Home>>read Geen tijd voor een kus free online

Geen tijd voor een kus(47)

By:Meredith Webber


Het leek wel een echo van zijn eigen gedachten over zijn moeder eerder die dag. Hij keek haar aan om te zien of ze er soms meer achter haar woorden lag, of ze hem doorzag en bespeelde.

Natuurlijk niet. Wat wist ze van hem? Maar haar woorden hadden hem van slag gebracht. Hij had altijd gedacht dat de liefde van vrouwen sterk genoeg was om alles te kunnen weerstaan, maar dat gold misschien alleen voor moederliefde.

Meg zat in haar kantoor. Hij liep naar binnen en deed de deur dicht.

‘En als ik hem liever open heb?’ vroeg ze opkijkend, een stoïcijnse uitdrukking op haar gezicht. Maar dit was Meg, de vrouw die tijdens het vrijen zijn naam had geschreeuwd, de vrouw die hem alles had gegeven wat ze had en haar ziel voor hem had blootgelegd.

‘Ik moet met je praten. Laatst in het restaurant zei je dat je niet met me wilde trouwen. Ik was met mijn gedachten bij je baby, bij Lucy, en daarom hoorde ik niet wat je zei. Wil je het nog eens vertellen?’

‘Nu? Hier?’ Haar bedenkelijke blik sprak boekdelen. Hij knikte.

Ze pakte een pen op en speelde ermee. ‘Ik heb een plan,’ begon ze, ‘voor de lange termijn. Daarom was ik ook zo kwaad dat mijn moeder het huis verkocht en dat ik moest verhuizen. Zij vindt mijn plan onzin, want ik heb al een carrière en ik zou moeten denken aan trouwen en kinderen krijgen.’

Dus hij had een bondgenoot in Mrs. Anstey!

Ze speelde niet langer met de pen, maar keek uit het raam naar de tuin van het ziekenhuis.

Hij hurkte voor haar neer en legde zijn hand op haar knie. ‘Vertel me eens over je plan.’

Ernstig keek ze hem aan. ‘Je weet dat ik altijd arts heb willen worden. We zouden samen medicijnen gaan studeren en gaan praktiseren. Die droom verdween niet met jou uit mijn leven, maar door mijn huwelijk kwam er wel een kink in de kabel. Toen ik zwanger raakte van Lucy, had ik mijn eerste jaar al achter de rug, maar vanwege de zwangerschap moest ik het tweede jaar uitstellen. Na de geboorte zijn we naar Melbourne gegaan. Ik moest geld lenen, veel geld. Als ik mijn studie weer had opgepakt, zou ik nog grotere schulden hebben moeten maken.’

Ze vertelde het heel zakelijk, maar de pijn die hij in haar stem hoorde maakte het nog moeilijker om aan te horen. Hij wilde iets zeggen, maar vond geen woorden om haar leed te verzachten.

‘De vakken die ik tijdens mijn studie had gedaan golden ook voor de verpleegstersopleiding, dus ik hoefde nog maar één jaar om het diploma verpleegkundige te halen. Bovendien kon ik die studie naast een baan doen.’

‘En die schulden? Betaalde je man niet? Het waren toch ook zijn schulden? En je ouders? Je vader?’

Met tranen in haar ogen keek ze hem aan. ‘Mijn vader kon ik niet vragen. Hij hield zoveel van me, hij wilde me beschermen,’ fluisterde ze. ‘Hij was teleurgesteld dat ik mijn studie niet afmaakte, maar hij heeft er nooit met een woord over gerept. Zes maanden geleden is hij gestorven, een beroerte. Ik heb niet eens afscheid van hem kunnen nemen.’

Hij nam haar handen in de zijne. Het liefst had hij haar in zijn armen genomen en haar tegen zich aan gedrukt. Maar ze was sterk, zijn Meg, deze nieuwe Meg.

Ze bleef even doodstil zitten en glimlachte toen beverig. ‘Ik geloof dat mijn vader het meeste geld dat hij verdiende weggaf. Mijn moeder werd daar altijd heel kwaad over. Er was altijd wel iemand die het nodig had. Ook had hij er geen problemen mee als ze hem betaalden met worteltjes of kool. Nee, hem wilde ik niet om geld vragen. Wat Charles betreft, hij wilde sowieso niet dat Lucy naar Melbourne ging. Het kon me niet schelen. Als verpleegster kon ik genoeg verdienen. Zodra ik de schuld had afgelost en genoeg had gespaard voor drie jaar levensonderhoud, wilde ik mijn studie weer oppakken.’

Had ze werkelijk gezegd dat het haar niet kon schelen? Hoe kon dat? Ze had net een kind verloren. Hoe kon iemand onder die omstandigheden plannen maken voor de toekomst?

Dat moest heel zwaar zijn geweest, maar ze had het waarschijnlijk gedaan om haar leven weer op de rails te krijgen, om een doel te hebben. Dat begreep hij wel.

Weer glimlachte ze. ‘Zelfs nu ik veel meer huur moet betalen kan ik mijn financiële doel eind volgend jaar bereiken. Aanvankelijk dacht ik met kerst dit jaar, maar ik wacht al zolang, dat ene jaar kan er nog wel bij.’

Hij schudde zijn hoofd. ‘Megan, je bent negenentwintig, tegen de tijd dat je afgestudeerd bent, zul je vierendertig zijn en dan moet je nog als assistent gaan werken. Wil je dat werkelijk?’

Ze keek hem aan. Zijn knieën zouden wel pijn doen van het hurken, terwijl zij haar hart voor hem uitstortte.

Wat moest ze antwoorden?

‘Ja, dat is wat ik wil, Sam,’ zei ze. Dat had ze altijd gewild en behalve in haar dromen en fantasieën had hij nooit een rol in haar toekomst gespeeld.