Home>>read Gestapo free online

Gestapo(106)

By:Sven Hassel


'Blijf toch, Hölzer. Doe niet zo idioot. Kijk eens, we kunnen altijd een paar lui die hier in de cel zitten helpen. We vervalsen wat papieren en jatten als het nodig is een stempel. We helpen hen ontsnappen en als het dan zover is, zijn wij allebei helden die nooit iets verkeerds hebben gedaan. In dat voorstel van jou om als schietschijf van de Russen te dienen, zie ik niets. Loop morgen voor de aardigheid eens naar de kazerne van het 76ste regiment. Daar vertrekt weer een marscompagnie. Breng die jongens naar het station, wuif hen na en roep "Heil Hitler" tot je schor bent. Dacht je dat je ook maar één enthousiast gezicht zou zien? Ze kijken allemaal alsof ze naar een begrafenis gaan. Luister nu eens, ik weet dat je hier een lekker grietje hebt, mollig, geparfumeerd en wat je maar wilt. Dacht je dat je die in de loopgraven ook kreeg? In het gunstigste geval vind je een oude smerige hoer met een hele kolonie luizen die het voor een homp brood doet. Luister naar mijn goede raad. Blijf hier. Speel de bruinwerker bij "De Verrader". Zeg ja en amen op alles wat hij beweert. Doe wat hij je opdraagt. Vrij en drink zolang het kan. Is het jouw schuld dat het in de cel is zoals het is? No, Sir. Hebben ze jouw uitgenodigd toen ze de wetten maakten? Krijg jij de doodstraf niet als je je verzet tegen een bevel? Loop jij voor je plezier in een uniform rond?'

'Kerel, Stever, ik moet niets van uniformen hebben. Ik zou een donkerblauw pak willen dragen en een broek met zulke nauwe pijpen dat je een laarzenknecht nodig hebt om hem aan te trekken. Goeie God! Kon ik maar in een andere huid kruipen!'

Stever grinnikte.

'Doe dan zoals ik. Leer nu vast zeggen: Yes, Sir. No Sir.'

Ze keken elkaar aan en wierpen toen een blik op de bengelende generaal.

'Die is al uit zijn huid gekropen,' zei Stever halfluid. 'Als de aalmoezenier niet liegt, zit hij nu op zijn wolk en lacht ons uit. Geen voorschriften meer. Geen zorgen. En toch vind ik hem een stakker. Hij had onze grootvader kunnen zijn. Maar wat heb ik hem op zijn donder gegeven! Hij was een van de hardsten die ik ooit heb afgetuigd. Hölzer, je hebt geen idee hoeveel lui ik al heb geslagen. Ik weet precies hoe je dat moet aanpakken en de staat zal altijd mensen nodig hebben zoals ik. Het gaat er maar om in het leven je ergens op te specialiseren. Weet je, een half uur geleden heeft "De Verrader" me allerlei voorstellen gedaan. Ik heb ja gezegd, maar ik volg zijn advies toch niet op. Ik heb een regimentskameraad die is overgegaan naar de SS. Toen we bij ons in het escadron – ik diende toen nog bij het 1ste regiment cavalerie in Stettin – toen we hoorden dat hij naar de SS zou gaan, hebben we hem het leven verdomd zuur gemaakt. Iedere avond hebben we hem afgetuigd. Hij heeft nu nog een groot litteken op zijn onderlip dat daarvan dateert. En we hebben hem ik weet niet hoe vaak onder de koude douche gezet. Hij heeft een klacht ingediend, maar de officieren vonden wat wij deden best. En zal ik je eens wat zeggen, Hölzer? Nu is diezelfde vent SS-Hauptsturmführer en hij staat rechtstreeks onder "Mooie Paul". Weet je waarin hij specialist is? Hölzer?'

'Nee,' mompelde Hölzer onzeker, uit de hoek van zijn oog naar de generaal starend die aan het raam hing. 'Hoe moet ik weten waarin een regimentskameraad van jou zich heeft gespecialiseerd? Ik ben al blij dat ik hem niet ken. Als de wind eenmaal uit een andere hoek waait, kunnen ze je al arresteren alleen omdat hij een kennis van je is.'

'Je hebt volkomen gelijk, Hölzer. Je bent niet zo dom als je er uitziet, maar we hadden het nu over mijn regimentskameraad en na de nederlaag zullen we hem arresteren om te bewijzen dat wij brave jongens zijn. Maar nu zijn specialiteit, die raad je nooit. De paus zou nog niet raden waarin hij specialist is. Mijn regimentskameraad kan iedereen namelijk precies laten zeggen wat zijn chef wil dat hij zegt. Hij wordt alleen ingeschakeld bij heel moeilijke gevallen. In de kelder heeft hij een hokje voor zich ingericht. Daar werkt hij.'

'Houd toch op, Stever,' protesteerde Hölzer. 'Ik wil dat soort dingen niet weten.'

Maar zijn nieuwsgierigheid won het van zijn vrees en hij vervolgde:

'Maar je bent erover begonnen, dus vertel me nu maar hoe je kameraad dat doet.'

Stever lachte. 'Het is doodeenvoudig. Elektriciteit, 220 volt. Elektrische draden en water. Af en toe breekt hij bij iemand een arm. Als een gevangene een half uur onder behandeling van mijn maat is geweest, wil hij dolgraag alles bekennen. Het is een handige jongen en hij heeft nu al voorbereidingen getroffen om uit de trein te kunnen springen als het misgaat en een ander insigne te dragen. Maar wat ons tweeën betreft, Hölzer, wij hoeven alleen maar te doen wat ons wordt opgedragen. Om kort te gaan: Leider, beveel, wij volgen u!' Stever grinnikte en vervolgde droog: 'Wij zijn niet verantwoordelijk.'

Het interessante gesprek werd afgebroken, doordat de aspirant-medicus met wapperende witte jas kwam aanrennen.