracht zijn PM in de aanslag en brulde met schorre stem:
'Harder lopen, zakken die jullie zijn! Vooruit, laat eens wat zien!' Hij sloeg de gevangene die langs hem heen liep met zijn stok. 'Hup twee, hup twee, stukken ongeluk!'
De gevangenen liepen nu sneller. Enkelen kwamen te dicht bij elkaar.
'Afstand houden, kaffers!' riep Stever. 'Het is hier geen naaikransje.' Hij sloeg twee gevangenen op het hoofd met de loden knop van zijn stok. 'Drie pas afstand houden of ik breek jullie de botten!'
De gevangenen draafden nu rond en hielden zorgvuldig afstand. Niemand voelde er voor een slag met de loden knop in zijn nek te krijgen.
'In de maat, in de maat, heren!' riep Stever. 'Jullie hebben nog een hele afstand af te leggen. Ik ben verplicht jullie in training te houden. Wie weet, misschien krijgen jullie gratie en gaan jullie naar een strafregiment.'
De gevangenen spitsten de oren. In hun uitgebluste ogen kwam weer iets van hoop. Had Stever iets gehoord? Gratie? Een strafregiment?
De hel van het strafregiment scheen de ter dood veroordeelden een paradijs toe. Misschien kon de staat zich geen executies meer permitteren, omdat het gebrek aan soldaten zo groot was geworden. Met de al geëxecuteerde militairen had men twee of drie divisies kunnen vormen.
Stever tikte met zijn stok tegen zijn laars en speelde met het slot van zijn PM. Hij lachte luid alsof hij de gedachten van de gevangenen kon lezen.
'Dat zouden jullie wel willen, hè? In een strafregiment kruipen. Maar maak je geen illusies. Het overwinningsfeest beleven jullie niet. Ik kan jullie in vertrouwen zeggen dat de laatste olie voor jullie al wordt gekocht bij de drogist in de Davidstrasse. Het is trouwens de vraag of er aan jullie heilige olie wordt verspild.' Hij wendde zich tot de schildwacht op de muur. 'Wat zeg jij, Braun?'
'Het zou zonde zijn,' bromde Gefreiter Braun.
'Met een beetje geweerolie gaat het ten slotte ook wel,' zei Stever grinnikend.
"De Verrader" dook plotseling op. Hij ging naast Stever staan.
'Wacht maar eens even,' zei hij. Daarna hief hij zijn stok op en slingerde die door de lucht, zodat hij een van de gevangenen precies in de nek trof. 'Jij daar!' riep hij, 'jij had je bek opengedaan, breng me mijn stok terug!'
De gevangene, een Oberstleutnant met een witte streep op het rode embleem, trad naar voren, raapte de stok op en draafde ermee naar "De Verrader".
Deze gaf hem nog een paar meppen op zijn nek.
'Je bent een hoop stront,' constateerde hij.
Stever lachte.
'Sneller, sneller, hemelvaartkandidaten!' riep hij. 'Nog sneller! Jullie lopen rond als een stel gepensioneerde hoeren.'
"De Verrader" schonk hem een berustende blik.
'Nee, nee, Obergefreiter, jij weet nog niet hoe het moet. Wacht, ik zal het je voordoen, dan leer je nog eens wat.' Hij ging midden op het binnenplein staan, liet zijn lange stok boven zijn hoofd ronddraaien en opende en sloot zijn mond alsof hij het gewricht ervan controleerde. Toen brulde hij uit alle macht: 'Gevangenen, met tweeën komen.'
De ter dood veroordeelden voerden het bevel uit.
"De Verrader" boog even door zijn knieën en controleerde of iemand de moed had ook maar de geringste beweging te maken. Voor een echte Pruis zoals hij was dit een heerlijk moment. Stabsfeldwebel was de beste rang van het hele leger. Hij zou die zelfs niet voor de generaalsrang willen verruilen. Hij had executies bijgewoond van alle mogelijke militairen. Maar er was nog nooit een Stabsfeldwebel bij geweest. Hij had ook nooit gehoord! dat ook maar één van zijn collega's ter dood was veroordeeld. Maar plotseling dacht hij aan de geschiedenis met de bezoekpasjes en er liep een koude rilling over zijn rug. Maar het zou wel loslopen. "Mooie Paul" had vast belangrijker dingen aan zijn hoofd. Hij zette zijn zorgen van zich af en benutte al zijn energie om Stever te tonen hoe een Stabsfeldwebel soldaten drilde.
'Gevangenen, in marscolonne, voorwaarts mars! Hoofd... links!'
Stever lachte. De schildwacht op de muur lachte. "De Verrader" stak zijn borst trots naar voren. Nu kon hij precies doen wat hij wilde. Hij beval de parademars. Het behoorde tot de traditie dat niets, zelfs geen aardbeving, een eind aan de bewegingen mocht maken voor het bevel had geklonken.