‘Me dunkt dat dat min of meer een routine is,’ merkte McCall op.
‘Ik geloof dat je gelijk hebt,’ stemde Cassie in. ‘Op maandag, dinsdag en vrijdag werk ik vanaf een uur in de polikliniek. Mike, mijn arts-assistent, en ik werken er allebei, hoewel één van ons vaak wordt weggeroepen.’
‘Dus je houdt er vrij geregelde tijden op na. Ik wil nog wat meer bijzonderheden horen over de aankomst van de vliegende chirurg bij voorbeeld.’ Met een blik op zijn horloge zag McCall tot zijn verbazing dat het nog vroeg was. ‘Het is tien uur. Zullen we koffie gaan drinken en een ruw schema opstellen voor de komende paar dagen? Wanneer dat is gebeurd, kan ik in de buurt blijven, maar niet zo dichtbij dat het je hindert.’
Ze keek hem met gefronste wenkbrauwen aan. ‘Ik vind dat niet nodig.’
‘Dat weet ik,’ zei McCall verzoenend. ‘Maar doe het, alleen al om Dave een plezier te doen.’
Haar frons werd nog dieper, en McCall vroeg zich af of Daves beslissing om Cassie niet alle details te vertellen wel verstandig was geweest. Dave had beweerd dat in een huishouden van vrouwen nooit iets geheim kon blijven, en dat binnen korte tijd de hele stad overal van op de hoogte zou zijn. Maar Cassie Carew was duidelijk een bijzonder intelligente vrouw. Zou ze niet raden dat ze als lokaas werd gebruikt om een moordenaar te vangen?
‘Ik zou niet weten waarom ik Dave een plezier zou willen doen,’ zei ze op scherpe toon. Toch nam ze de hoorn van de haak, toetste een nummer in en vroeg om twee koppen koffie. Juist toen ze wilde ophangen, wierp ze een blik op McCall, die zich in een stoel had laten vallen. ‘Koekjes voor drie personen,’ voegde ze eraan toe. ‘Mijn bezoeker heeft vermoedelijk wat versterking nodig.’ Daarna toetste ze nog een nummer in. ‘Suzy, zou je mijn agenda en het afsprakenboek kunnen brengen?’ Ze legde McCall uit: ‘Suzy werkt op de administratie en fungeert tevens als mijn secretaresse. Ze houdt bij waar ik geacht word te zijn en jaagt me op wanneer ik achterloop.’
‘Gebruik je je pieper wanneer je niet in je kantoor bent?’ wilde McCall weten.
Cassie knikte, maar zijn vraag leek haar te verbazen.
‘Je zou me dus op dezelfde manier kunnen laten weten wanneer je je kantoor verlaat,’ zei hij. ‘Je zou me kunnen oppiepen om me te vertellen waar je naartoe gaat.’
‘Dat is bespottelijk.’ Abrupt stond ze op. ‘Ik kan je niet iedere keer dat ik ergens anders naartoe ga, oppiepen. Heb je dit ziekenhuis gezien? Zo groot is het niet. Als je toch rondloopt, zul je me gauw genoeg kunnen vinden.’
‘Ik heb het ziekenhuis gezien, en het is net een konijnenhol met al die gangen en bijgebouwen. Je hebt de keus: of je piept me op, of je laat me aldoor bij je blijven.’
Ze wendde zich af en keek uit het raam naar het niet bepaald inspirerende uitzicht. ‘Als je aldoor bij me blijft, wek je argwaan op. Niemand in het ziekenhuis zou geloven dat je zo stapel op me bent. Ik ben niet het type vrouw waar mannen stapel op worden. Ik ben "goeie ouwe Cassie", zo noemt althans het merendeel van de inwoners van deze stad me.’ Vanwege de manier waarop ze haar schouders rechtte, vermoedde hij wat ze verder zou zeggen toen ze zich naar hem omdraaide. ‘Het merendeel van de mensen hier,’ herhaalde ze nadrukkelijk. ‘Dat er blijkbaar iemand anders over me denkt, is niet bepaald een prettig idee.’
Hij stond op om haar te troosten, maar een klopje op de deur weerhield hem daarvan. Dus nam hij in plaats daarvan het dienblad aan van de jonge vrouw die voor de deur stond. ‘Kun je een pieper voor me regelen?’ vroeg hij, terwijl hij het blad op het bureau zette. Om Cassies gedachten af te leiden, kon hij haar het beste provoceren, meende hij.
De blik die ze hem toewierp, maakte hem duidelijk dat hij de juiste tactiek had toegepast. ‘Je hebt geen pieper nodig!’
‘Als je vindt van niet, zal ik met genoegen mijn toevlucht tot het alternatief nemen en je overal op je hielen volgen,’ antwoordde hij bedaard.
Opnieuw ontving hij een woedende blik, waarna ze de hoorn van de haak nam. ‘Suzy, spoor een reservepieper voor me op, wil je?’ Ze legde de hoorn op de haak. ‘Tevreden?’
Dat was hij niet. Niet helemaal. Feitelijk had hij zo zijn bedenkingen over het hele plan. Zijn eerste reactie toen Dave hem met dit probleem had benaderd, was geweest om de politie ruchtbaarheid te laten geven aan de hele zaak, om op die manier de onbekende moordenaar hopelijk af te schrikken. Maar Dave had tegengeworpen dat de moordenaar hierdoor vrij zou zijn af te wachten tot alles weer bedaard was, alvorens opnieuw toe te slaan, of naar een andere stad te verhuizen en daar te gaan moorden. Geen prettig iets om op je geweten te hebben.