‘Die moeder lijkt me erg efficiënt.’ Ze glimlachte naar Sam, blij dat Melody ondersteuning van haar familie kreeg... en omdat het Sam was naar wie ze glimlachte!
Ze vroeg hem naar zijn ervaring met drugsverslaafden en vertelde dat ze een arts hadden gehad met veel ervaring op dat gebied, maar dat die helaas terug was naar Engeland. Sindsdien behielpen ze zich met medische boeken en de hotline voor drugsverslaafden in Brisbane.
‘Ik heb er meer gezien dan me lief is,’ vertelde hij. Hij zag er moe en gespannen uit. De herinnering aan de verslaafden die hij niet had kunnen helpen of het gevolg van een slapeloze nacht? ‘Ik zal een speciaal oogje op haar houden.’
Nadat ze hem verteld had waar Melody lag, weidde ze zich weer aan de roosters. Het was bijna tijd voor de wisseling van de wacht en ze wist nog steeds niet precies welke verpleegsters dienst hadden en hoeveel ze er voor de rest van de dag tot haar beschikking had.
Tegen vijf uur was alles weer normaal. De man met de geamputeerde voet was overgebracht naar Brisbane, waar hij vandaan kwam en zijn familie woonde. De specialisten daar konden hem helpen revalideren.
Melody’s moeder was gearriveerd. Het meisje lag in een mooie, zijden nachtpon in bed en het weeënremmende middel leek te werken. Ze was nog niet stabiel, maar ze dacht al iets positiever over afkicken en ze reageerde goed op de drugs die verslavingsspecialisten uit Sydney, met wie Sam contact had opgenomen, hadden aangeraden.
Toen Sam dan ook zijn hoofd om de hoek stak en zei: ‘Kom, Megan dan gaan we naar huis,’ protesteerde ze niet, al wist ze dat ze dat ‘naar huis gaan’ letterlijk op moest vatten. Ze waren allebei zo moe dat ze maar aan één ding konden denken: slapen.
‘We praten er nog wel over,’ zei hij, alsof hij haar gedachten had kunnen lezen. Met zijn arm om haar schouders liepen ze naar de parkeerplaats.
‘Denk je?’ vroeg ze. Meer fysiek contact, en genot, zou het nog moeilijker maken nee te zeggen.
Maar misschien vroeg hij haar helemaal niet meer...
‘Ja, natuurlijk. Ik heb een heleboel van wat je zei gemist omdat ik naar je haar keek en naar de schittering van je ogen in het maanlicht. Zolang ik de reden van je afwijzing niet weet, neem ik geen genoegen met een nee.’
Wat was de reden eigenlijk? Het had te maken met liefde. Niet haar liefde want ze hield van hem, van de volwassen Sam, niet van een overblijfsel uit het verleden. Het had te maken met Sam en de liefde...
Als ze zei dat ze van hem hield, zou hem dat te veel macht geven. Die had hij sowieso al, en bovendien bezorgde hij haar weke knieën en tintelende zenuwen zodra hij in haar buurt kwam.
Ze vroeg of hij de kap open wilde doen zodat de wind door haar haren kon waaien als ze langs de Esplanade naar huis reden.
Hoofdstuk 9
‘Ik wilde toch die kant op,’ zei hij, terwijl ze de Esplanade af reden. ‘Kun je me aanwijzen welk gebouw Melody had gekraakt?’
Ze had toch een iets ander idee gehad van een romantisch ritje met je haar in de wind, maar ze antwoordde gewillig. ‘Daar, in het volgende blok! Toen het nog een pension was, heette het Sea-Spray. Ik geloof dat het nieuwe gebouw dezelfde naam krijgt.’ Ze wees naar een art-decogebouw op een heuveltje met uitzicht op de baai.
Hij nam gas terug. ‘Denk je dat er nog veel krakers in zitten?’
Ze slaakte een zucht, meer uit hulpeloosheid dan uit vermoeidheid. ‘Ik geloof het wel,’ zei ze. ‘Het ziet er stevig uit en het is er waarschijnlijk droog. Ook in de Bay zijn weglopers die onderdak zoeken.’
‘Zijn er geen opvanghuizen? Plekken waar ze een bed en een maaltijd kunnen krijgen?’
‘Ja, maar niet veel. Het probleem is vrij recent. De Bay werd jarenlang beschouwd als een plek voor gepensioneerden, iets voor oudjes. Voor jongeren was het niet aantrekkelijk. Sinds het eiland op de lijst van werelderfgoed is geplaatst, komen er toeristen om naar de walvissen te kijken en zijn er jeugdherbergen geopend voor jongelui uit de hele wereld. Het was onvermijdelijk dat dat ook andere jongeren aan zou trekken.’
‘Maar dat het een recent fenomeen is, betekent niet dat er niets gedaan hoeft te worden.’
‘Er zijn ook mensen die helpen. Een kerkelijke groepering deelt ‘s avonds na tienen koffie uit en zoekt onderdak voor mensen die nergens heen kunnen. Maar tijdens het walvisseizoen is er geen accommodatie beschikbaar. Dat valt juist in de winter en dan komen er altijd al meer zwervers dan normaal.’
‘Dus,’ vatte hij samen, terwijl hij bij haar huis stopte, ‘er is meer accommodatie nodig voor oude mensen zonder geld en onderdak voor jongeren die nergens heen kunnen. Een uitgebreid drugsprogramma zou ook geen kwaad kunnen...’
Ze keek hem aan. Wat moet dit voorstellen? Een eenmanscampagne om de Bay te redden?’