Nu was het zaak eerst het bloeden te stoppen. Daarna kon ze de wond verder schoonmaken. Ze legde watten op de wond en deed er verband overheen. Vervolgens maakte ze een infuus. De man zag grauw en verkeerde kennelijk in shock. Hij was nauwelijks meer bij bewustzijn en had niet meer gepraat sinds ze de auto open hadden gebroken. Hij moest snel vloeistof krijgen.
Nadat ze de katheder had aangebracht, onderzocht ze hem verder. Hij was nog bij bewustzijn. Met schorre stem probeerde hij op haar vragen te antwoorden. Moeizaam vertelde hij dat ze zand hadden binnengekregen toen de auto over de kop was gegaan.
Ze zag dat er bloed door zijn jeans sijpelde. Toen ze de broek had opengeknipt, bleek dat hij ook verwondingen aan zijn been had. Ze maakte ze schoon, verbond ze en deed een pijnstiller in de vloeistof die hij kreeg. Daarna stelde ze hem wat vragen voor het formulier dat ze moest invullen.
Sam en Simon tilden intussen de derde man uit de auto. Terwijl ze met hun last naderden, bewoog de eerste man zich plotseling stuiptrekkend. Snel ging ze naar hem toe, en Sam kwam bij haar staan zodra hij en Simon de derde man hadden neergelegd.
‘Een hersenbeschadiging? Een bloeding? Hoe goed ben jij in wonden, Megan?’ vroeg hij. Hij knielde naast haar om de man op zijn zij te rollen.
Zijn armen bewogen. Een stuiptrekking, of kwam hij bij bewustzijn? Kennelijk het laatste want hij duwde hen weg, ging zitten, en keek hen aan alsof ze marsmannetjes waren. ‘Wat is er aan de hand?’ Hij probeerde op te staan, maar viel onmiddellijk terug.
‘Je hebt een ongeluk gehad,’ legde Meg uit. Rustig naderde ze hem weer om hem verder te kunnen onderzoeken, terwijl Sam zich bezighield met de laatste, zwaargewonde man.
Haar patiënt was echter allesbehalve rustig. ‘Dat kan niet!’ riep hij verontwaardigd.
Ze moest hem zien te kalmeren. Geduldig wees ze naar de auto. ‘Je bent over de kop geslagen.’
Hij keek echter niet naar de verongelukte auto, maar naar het reddingsvoertuig. ‘Wie heeft er met mijn bulldozer gereden? Wie? Wie heeft er aan mijn bulldozer gezeten?’
Kalmeren ging even niet lukken, besefte ze. De man was duidelijk behoorlijk in de war. Een symptoom van een hematoom, bewusteloosheid gevolgd door een periode van helderheid? Kon het brullen wat hij deed - want hij brulde werkelijk, terwijl hij probeerde naar zijn geliefde voertuig te kruipen - beschouwd worden als luciditeit?
‘Hé, man!’ Simon hurkte naast hem neer en sprak hem sussend toe. ‘We hadden je bulldozer nodig om de truck overeind te trekken, anders konden we jou en je maten er niet uit halen.’
‘Welke truck?’
De man schudde zijn hoofd, maar dat deed kennelijk pijn want hij viel terug op de grond.
In een oogwenk was Meg bij hem. ‘Blijf liggen. We brengen jullie alle drie naar het ziekenhuis. Je kameraden zijn ook gewond. Je wilt hen toch helpen, of niet?’
Toen hij haar aankeek, zag ze tot haar opluchting dat zijn pupillen even groot waren, niet verwijd, en niet star stonden.
‘Je moest de bulldozer gebruiken?’ herhaalde hij verwonderd. Opnieuw legde Simon uit wat er was gebeurd. Intussen vroeg Meg zich af hoe ze hen alle drie in de helikopter moesten krijgen. Ze hadden maar twee brancards.
‘Kun jij bij hem blijven, terwijl Simon en ik deze vent naar de helikopter brengen?’ Sam was kennelijk ook bezorgd. Samen met Simon hadden ze de laatste man weer opgetild. Ze moesten hen er een voor een naar toe dragen, maar waren ze in staat achter elkaar die zware mannen op te tillen? In de helikopter was bovendien slechts plaats voor vier personen, en drie van hen waren zwaargewichten. Maar goed, dat was Simons probleem.
‘Heb je pijn aan je hoofd?’
De man keek haar veelzeggend aan. Natuurlijk deed zijn hoofd pijn.
‘Kun je je iets herinneren?’
Zijn ogen werden helder. ‘Thommo raakte de ketting, de kettingzaag raakte zijn arm en Joe greep hem. Waar zijn ze? Zijn ze dood?’
Voor Meg hem tegen kon houden, was hij weer gaan zitten. Het enige wat ze kon doen was hem in zijn rug steunen om te voorkomen dat hij om zou vallen.
‘Een van hen, ik neem aan Thommo, wordt nu naar de helikopter gedragen. Joe is hier. Met zijn hand komt het wel goed, maar ze moeten allebei zo snel mogelijk naar het ziekenhuis.’
‘Ik ga ook mee. Het zijn mijn vrienden.’
Toen hij op wilde staan, drukte ze hem neer, en hij had niet de kracht meer zich los te worstelen.
‘Je mag mee,’ beloofde ze. Hopelijk vonden Simon en Sam het ook goed. Het was duidelijk dat de man hersenletsel had. Er moesten röntgenfoto’s en een scan gemaakt worden en hij moest aan de monitor.
De mannen kwamen terug en Sam hurkte naast Joe neer. Hij vroeg hoe hij zich voelde en of hij dacht dat hij, met steun van Meg, zelf kon lopen, want dan konden ze de grote man op de brancard vervoeren.