Hij keek naar Meg. ‘Laat direct een 12-afleidingenECG maken. Ik zal wat bloed afnemen voor een test. Heeft het ziekenhuis een eigen lab?’
‘We kunnen de basisanalyses hier doen. In het geval van Ben hartenzymen, witte bloedlichaampjes, ESR, U en E, glucose, en bloedpropjes.’
Verbaasd keek hij haar aan. ‘Weet je zeker dat je geen verkapte arts bent?’
Een simpele vraag, maar opnieuw zag hij alle kleur uit haar gezicht wegtrekken. Haar angstige, groene ogen bezorgden hem een steek van pijn in zijn borst, op de plek waar geen hart zat.
‘Vrij zeker,’ zei ze kalm, terwijl ze meeliep met de brancard waarop Ben naar de traumakamer werd gereden.
Ze werkte efficiënt. Hij had absoluut niet verwacht haar hier te zien en al helemaal niet dat hij nog iets voor haar zou voelen. Ze maakte de zuurstofslang los van de ambulancebrancard en bevestigde hem aan de installatie van het ziekenhuis. Daarna plakte ze de slangen weer op Bens borst, bracht nog een slang aan voor de hartmonitor, en schoof die zo dat Sam het schermpje kon zien.
Intussen praatte ze tegen Ben. Ze vertelde wat ze aan het doen was en plaagde hem een beetje. Sam besefte dat de patiënt daardoor veel sneller opfleurde dan als ze medelijden had getoond.
Toen ze Sam een katheder gaf om in Bens arm aan te brengen, om bloed af te tappen en om medicijnen direct in zijn aderen te brengen, raakte ze per ongeluk zijn hand aan. Geschrokken keek ze hem aan, alsof haar eigen gevoelens haar bevreemdden.
Ook hij was geschrokken, door zijn gevoelens...
‘Denk je dat het ernstig is?’ vroeg Ben benauwd.
‘Helemaal niet, kerel!’ stelde hij hem snel gerust. ‘Eerder het tegendeel. Op het ECG is niet te zien dat je hart opspeelt.’
‘Maar die pijn dan!’ protesteerde Ben. ‘Het leek wel of er een olifant op mijn borst zat.’
‘Dat heb ik wel eens eleganter horen beschrijven,’ zei Meg.
‘Ik ook,’ verklaarde Sam. ‘De pijn is wel degelijk een symptoom dat er iets niet in orde is. Daarom ben je ook aangesloten op de monitor, dan kunnen we zien hoe je hart en longen functioneren en hoe hoog het zuurstofgehalte in je bloed is. Zodra we de uitslag van de bloedtest hebben, weten we meer.’ Vragend keek hij naar Meg, die bevestigend knikte dat het bloed naar het lab was gestuurd.
‘Het is mogelijk,’ vervolgde Sam, ‘dat de bloedvaten die naar je hart lopen verstopt zijn geraakt. Als er niet genoeg bloed naar het hart wordt gepompt, krijgt het niet voldoende zuurstof en dat veroorzaakt pijn. Ik geef je wat nitroglycerine, dat maakt de aderen wijder en dan kan er meer bloed door. Op de monitor kunnen we zien of het werkt. Nu moet je eerst even tot rust komen, want straks moet je een hele serie tests ondergaan. Ben je ooit eerder bij een cardioloog geweest?’
Ben schudde zijn hoofd. ‘Ik ben maar één keer eerder in het ziekenhuis geweest,’ zei hij, ‘je weet vast nog wel waarom!’
Sam zag de beelden weer voor zich. Een groep jongeren stond voor de bioscoop op straat. Het was de laatste schooldag en dat hadden ze gevierd door naar de film te gaan. Zijn gedachten waren bij Meg geweest, die de volgende dag zou arriveren. Een van de meisjes - was het Coralie West geweest - had hem een arm gegeven en voorgesteld ertussenuit te knijpen om te gaan vrijen op het strand.
Hij had niet gewild en geprobeerd een manier te vinden om nee te zeggen zonder haar gevoelens te kwetsen. Toen had Ben, die waarschijnlijk stiekem rum in zijn cola had gedaan, iets geschreeuwd.
Een ongelooflijke beschuldiging...
Zijn hoofd was geëxplodeerd en zijn vuist was uitgeschoten. De veel grotere Ben was tegen de grond gegaan.
Iemand had Sam vastgegrepen, maar hij had zich losgerukt. Ben was opgekrabbeld en had zich op zijn tegenstander gestort. Hij was een sterke boerenjongen die wist waar hij moest slaan, maar uiteindelijk was de woede van Sam toch sterker geweest.
Hoewel, er was eigenlijk geen sprake geweest van een winnaar, eerder van twee verliezers.
Het verliezen van onschuld...
Van plezier...
Van liefde...
Hoofdstuk 2
‘De eerste testresultaten, dokter.’
Iets in de stem van de verpleegster trok Sams aandacht. ‘Ik zou je moeten kennen, is het niet?’ zei hij. De blondine lachte vrijpostig.
‘Dertien jaar is een lange tijd, Sam,’ zei ze. ‘Ik ben Kelly Warren, Eddies jongere zusje.’
‘Verdraaid!’ Ineens herinnerde hij haar zich. ‘Je ziet er fantastisch uit. Hoe gaat het met Eddie?’
‘Hij woont nog steeds in de stad. Hij heeft de apotheek van pa overgenomen. Na je vertrek heeft hij je erg gemist.’
Sam knikte. Ja, afgezien van Meg was Eddie zijn enige echte vriend geweest. Toch had hij nooit de moeite genomen contact te houden. Maar al zijn vriendschappen waren oppervlakkig geweest. Hij had nooit toegelaten dat mensen te dichtbij kwamen.