'Geloof je in God?' vroeg luitenant Ohlsen, recht voor zich uit starend.
'Waarom dacht je dat?'
'Je zei toch dat God ons wacht.'
'Och ja, dat is misschien wel zo. Ik zou het niet weten. Maar de dominee zegt vlak voor het zo ver is altijd tegen de jongens: Laten we samen bidden, dan zal Jezus je ontvangen, Hij moet er toch wel verstand van hebben. Zo'n oude hemelsoldaat heeft een directe telefoonverbinding met het paradijs. Toch is het een smeerkees, die dominee. Hij snuit zijn neus in zijn toog. En zijn neus loopt altijd. Ze noemen hem "Hm-Müller", omdat hij altijd "Hm" zegt. Als je neerknielt om met hem te bidden, straalt hij over zijn hele smoel. Ik vraag me af wat hij eraan heeft als hij iemand zover krijgt dat die bidt. Misschien levert het hem een betere plaats in de hemel op.'
'Ik zal met die dominee bidden,' zei luitenant Ohlsen.
'Dat is geweldig,' zei Stever grijnzend, 'ik lach me dood als ik door het luikje kijk. En dat moet ik doen. Het staat in mijn instructies,' verklaarde, hij, alsof hij zich moest verdedigen. Hij deed alsof hij bokste met een onzichtbare tegenstander. Zijn spijkerlaarzen tikten ritmisch op de tegels bij de snelle bewegingen van zijn voeten. 'Ik kijk om te kunnen ingrijpen als een gevangene plotseling troela wordt en de man Gods naar de keel vliegt. Wat ben jij eigenlijk? Katholiek of wat anders?'
'Ik ben protestant.'
'O fijn, dan komt die ouwe bij je. Met een katholiek is het niet zo lollig.'
'Wat maakt dat dan voor verschil?' vroeg luitenant Ohlsen.
'Dat zal ik je uitleggen. Die protestante geestelijken houden we altijd voor de gek. Dat is soms net een film. We hebben zo'n jonge predikant eens meegenomen naar IJzeren Hein Emil. Hem zat gevoerd en twee grieten naar hem toegestuurd. En ten slotte is hij zonder broek de straat op gelopen. Natuurlijk werd hij algauw in zijn kraag gegrepen. Nu zit hij aan het Oostfront als infanterist. Kerel, wat hebben we gelachen. Zelfs Emil, de IJzeren Hein, die niet kan lachen, maakte rare geluiden toen de dominee in zijn onderbroek wegliep. Maar met de priesters gaat dat niet. Daarmee durven we geen streken uit te halen. Zelfs "De Verrader", die ellendeling, is bang voor hen. Ze dragen ook geen decoraties, die priesters. Alleen een kruis en een toog. Als zo'n priester je aankijkt, zink je door de grond. Je gaat bijna geloven dat de Heilige Maagd vlak achter hem staat. Je krijgt rare ideeën en je vraagt je af of je niet eens een kerk zou moeten binnenlopen. "De Verrader" vindt het altijd erg als er katholieken bij ons zitten. Hij kijkt nooit in de cel als onze aalmoezenier er eentje klaarmaakt voor de laatste reis. Als de pastoor weggaat, zegt hij altijd: "God zegene u." Alsof Onze Lieve Heer ooit zo'n pestvent als "De Verrader" zou zegenen! SS-Heinrich gaat nog eerder naar de hemel dan dat secreet. Bij de protestanten zijn ze ook altijd veel eerder klaar. Hardop bidden, iets voorlezen uit een zwart boekje en een stukje psalm als slot. Maar als je een geintje wilt uithalen, met die ouwe, doe je "De Verrader" een plezier. Die ziet dat graag.'
'Maar voor mij is het een ernstige zaak.' antwoordde luitenant Ohlsen.
Stever bleef midden in een schijnbeweging tegen zijn onzichtbare vijand staan, vlak voor cel 19.
'Ach verdomme, dat heb ik al eens horen beweren. Ben jij zo'n heilige, kerel?'
'Dat hangt er vanaf hoe je het ziet,' zei Ohlsen schouderophalend.
'Het komt meer voor,' zei Stever, die weer tegen zijn schaduw bokste.
Hij haalde uit voor een venijnige lage stoot, veerde door zijn knieën en gaf onmiddellijk daarop een korte linkse, die een denkbeeldige kaak ernstige schade moest toebrengen.
'Ik begrijp het best, luitenant, jij wilt geen risico's nemen. Niet dom.' Hij hield even op met zijn frenetieke boksbewegingen en hief een vermanende vinger op. 'Ik zeg altijd maar, je moet zorgen dat je een ontsnappingsroute overhoudt. Ik heb er hier heel wat van de aarde zien verdwijnen, maar ik heb er nog geen terug zien komen en je weet dus nooit of er in dat kamertje van Petrus niet over je lot wordt beslist en je de pineut bent als je niet in God hebt geloofd. Niemand zegt dat je fanatiek godsdienstig moet zijn, maar een beetje kan geen kwaad. Ik heb in de kelder laatst een bijbel gevonden tussen de spullen van de een of ander. Er zijn wel heel wat blaadjes uit, want de vorige eigenaar schijnt er zijn sjekkies mee te hebben gedraaid. Maar er heeft ook nog nooit iemand gezegd dat je de hele zaak moest lezen. Ik lees af en toe een hap en een snap. Dan kan niemand me verwijten dat ik nog nooit een bijbel in mijn poten heb gehad. En ik zweer je op mijn woord van waarachtig dat ik pastoors met rust laat. Zelfs de; priester die hier in een cel heeft gezeten en die ze hebben opgehangen. Hij kwam uit de buurt van Lübeck en hij had een te grote mond gehad. Als hij wat meer aan Hitler had gedacht en wat minder aan God, zou hij hier nooit terecht zijn gekomen. Wist ik maar zeker dat er een God is! Je hebt geen idee hoe machtig ik het zou vinden, luitenant, als je me daarover een seintje zou kunnen geven als je eenmaal in de hemel bent. Ze zullen je vast enthousiast ontvangen als je daar aankomt stappen met je hoofd onder je arm. Vooral als je eerst serieus met zo'n dominee hebt geknield en gebeden.'