Home>>read Geen tijd voor een kus free online

Geen tijd voor een kus(67)

By:Meredith Webber


‘Cassie, oma zegt dat je moet komen eten en de man moet meebrengen.’ Het jongetje in de deuropening, van wie McCall niet zou kunnen zeggen of het Ethan of Isaac was, sprak tegen Cassie, maar bestudeerde McCall ondertussen.

‘Laten we wachten tot na het eten,’ stelde McCall voor. Hij stond op en stopte de brief in zijn aktetas, die hij boven op de garderobekast legde omdat hij zich maar al te goed kon herinneren hoe nieuwsgierig kleine jongens konden zijn. ‘Vooruit,’ zei hij tegen Cassie, die op het bed bleef zitten.

Ze zuchtte. ‘Het is net als naar een serie kijken op de televisie. Ze houden altijd op op een spannend moment.’

‘Daardoor blijf je naar het vervolg kijken, maar in dit geval wil ik gewoon voorkomen dat je niet van je maaltijd kunt genieten.’

Ze stond op en liep naar de deur, waar ze haar neefje optilde. ‘Laten we gaan, maatje,’ zei ze opgewekt.

McCall schonk haar een bewonderende blik. Cassie Carew was een sterke vrouw.

Snel kleedde hij zich aan. Hij hoopte dat hij alleen de weg zou kunnen vinden en de hond niet ingeschakeld zou hoeven te worden.





Hoofdstuk 4





Te gespannen om te beseffen wat ze at, probeerde Cassie de angst die ze ervoer te verdrijven door hun gast te bestuderen. En de reacties van haar familieleden op zijn aanwezigheid.



De tweeling was nog drukker dan anders, Anne flirtte opvallend, en alleen Gwen gedroeg zich net zo bedaard en rustig als normaal. Maar het was haar moeders gedrag dat haar het meest interesseerde.

Abigail was op en top de gastvrouw en hield een levendig maar niet bedreigend gesprek gaande. Cassie herinnerde zich dat haar moeder er altijd van genoten had om gasten te ontvangen, en hoe goed ze in de rol van gastvrouw was geweest. Jammer genoeg had ze er vanwege haar werk in de advocatenfirma van haar overleden vader weinig tijd meer voor gehad.

Cassie vroeg zich juist af of haar moeder dit betreurde, toen de telefoon ging.

Anne vloog meteen naar de hal. Even later kwam ze met een teleurgestelde blik terug.

‘Het was Brad dus niet?’ giste Cassie.

‘Nee, het was Derek. Hij moest jou hebben. Of liever gezegd, Blondie, vanwege een onverwachte bloedtransfusie.’ ‘Is het dringend?’ wilde Cassie weten.

Anne schudde haar hoofd. ‘Ik vertelde dat je zat te eten, en hij zei dat hij nog wel een minuut of twintig kon wachten.’

Cassie keek op haar bord. Het viel haar mee dat ze toch nog iets binnen had gekregen. ‘Ik ben klaar. Het was heerlijk, mam. Als jullie me willen excuseren, ga ik nu weg met

Blondie. Ik ben van plan te wachten tot de transfusie afgelopen is, dus jullie moeten me niet al te snel terug verwachten.’

Abigail knikte, maar toen Cassie haar stoel achteruit schoof, zag ze dat McCall nog snel een paar grote happen nam.

‘Hé, je hoeft je niet te haasten. Ik breng de hond alleen maar even naar de dierenarts. Je hoeft niet mee te gaan.’

‘Natuurlijk ga ik mee,’ verklaarde hij. Hij stond op en zei tegen Abigail: ‘Het was een heerlijke maaltijd, Mrs. Carew. Bedankt.’

Tot Cassies verbazing sloeg hij een arm om haar middel, maar haar protest werd overstemd door de tweeling die luidruchtig vroegen mee te mogen, en haar moeder die McCall verzocht haar Abigail te noemen. Dus wachtte ze tot ze buiten waren om hem nogmaals te verzekeren dat het echt niet nodig was dat hij meeging.

‘Natuurlijk is dat wel nodig,’ zei hij zonder zijn arm weg te halen, die warm en stevig aanvoelde tegen haar lichaam. ‘Anne zal aan al haar vrienden en vriendinnen vertellen hoe stapel ik op je ben, zodat het verhaal des te geloofwaardiger wordt. En Gwen zal ook vast haar mond niet houden.’

Cassie zou willen zeggen dat Anne en Gwen op dit moment niet toekeken dus dat hij best zijn arm kon weghalen, maar ze deed het niet.

Wat daarvan de reden kon zijn, vroeg ze zich liever niet af.

‘En nu we het toch over veinzerij hebben,’ ging McCall verder. ‘Je kunt je maar beter voorbereiden op liefkozingen in het openbaar. Misschien zou je ze zelfs zo nu en dan kunnen beantwoorden.’

Cassie was zo verbijsterd over deze mededeling, dat het even duurde voordat ze die goed en wel had verwerkt. ‘Ik kan je vertellen dat ik niet het soort vrouw ben dat haar genegenheid in het openbaar toont,’ deelde ze hem op ijzige toon mee. ‘Dus als ik me ineens zo ga gedragen, kom ik allesbehalve geloofwaardig over.’

‘Oké,’ zei McCall meteen. ‘Maar je zou me zo nu en dan een glimlach en een blik kunnen schenken waaruit blijkt dat je me niet het laagste van het laagste vindt.’

‘Zo heb ik nooit naar je gekeken,’ protesteerde Cassie.

Tot haar verontwaardiging begon hij te lachen. ‘Nee,’ erkende hij, terwijl hij even haar schouder aanraakte. ‘Maar je kijkt veel te gespannen en bezorgd. Ik weet dat het niet makkelijk is, maar zou je iets blijer kunnen kijken? Alsof je het best prettig vindt dat ik bij je ben, in plaats van dat ik je maagzuur bezorg.’