Home>>read Geen tijd voor een kus free online

Geen tijd voor een kus(42)

By:Meredith Webber


‘Ik ben geen affaire. Die discussie is nog niet gesloten.’

De radio kraakte. Een ambulance meldde dat ze een jonge vrouw met weeën aan boord hadden. ‘Ze heeft nog nooit controle gehad van een verloskundige of een arts. Ze denkt dat ze in de zesde of zevende maand is. Geschatte aankomsttijd over zeven minuten,’ meldde de chauffeur. Ze pakte de telefoon om de dienstdoende verloskundige te bellen, controleerde of er een vroedvrouw op de afdeling was, en waarschuwde de staf dat er een nieuwe patiënt aankwam.

‘Doen jullie geboorten zelf hier?’ vroeg hij.

‘Ja, bijna allemaal. Enkele vrouwen die nog niet lang hier wonen, geven er de voorkeur aan naar hun eigen geboorteplaats te gaan om hun eerste baby te baren, maar daarna komen ze hier, net als de andere inwoners. Onze staf staat goed bekend en aanstaande vaders kunnen in het ziekenhuis overnachten als hun vrouw langer moet blijven. Ook hebben we een goede nazorg. De eerste drie maanden gaat onze staf zelf op huisbezoek.’

De patiënt was nog bijna een meisje, ondervoed en vies, met, tot Megs afschuw, sporen van naalden en littekens op beide armen.

Ze was zwaar onder invloed.

‘Was er iemand bij haar? Wie heeft de ambulance gebeld?’ vroeg ze de verpleger die haar binnenbracht.

‘We zijn gebeld door een mobieltje met een geblokkeerd nummer. Toen we aankwamen, was ze alleen, in dat oude pension op de Esplanade, je weet wel, waar alles wordt afgebroken voor een groot, nieuw hotel.’

Ze kende het gebouw en wist dat het gebruikt werd door krakers uit de Bay. ‘Met een voorraadje drugs natuurlijk!’ Ze volgde Sam naar de afdeling.

Vriendelijk vroeg Sam het meisje naar haar naam en om de hoeveel tijd ze weeën had.

‘Melody Carter.’ Ze hief haar dunne polsje op om te laten zien dat ze geen horloge had en schudde haar hoofd.

Meg knikte naar de verpleegster dat ze de tijd moest opnemen en vroeg haar het meisje op een monitor aan te sluiten om het hartje van de baby te bekijken. Terwijl Sam tegen haar praatte, een katheder aanbracht, en bloed afnam, vulde Meg de patiëntenkaart in.

‘Ik heb alles,’ zei ze tegen Matt toen die arriveerde. ‘Pols 110, ademhaling 22, temperatuur 37,5, bloeddruk 140 over 95. Het hartje van de baby is ook goed, 158 slagen per minuut. Ze heeft weeën.’ Ze keek naar de verpleegster.

‘Om de zeven minuten.’

‘Weet je wanneer je bent uitgeteld?’ vroeg Matt vriendelijk. Meg begreep waarom vrouwen hem graag als arts hadden.

‘Ik geloof rond Kerstmis,’ zei Melody. ‘Als het nu al komt, gaat het dood, hè?’

Ze was dus ongeveer dertig weken zwanger.

‘Dat hoeft niet per se,’ zei Matt.

‘Het is beter dat het doodgaat,’ zei ze. ‘Het zal ook wel verslaafd zijn, het heeft niet veel kans.’

Meg keek haar aan. Aan de fijne botten van haar gezicht te zien moest ze knap geweest zijn voor drugs en ziekten hun tol hadden geëist. ‘Er is altijd een kans,’ zei ze troostend.

Matt legde uit dat hij haar een weeënremmend middel zou toedienen. ‘Hoe langer je de baby draagt, hoe meer kans hij heeft het te overleven.’

‘Maar ik wil helemaal geen baby!’ riep ze uit. Wie moet er voor hem zorgen?’

Haar noodkreet negerend, hing Matt een infuus op en bevestigde hem aan haar arm.

‘Je hebt sowieso een infuus nodig, en ook wat methadon. Heb je wel eens in een programma gezeten?’

Melody knikte. ‘Daar raakte ik ook verslaafd aan. Het kost veel moeite om het te krijgen, dus je kunt net zo goed heroïne nemen.’

Wil je er vanaf? Wil je dat we je helpen?’

‘Het heeft geen zin,’ zei ze. ‘Mijn moeder heeft ook geprobeerd me te helpen. Haar is het niet gelukt, dus waarom zou het jullie wel lukken?’

‘We kunnen het altijd proberen,’ opperde Meg. ‘Zullen we contact opnemen met je moeder? Misschien vindt ze het fijn om bij je te zijn.’

Opeens rolden er tranen over de ingevallen wangen. ‘Ze weet het niet,’ snikte Melody. Zachtjes wreef ze over haar dikke buik.

Sam ontfutselde haar het nummer van haar moeder en verliet de kamer. Toen Matt klaar was met het onderzoek, liet Meg Melody naar een eenpersoonskamer brengen.

‘Ze heeft net een shot gehad. Als die is uitgewerkt, kun je problemen verwachten,’ zei Matt, terwijl het meisje werd weggereden.

‘Dat hebben we vaker bij de hand gehad. Het zal ons wel lukken,’ verklaarde ze. Sam had de nodige ervaring opgedaan in een groot ziekenhuis in Sydney. Hij wist ongetwijfeld veel meer over heroïneverslaving en hoe hij met verslaafde patiënten moest omgaan dan zij.

Sam kwam binnen met nieuws. ‘Haar moeder woont in Brisbane. Zodra ze gepakt heeft en haar kat naar een pension heeft gebracht, rijdt ze hierheen. Ze kan er over een uur of zes zijn.’